Misdrijven tegen de internationale betrekkingen
In tegenstelling tot enkele buitenlandse strafwetboeken (zoals bijvoorbeeld het Zwitserse, Nederlandse en Duitse), bevat het Strafwetboek 1867 geen hoofdstuk met betrekking tot de misdrijven tegen de internationale betrekkingen.
Deze materie wordt onder de gelding van het Sw. 1867 geregeld in bijzondere strafwetten, met name:
— wet van 12 maart 1858 betreffende de misdaden en wanbedrijven die afbreuk doen aan de internationale betrekkingen, Belgisch Staatsblad 14 maart 1858;
— wet van 1 augustus 1979 betreffende diensten bij een vreemde leger- of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde Staat bevindt, Belgisch Staatsblad 24 augustus 1979.
In het kader van de globale herziening van het Strafwetboek heeft de wetgever van het Sw. 2024 ervoor geopteerd deze wetten te integreren in het Strafwetboek 2024. Hierbij werd ook de nodige input bekomen van Buitenlandse Zaken.
Voorafgaand moet worden opgemerkt dat artikel 11 van de voornoemde wet van 12 maart 1858 voorziet in afwijkende procedure- en verjaringsregels indien het misdrijf werd gepleegd door middel van de drukpers.
Zoals ook bij andere strafbaarstellingen reeds werd verdedigd, heeft de wetgever van het Strafwetboek 2024 gesteld dat een dergelijke afwijking van de gemeenrechtelijke procedure niet langer noodzakelijk of gewenst is. In de commentaren werd hieraan toegevoegd: “Mocht het Parlement een andere mening zijn toegedaan, moeten dergelijke regels niet worden opgenomen in het Strafwetboek maar in het Wetboek van strafvordering.