Art. 546 Sw. 2024 (Inwerkingtreding 8 april 2026) Aanvaarding van buitenlandse steun aan ondermijning van de essentiële nationale belangen stelt:
“Aanvaarding van buitenlandse steun aan ondermijning van de essentiële nationale belangen is het beïnvloeden of trachten te beïnvloeden van een democratisch beslissingsproces, met het oogmerk om de democratische en grondwettelijke orde, de soevereiniteit of onafhankelijkheid van het Rijk, de veiligheid van de Staat, de verdediging van het Rijk, de internationale betrekkingen, het economisch of wetenschappelijk potentieel van het land of de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat aan te tasten, ten dienste van een vreemde Staat of een persoon, onderneming of organisatie, uit het buitenland of onder controle van een vreemde Staat of van een persoon, onderneming of organisatie uit het buitenland:
1° door onwettige of frauduleuze middelen;
2° het ontvangen van giften of enig ander voordeel van een buitenlandse persoon of organisatie dat geheel of gedeeltelijk bestemd is om in het Rijk activiteiten die de voormelde belangen kunnen aantasten, te ontplooien.
Dit misdrijf wordt bestraft met een straf van niveau 3.”
Commentaar:
Dit artikel herneemt het artikel 135bis Sw. 1867, met enkele aanpassingen.
Dit artikel beoogt iedere persoon die actief ertoe bijdraagt de beslissingsprocessen onwettig en clandestien te beïnvloeden, en die daardoor de Belgische inwendige veiligheid, de democratische en grondwettelijke orde, de uitwendige veiligheid en de internationale betrekkingen, evenals het wetenschappelijk of economisch potentieel aantast.
— “Actief” wil zeggen dat er sprake moet zijn van handelingen en niet enkel van een vermoeden van inmenging. Die handelingen kunnen evenwel rechtstreeks zijn (rechtstreeks ontvangen steun om het misdrijf te plegen) of onrechtstreeks (steun ontvangen via een derde, maar waarbij degene die de steun aanvaardt weet dat hij handelt ten bate van de buitenlandse actor met het oogmerk de voormelde belangen te schaden);
— met “onwettig” worden derhalve wettige activiteiten als diplomatie en lobbying uitgesloten;
— “kwaad opzet” is het sleutelelement van dit misdrijf, in die zin dat het gegeven dat de inmenging clandestien, in het geheim en buiten de Belgische overheid om gebeurt, met het oogmerk afbreuk te doen aan de essentiële nationale belangen, die inmenging strafbaar maakt.
Buitenlandse financiering om instellingen die uitgaan van een vreemde Staat officieel te ondersteunen, zonder afbreuk te doen aan de essentiële nationale belangen, valt daarentegen niet onder het toepassingsgebied van dit artikel.
Het materieel toepassingsgebied wordt uitgebreid tot de essentiële belangen van de Staat. Het gaat om die rechtsgoederen waarvan de aantasting het bestaan en de essentiële werking van de Staat in gevaar brengt.
Het gaat om de democratische en grondwettelijke orde, de soevereiniteit of onafhankelijkheid van het Rijk, de veiligheid van de Staat, de verdediging van het Rijk, de internationale betrekkingen, het economisch of wetenschappelijk potentieel van het land, de veiligheid van Belgen in het buitenland of de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat. Met notie “veiligheid van de Staat” wordt zowel de inwendige als uitwendige veiligheid bedoeld. Deze omvat ook de veiligheid van de bevolking (Belgen en personen die op Belgisch grondgebied verblijven) in België.
Voorts beoogt de uitwendige veiligheid van de Staat de bescherming van de integriteit van het nationaal grondgebied, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van de Staat.
Wat de notie “internationale betrekkingen” wordt niet elke kritiek op het Belgisch buitenlands beleid bedoeld. Wel is er sprake van dit misdrijf wanneer de propaganda ertoe leidt dat de diplomatieke betrekkingen tussen België en een ander land worden verbroken.. Let wel, er zal alleen sprake zijn van dergelijk misdrijf wanneer de feiten werden gepleegd met het oogmerk om de internationale betrekkingen tussen België en dat land te schaden en wanneer de uit het buitenland afkomstige middelen ook daartoe bestemd waren.
Verder wordt verduidelijkt dat met internationale betrekkingen aantastingen van internationale organisaties waarvan België deel uitmaakt, zoals de NAVO of de Europese Unie, worden beoogd, aangezien de aantasting van die internationale organisaties ook leidt tot de aantasting van de Belgische belangen.
