Ouders kunnen verwerpen voor zichzelf en voor hun kinderen. Zij kunnen ook louter verwerpen voor zichzelf.
Door de verwerping is men niet gehouden tot de schulden van de nalatenschap maar deelt men niet in het actief. Verwerping is slechts mogelijk mits men vooraf geen daden van impliciete aanvaarding heeft gesteld. Zij gebeurt voor een notaris.
Een ouder kan een nalatenschap namens een minderjarig kind niet zuiver aanvaarden. Behoudens machtiging van de rechtbank gebeurt de aanvaarding van de nalatenschap ten voordele van een minderjarige steeds onder voorrecht van boedelbeschrijving. Dit wil zeggen dat de minderjarige slechts gehouden is tot de schulden ten belope van het actief van de nalatenschap met eventuele rest voor de minderjarige.
Het keuzerecht, verwerping, aanvaarding of aanvaarding onder voorbehoud van boedelbeschrijving kan gedurende 30 jaar worden uitgeoefend, mits er voordien geen daden van aanvaarding of verwerping zijn geweest.
Het opnemen van goederen of gelden uit de nalatenschap geldt als aanvaarding.
Schuldeisers kunnen de erfgenamen dagvaarden in het uiten van hun keuze: aanvaarden, verwerpen of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Ouders kunnen machtiging vragen aan de Vrederechter om namens hun minderjarige kinderen een erfenis of legaat te verwerpen.
De in artikel 784/1 oud Burgerlijk Wetboek juncto artikel 1185 Gerechtelijk Wetboek bedoelde procedure om middels een “gezamenlijk verzoek” vrederechterlijke machtiging te verkrijgen tot verwerping van een deficitaire nalatenschap kan niet worden aangewend voor een of meer minderjarigen van eenzelfde ouder(paar), met als gevolg dat niet de vrederechter van de locatie van de nalatenschap territoriaal bevoegd is maar wel de vrederechter van de locatie van minderjarige(n).
De Potpourri V wet van 6 juli 2017, stelt dat een nalatenschap voor de notaris verworpen wordt. Ze trad op 3 augustus 2017 in werking. Voorheen kon er verworpen worden ter griffie van de rechtbank van eerste aanlag.
De verwerping van een nalatenschap wordt niet vermoed: zij moet worden gedaan door middel van een verklaring afgelegd ten overstaan van een notaris, in een authentieke akte.
Wanneer de verwerper of verwerpers op hun eer voor de notaris verklaren dat volgens hun de nalatenschap onder aftrek van de lasten en kosten van de nalatenschap niet meer bedraagt dan 5 000 euro (bedrag 2017), wordt de verklaring van verwerping, kosteloos verleden en geregistreerd en wordt zij vrijgesteld van de betaling van recht op geschriften en bekendmakingskosten.
Om de drie jaar, en voor de eerste maal op 3 augustus 2020, zijnde op de verjaardag van de inwerkingtreding van deze bepaling, wordt het bedrag van 5000 euro van rechtswege aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die aan de aanpassing voorafgaat.
De notaris kan van het notarieel fonds een bedrag van 100 euro, inclusief btw, terugvorderen voor elke akte houdende één of meer verklaringen van verwerping van nalatenschap die hij kosteloos heeft verleden met toepassing van het derde lid van hetzelfde artikel, indien de akte geen andere rechtshandelingen, verklaringen of vaststellingen bevat die aanleiding geven tot honorarium of salaris.
De Potpourri XI van 31 juli 20201 voorziet vanaf 1 september 2020 (ongeacht wanneer de nalatenschap is opengevallen) wat betreft de in artikel 784, derde lid oud BW, (artikel 4.44, derde lid BW )bedoelde uiterst geringe of deficitaire nalatenschappen, in de mogelijkheid van een gezamenlijk verzoek voor de vrederechter tot verwerping in naam en voor rekening van handelingsonbekwame erfgerechtigden. Voor deze procedure geldt een vrijstelling van gedingkosten. Zie ook Grondwettelijk Hof 13 januari 2022 –arrest nr. 3/2022, T. Fam. 2022, 218, met Noot – Vrijstelling van gedingkosten voor vrederechterlijke machtiging tot verwerping van deficitaire nalatenschappen (n zoverre artikel 162, sub 19° Wetboek der registratie-, hypotheek-en griffierechten niet erin voorziet dat de akten, vonnissen en arresten betreffende de op grond van de artikelen 378,§ 1, of 410, § 1, sub 5° oud BW ingeleide procedures tot het verkrijgen van een individuele machtiging om een nalatenschap bedoeld in artikel 784, derde lid oud BW te verwerpen namens een minderjarige, van de formaliteit van de registratie zijn vrijgesteld, is het niet bestaanbaar met de artikelen 10-11 Gw.).