Er bestaat naast een officieel verhoor en een officiële bekentenis ook een informeel verhoor of een informele bekentenis.
Het officieel verhoor en de officiële bekentenis wordt in de regel voorafgegaan door een “zogeheten” vrijblijvend los gesprek met de bedoeling met nodige empathie, terwijl de pen neerligt informatie in te winnen en een bekentenis af te dwingen.
Maar de politiemensen belast met het verhoor hebben het recht zonder inspraak van de verdacht een weergave in een PV te stellen van dit informele verhoor.
Een en ander is van belang in het kader van de toepassing van de Salduzleer.
Elk gesprek tussen verdachte en de politie, het weze formeel of informeel, dient aanzien te worden als een verhoor.
Dus wanneer een bekentenis wordt afgelegd tijdens een zogeheten informeel gesprek zonder bijstand van de advocaat is de Salduzleer geschonden.
Zie EHRM verduidelijkt definitie verhoor, de juristenkrant, 07.11.2012, pag. 1 en Europees Hof voor de rechten van de mens, 20.09.2012, nr. 31720/2.
Toch nuanceert het Hof van Cassatie door te stellen dat een verhoor in de zin van art. 47bis Sv. een geleide ondervraging is over misdrijven die aan een persoon ten laste kunnen worden gelegd door een daartoe bevoegde ambtenaar, opgenomen in een proces-verbaal in het kader van een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek, met als doel de waarheid te achterhalen.
Het artikel 47bis Sv is daarentegen niet van toepassing op spontane verklaringen of aanwijzingen van een persoon die op zijn gedrag of situatie wordt aangesproken door een daartoe bevoegde ambtenaar, wiens interpellatie enkel bedoeld is om zich een juist beeld van de vastgestelde feiten te vormen teneinde vervolgens een gepaste beslissing te kunnen nemen.
Het enkele gegeven dat de vastgestelde feiten kunnen wijzen op het bestaan van een misdrijf of dat een administratieve controle kan leiden tot strafvervolging, houdt nog niet in dat een vraag die een ambtenaar in het kader van een dergelijke controle stelt, steeds een verhoor uitmaakt in de zin van art. 47bis Sv. Of dit het geval is, dient te worden beoordeeld op grond van o.m. de feitelijke omstandigheden van de zaak, de aard en het doel van de administratieve controle, de bevoegdheden van de ambtenaar, en in het licht van dit alles de evidentie en de omvang van de vraagstelling.