Alcoholmisbruik kan aanleiding geven tot gedwongen opname en ter observatieneming. Zeker wanneer het alcoholisme een levensbedreigend karakter heeft, wat overigens in het merendeel van de gevallen het geval en wanneer het alcoholisme en wanneer het alcoholisme aanleiding heeft gegeven tot psychiatrische symptomen, waarbij al een gebrek aan ziekte-inzicht op zichzelf voldoende is.
Er is sprake van zowel levensbedreigende situaties enerzijds als van manifeste ‘onmogelijkheid’ zich ambulant en/vrijwillig ten gronde te laten behandelen, wanneer zulks uit de feiten zelf blijkt, door medische verslagen, door getuigenissen, door de weigering zich vrijwillig te laten behandelen.
Cruciaal blijft de vraag of de alcoholist te aanzien is als een geesteszieke. Vooreerst stelt zich de vraag op basis van welke medische criteria iemand kan worden aanzien als een geesteszieke.
Antwoord hierop dient gegeven te worden door de geneesheren die zich volgens de Belgische wetgever (ontwerp van wet, parlementaire stukken senaat, 1988-89, nr. 722/2, 11) daarbij moeten schikken naar de gegevens van de medische wetenschap.
Hierbij steunt men zich in de psychiatrie meestal op de voor de vereniging van Amerikaanse psychiaters opgestelde indeling van de psychiatrische stoornissen gekend onder de benaming DSM-IV, waarvan de kenmerken en symptomen van de psychiatrische ziektebeelden worden opgesomd.
De voornoemde indeling blijkt evenwel eveneens haar beperkingen te hebben (zie K. Rotthier, gedwongen opname , die Keure, 2007, nr. 15, pagina 10 ev.).
Het blijft een betwisting of mensen die verslaafd, dan wel zwaar verslaafd, zijn aan middelen onder het begrip geesteszieke vallen.
Waar de rechtspraak meestal stelt dat de verslaving aan toxische middelen op zich niet als een geestesziekte kan worden aanzien, wordt de wet wel toegepast wanneer deze verslaving gepaard gaat met psychiatrische symptomen.
Zo kan verwezen worden naar de beslissing van de Vrederechter van Mol (Vredegerecht Mol, 13.05.1994, Turnhouts rechtsleer, 1994-1995, 84) die van oordeel is dat een drankverslaafde met een gemis aan ziekte-inzicht dat pathologisch is, voldoet aan de voorwaarde van de wet.
Ook een alcoholproblematiek die niet onder controle is en gepaard met een levensbedreigende hartdisfunctie of andere disfunctie rechtvaardigt een gedwongen opname (Vredegerecht Brugge, 26.08.2004, Tijdschrift van de Vrederechters, 2005, 443).
De gedwongen in observatiestelling kan maximaal 40 dagen bedragen waarna andere maatregelen openstaan.
Middels dit model kan de burger zonder beroep te doen op een advocaat een procedure opstarten tot collocatie, lees een procedure tot gedwongen opname (in observatie). Deze maatregel kan genomen worden omdat de op te nemen persoon zijn gezondheid en veiligheid of deze van anderen ernstig in gevaar brengt.
Alle verdere uitleg over de procedure treft u aan via links op deze pagina.
Let wel: Op 1 januari 2025 treedt de wet van 16 mei 2024 houdende diverse bepalingen betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke in werking. Link naar de actuele stand van de wetgeving met commentaar sinds de wetswijziging van 16 mei 2024.