Daarnaast wordt expliciet voorzien in het beïnvloeden of trachten te beïnvloeden van een democratisch beslissingsproces. Hiermee wordt bijvoorbeeld de situatie geviseerd waarin men met buitenlandse steun campagnes opzet of andere stappen onderneemt om de uitkomst van de verkiezingen te beïnvloeden.
De Raad van State wijst er in zijn advies nr. 64.121/1 en 64.126/1 van 23 november 2018 (nr. 111) op dat onder deze nieuwe omschrijving niet vallen de verkiezingscampagnes die met buitenlandse steun worden gevoerd voor zover daarbij de regelgeving inzake de beperking van de verkiezingsuitgaven en de partijfinanciering wordt nageleefd.
Deze vaststelling werd door de wetgever van het Sw. 2024 bijgetreden en behoorde dan ook tot de bedoeling van de opstellers van het Sw. 2024. Het zou immers tegenstrijdig zijn om in het Strafwetboek in te gaan tegen deze regels. Het aannemen van deze gewijzigde strafbaarstelling kan de wetgever er evenwel toe aanzetten om de regels inzake verkiezingsuitgaven en partijfinanciering opnieuw tegen het licht te houden in het kader van de internationale actualiteit.
Verder werd het advies nr. 64.121/1 en 64.126/1 van 23 november 2018 van de Raad van State (nr. 112.5) door de wetgever van het Sw. 2024 bijgetreden waarin werd gesteld dat de uitbreiding van de strafbaarstelling principieel bestaanbaar is met de vrijheid van meningsuiting uit de artikelen 19 Grondwet en 10 EVRM. Dit aangezien de giften of het voordeel door de buitenlandse persoon moeten zijn gegeven voor de bewuste activiteiten of propaganda. Bovendien wordt geëxpliciteerd dat voor dit misdrijf een bijzonder opzet wordt vereist.
Door deze wijziging wordt aansluiting gezocht bij de belangen opgesomd in artikel 3 van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (Belgisch Staatsblad van 7 mei 1999). In navolging van het advies nr. 64.121/1 en 64.126/1 van 23 november 2018 van de Raad van State werd evenwel de notie “de veiligheid van de Belgen in het buitenland” niet door de wetgever van het Sw. 2024 hernomen (nr. 112.6.1).
Om punt 112.6.2 van het advies nr. 64.121/1 en 64.126/1 van 23 november 2018 van de Raad van State te beantwoorden, werd door de wetgever van het Sw. 2024 de bescherming van het “wetenschappelijk of economisch potentieel van het land” in 2007 omschreven door het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid (de huidige Nationale Veiligheidsraad). Het betreft de bescherming van de essentiële elementen die de basis vormen van het voortbestaan en de optimale ontwikkeling van het sociaal-economisch model:
a) de economische soevereiniteit van de Staat;
b) de veiligheid van kritieke infrastructuur;
c) de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en van onderzoek en ontwikkeling (R&D);
d) een vrije, veilige en eerlijke omgeving voor de economische actoren.
Ook het personeel toepassingsgebied werd door de wetgever van het Sw. 2024 verruimd. Niet alleen vreemde Staten worden geviseerd maar ook personen, ondernemingen of organisaties uit het buitenland, dan wel onder controle van een vreemde Staat of van een persoon, onderneming of organisatie uit het buitenland.
Er werd door de wetgever van het Sw. 2024 immers vastgesteld dat een vreemde Staat er soms voor kiest niet rechtstreeks te opereren, maar via personen, ondernemingen of organisaties die onder haar controle staan. Hetzelfde geldt voor buitenlandse personen, ondernemingen of organisaties die over de nodige middelen beschikken om te trachten het democratisch besluitvormingsproces te beïnvloeden of de essentiële belangen van de Belgische Staat (zoals het economisch en wetenschappelijk potentieel) aan te tasten.
Voorts moet worden verduidelijkt dat de term “activiteiten” in punt 2° van dit artikel inzonderheid propaganda die afbreuk doet aan de essentiële nationale belangen omvat.
Gelet op de toepassing van de ubiquiteitstheorie kan dit misdrijf in België worden gelokaliseerd zodra een van de constitutieve bestanddelen in België kan worden gelokaliseerd. Dit is ook het geval wanneer het gevolg van het misdrijf zich in België voordoet, hoewel de feiten (bijvoorbeeld via informaticatoepassingen) zich voor het overige in het buitenland hebben voltrokken.