In het Nederlands kennen we termen als mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Maar wat personen betreft is het Nederlands binair. Het Nederlands kent enkel de mannelijke of vrouwelijk aanspreekvorm en ook het recht is binair in die zin dat mensen juridisch beschouwd worden als mannelijk of vrouwelijk.
Terecht wordt in ons taalgebied meer en meer geopteerd voor non-binaire aansprekingen zoals "(beste) kijkers, kinderen, landgenoten, [sport]liefhebbers, kinderen.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet wil ingedeeld zien in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich aldus een niet-binaire, genderidentiteit aanmeet. Wie non binair is, kan fysieke binaire geslachtskenmerken hebben van een man of een vrouw, terwijl de identiteit daarentegen niet de fysieke identiteit is, of de tegenovergestelde, maar wel een metagendervorm, aan gene zijde van het mannelijke of het vrouwelijke, die kan bestaan in een combinatie, dan wel de afwezigheid van het mannelijke en vrouwelijke, of het verwerpen van elke gender.
Genderidentiteit en genderexpressie zijn niet per definitie met mekaar verbonden. De genderidentiteit van een persoon kan niet afgelezen worden uit diens genderexpressie.
Het non binaire gendermodel valt als overkoepelende term samen met ondermeer:
• derde geslachtsoptie
• non-binary gender
• genderqueer
• gender nonconform
• agender
• genderfluïde
• bigender
• genderexpansief
• genderneutraal
Deze genderidentiteiten hebben met mekaar gemeen dat ze zich buiten de binaire gendernorm bevinden, maar ze verschillen onderling van mekaar, waarbij de terminologie zelf de verschillende nuanceringen aanduidt.
Daarnaast zijn er de personen met de fysieke kenmerken van de twee geslachten, zij zijn tweeslachtig of hermafrodiet, Sommige van hen hebben een binaire genderidentiteit (zij voelen zich man of vrouw), anderen hebben een non-binaire genderidentiteit.
Een non-binair individu dient aldus onderscheiden van een hermafrodiet, maar ook van een traverstiet of een transseksueel. Zowel de traverstiet als de transseksueel hebben een binaire gender expressie.
Het grondwettelijk hof oordeelde in haar arrest van 19 juni 2019 stelde onder meer:
" Art. 3 Transgenderwet van 25 juni 2017 schendt de Grondwet en het recht op zelfbeschikking in het bijzonder, in zoverre de mogelijkheid tot wijziging van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte personen met een non-binair gender uitsluit.
De artt. 3 en 11 Transgenderwet schenden de Grondwet, in zoverre de wijziging van de geslachtsregistratie in beginsel onherroepelijk is en in zoverre ze personen met een niet-fluïde binaire genderidentiteit verplichten een registratie te aanvaarden die niet in overeenstemming is met hun genderidentiteit."
Het Duitse grondwettelijk Hof (Bundesverfassungsgericht 22/10/2017, 2019/16) oordeelde reeds eerder dat een persoon de mogelijkheid moet hebben om vrijwillig de geslachtsaanduiding te wijzigen naar een non-binaire optie met impliciete aanbeveling om de geslachtsaanduiding te schrappen, gezien het recht zoniet genderneutraal is geworden, dan minstens hier naar streeft. In een arrest van 19 juni 2019 van het grondwettelijk hof, RW 2019-2020, 743 werd deze onmogelijkheid tot een andere dan binaire keuze ongrondwettelijk verklaard. De fluide genderidentiteit werd in dit arrest erkend met mogeliojkheid om zonder zware procedure meerdere malen van genderidentiteit te kunnen wisselen.
Rechtsleer, Pieter Cannoot, Duits Grondwettelijk Hof maakt weg vrij voor derde geslachtsoperatie, Juristenkrant 22/11/2017, pagina 4.
zie ook: www.elfri.be - Artikel - Conversiepraktijken