Heropening debatten voorwaarden
Vredegerecht Zottegem-Herzele 8 november 2013, tijdschrift van de vrederechters 2014,11 - 12,519
Overeenkomstig artikel 772 Gerechtelijk Wetboek kan, indien een verschijnende partij gedurende het beraad een nieuw stuk of feit van overwegend belang ontdekt zij, zolang het vonnis niet uitgesproken is, de heropening der debatten vragen.
De rechter hoeft niet te antwoorden op de middelen tot staving van het verzoek, nu daarin enkel het een nieuw stuk of feit nauwkeurig moet worden aangegeven zonder nadere toelichting (cassatie AR 9512. 22 maart 1993 A.C. 1993, nummer 154, bladzijde 316).
Uitgangspunt is dat de heropening der debatten een uitzonderingsmaatregel moet blijven vermits het burgerlijk geding een tijdsgebonden gebeuren bij uitstek is (gerechtelijk recht, artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Kluwer, commentaar bij artikel 772 gerechtelijk wetboek).
Zowel de term “stuk” als “feit” dienen ruim geïnterpreteerd te worden. Het moet wel gaan om een element tot bewijs van de argumenten van een partij. De wens om louter een bijkomend argument te willen aanvoeren, kan niet worden beschouwd als een nieuwsfeit.
De term “nieuw” betekent dat het stuk of het feit tijdens het beraad moet zijn ontdekt; het mag de verzoekster dus niet gekend zijn of bekend kunnen zijn voor de sluiting der debatten.
Het behoort aan de verzoekster deed aan te tonen.
Wanneer blijkt dat de verzoekster het kwestige stuk of feit had achtergehouden of geen moeite heeft gedaan om het tijdig naar voren te brengen moet het verzoek worden afgewezen (J. J. Laenens, K. Broeckx, D. Scheers, P. Thiriar, handboek gerechtelijk recht, tweede editie nummers 942 & 943, bladzijde 440.
De nalatigheid van een partij om te gelegener tijd de bewijsstukken te verzamelen waarvan ze gebruik wenst te maken is geen voldoende motief om op grond van artikel 772 gerechtelijk wetboek de heropening van de debatten te vragen (Brussel 12 september 2000, AJT 2001-2002, 551.
Ook wanneer het nieuwe stuk voortkomt uit het initiatief van de verzoekster zelve, kan het niet tot basis dienen voor de heropening der debatten; het nieuwe stuk mag immers niet voortkomen uit de loutere wil van de betrokken partij.
“Ontdekken” betekent dat het niet mag gaan om feiten of initiatieven die voortkomen uit de loutere wil van de partij.
Het is de taak van de verzoekster om te bewijzen dat het haar onmogelijk was het ingeroepen stuk over te leggen ten tijde van de pleidooien en voor de sluiting der debatten.
Daarnaast volstaat niet dat het stuk of hij nieuw is; het moet ook van overwegend belang zijn hetzij van de wezenlijke, fundamentele en beslissende aard en in die mate invloed hebben op de zaak dat het de uitspraak kan beïnvloeden (J. Laenens e.a. o.c. blz 440)