DE WAARBORGEN VAN DE FISCUS BIJ OVERDRACHT VAN EEN GEHEEL VAN GOEDEREN.
Voor het KB van 12.012.1996, gold ten aanzien van de fiscale schuldvordering de zelfde regels als ten aanzien van alle overige vorderingen.
Wanneer men een volledig vermogen overdroeg of bijvoorbeeld alle aandelen van een vennootschap, was men gehouden tot de passiva en dus ook tot de belastingschulden die op dit vermogen rustten.
Maar wanneer men in plaats van een vennootschap een algemeenheid van goederen overdroeg zoals een volledige bedrijfsuitrusting , volledige stock, handelsfonds, verkocht men enkel activa zonder dat hieraan passiva kleefden.
De fiscus lag op vinkenslag ten aanzien van dergelijke leegroof van haar executiemiddelen waardoor bij KB van 12.12.1996 voorzien werd in een nieuwe invorderingsmaatregel waardoor de overdracht van een handelszaak of andere algemeenheid tijdelijk niet tegenstelbaar verklaard werd wanneer er nog belastingschulden hierop bleven rusten. De fiscus kan vanaf heden de overdracht enerzijds gedurende een bepaalde periode niet-tegenstelbaar verklaren en hierna de schulden verhalen op de overnemer.
Om een en ander te verhelpen werd voorzien in een certificaat dat door de ontvanger kon worden afgeleverd en waarin deze bevestigde dat er geen schulden rusten op de vennootschaap die een geheel van goederen overdroeg. Aldus kon men als koper gerust een algemeenheid van goederen kopen wanneer mij beschikten over dit certificaat. Dit certificaat heeft een bevrijdend karakter tvv de overnemer.
Over hetgeen als een algemeenheid van goederen dient aanzien te worden zie M. Delanote fiscaal invorderingsrecht APR, p 137.
Een en ander slaat niet alleen op overdracht in volle eigendom maar ook in vluchtgebruik maar blijft uitgesloten in faillissementsregelingen en gerechtelijke reorganisatie en bij herstructurering van vennootschappen in gevolge fusie, splitsing, inbreng van de algemeenheid van de goederen of van een tak van werkzaamheden verricht overeenkomstig het wetboek van vennootschappen.
Algemeen wordt aanvaard dat deze bijzondere aansprakelijkheid voor de overnemer ook niet geldt voor de overdrachten van een algemeenheid of een bedrijf conform art 770 van het wetboek van vennootschappen.
Weigeringsgronden van het certificaat waarin bevestigd wordt dat er geen belastingschulden zijn en dat dus een gecertificeerde overdracht kan plaatsvinden. Het certificaat wordt niet afgeleverd ingeval van
• Openstaande schulden van de overdrager
• Een aangekondigde of lopende controle
DE HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS VOOR NIET BETAALDE BEDRIJFS-VOORHEFFINGSSCHULDEN
Hiertoe kan verwezen worden naar de programmawet van 20.07.2006, art 244 quater WIB 1992.
Deze aansprakelijkheid wordt uitvoerig op deze site op andere plaatsten besproken waarbij er hier ook kan verwezen worden naar het werk van M. Delanote, fiscaal invorderingsrecht APR, p151.