da mihi factum, dabo tibi ius, geef mij de feiten dan geef ik u het recht.
Door de rechtspraak van het Hof van Cassatie die stelt dat de rechter verplicht is een geschil te beslechten conform de rechtsregels die op het geschil van toepassing zijn, onafgezien of deze rechtsregels nu worden opgeworpen door de partijen of niet, onafgezien of de regel nu de openbare orde of het dwingend recht raakt, met de enige beperking dat voor zover de rechter een regel dan ambtshalve opwerpt hij de rechten van de verdediging dient te eerbiedigen en aldus de partijen dient toe te laten om op dit ambtshalve ingeroepen middel te pleiten of te concluderen.
De rechter die zijn beslissing baseert op elementen waarvan de partijen, gelet op het verloop van het debat, mochten verwachten dat hij ze bij zijn beoordeling zou betrekken en waarover de partijen tegenspraak hebben kunnen voeren, miskent het recht van verdediging niet.
beschikkingsbeginsel: recht van partijen in burgerlijke zaken om de grenzen van het geschil zelf te bepalen en verbod voor de rechter ambtshalve de oorzaak van een vordering te wijzigen zonder de heropening van het debat te bevelen: Zie artikel 1138, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, dat het beschikkingsbeginsel inhoudt maar een beperktere draagwijdte heeft dan dit beginsel.