Het niet nakomen van de verbintenis
Het (nieuw) BW behandelt de sancties bij het niet nakomen van verbintenissen.
Onderscheid wordt hierbij gemaakt tussen de toerekenbare en de ontoerekenbare niet nakoming (onmogelijkheid tot nakoming).
Afdeling 5. Niet-nakoming van de contractuele verbintenis en gevolgen
Onderafdeling 1. Toerekenbare niet-nakoming van de schuldenaar
Paragraaf 1. Inleidende bepalingen
Art. 5.82. Definitie van toerekenbaarheid
De niet-nakoming is toerekenbaar aan de schuldenaar in de zin van artikel 5.225.
Art. 5.83. Opsomming van de sancties
Tenzij partijen anders overeengekomen zijn, beschikt de schuldeiser over de volgende sancties bij een toerekenbare niet-nakoming van de schuldenaar:
1° het recht op uitvoering in natura van de verbintenis;
2° het recht op herstel van zijn schade;
3° het recht op ontbinding van het contract;
4° het recht op prijsvermindering;
5° het recht om de uitvoering van zijn eigen verbintenis op te schorten.
Met elkaar onverenigbare sancties kunnen niet worden gecumuleerd.
De in werking stelling van de sancties bedoeld in het eerste lid, 1° tot 4°, moet worden voorafgegaan door een ingebrekestelling, overeenkomstig de artikelen 5.231 tot 5.233.
Paragraaf 2. Uitvoering in natura
Art. 5.84. Recht op uitvoering in natura
De schuldeiser kan de uitvoering in natura van de verbintenis eisen overeenkomstig de artikelen 5.234 tot 5.236.
Art. 5.85. Vervanging van de schuldenaar
De vervanging van de schuldenaar geschiedt overeenkomstig artikel 5.235.
Zij kan ook voortvloeien uit de toepassing van een beding dat de schuldeiser machtigt de verbintenis zelf uit te voeren of te laten uitvoeren door een derde op kosten van de schuldenaar.
Bij hoogdringendheid of in andere uitzonderlijke omstandigheden en nadat hij nuttige maatregelen heeft genomen om de niet-nakoming van de schuldenaar vast te stellen, kan de schuldeiser, op eigen risico, de schuldenaar vervangen door middel van een schriftelijke kennisgeving. Die vermeldt de tekortkomingen die hem ten laste worden gelegd en welke omstandigheden de vervanging rechtvaardigen.
Paragraaf 3. Recht op herstel van de schade
Art. 5.86. Integraal herstel van de schade
De schuldeiser kan het integrale herstel van zijn schade eisen, in natura of in geld, overeenkomstig de artikelen 5.237 tot 5.238.
Het herstel in natura kan gebeuren door de vervanging van de schuldenaar overeenkomstig artikel 5.85.
Art. 5.87. Herstel van de voorzienbare schade
Enkel de schade waarvan de partijen het beginsel redelijkerwijs konden voorzien bij de totstandkoming van het contract moet worden hersteld, tenzij de niet-nakoming het gevolg is van een opzettelijke fout van de schuldenaar.
Art. 5.88. Schadebeding
- 1. De partijen kunnen vooraf overeenkomen dat in geval van toerekenbare niet-nakoming, de schuldenaar als vergoeding gehouden is tot de betaling van een forfaitair bedrag of tot het leveren van een bepaalde prestatie. In dit geval kan aan de andere partij geen grotere, noch kleinere vergoeding worden toegekend.
- 2. Niettemin matigt de rechter, ambtshalve of op verzoek van de schuldenaar, het schadebeding als het kennelijk onredelijk is, waarbij hij rekening houdt met de schade en alle andere omstandigheden, in het bijzonder met de rechtmatige belangen van de schuldeiser.
Bij matiging kan de rechter de schuldenaar niet veroordelen tot een vergoeding die lager is dan een redelijk bedrag of een redelijke prestatie.
- 3. Wanneer interest is bedongen voor vertraging in de betaling van een geldsom, is paragraaf 2, eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Bij matiging kan de rechter de schuldenaar niet veroordelen tot een interest die lager is dan de wettelijke interest.
- 4. Wanneer zij opgenomen zijn in de algemene voorwaarden van een toetredingscontract en betrekking hebben op de niet-nakoming van een geldschuld, kan de Koning bij koninklijk besluit, overlegd in Ministerraad, in afwijking van de tweede en derde paragraaf, het maximum bedrag van het schadebeding en de maximale moratoire intrest vastleggen. Hij houdt hierbij rekening met het bedrag van de verbintenis tot betaling van een geldsom, met de soort overeenkomst en de sector van de betrokken activiteiten.
Afwijkende bedingen worden voor niet-geschreven gehouden in de mate dat zij het toegelaten maximum overschrijden.
- 5. Indien de verbintenis gedeeltelijk is uitgevoerd, herleidt de rechter naar evenredigheid het schadebeding dat betrekking heeft op de volledige niet-nakoming door de schuldenaar.
- 6. Indien het schadebeding betrekking heeft op een onredelijk gering bedrag of geringe prestatie, rekening houdend met de schade en alle andere omstandigheden, in het bijzonder de rechtmatige belangen van de schuldeiser, is artikel 5.89 van overeenkomstige toepassing.
- 7. Ieder beding dat strijdig is met de bepalingen van paragrafen 2, 3 of 5 wordt voor niet-geschreven gehouden.
Art. 5.89. Bevrijdingsbeding
- 1. Tenzij de wet anders bepaalt, mogen de partijen een beding overeenkomen dat de schuldenaar volledig of gedeeltelijk bevrijdt van zijn contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid.
Het beding kan de schuldenaar bevrijden van zijn zware fout of van die van een persoon voor wie hij moet instaan. Een dergelijke bevrijding wordt niet vermoed.
Worden evenwel voor niet-geschreven gehouden de bedingen die de schuldenaar bevrijden:
1° van zijn opzettelijke fout of van die van een persoon voor wie hij moet instaan; of
2° van zijn fout of van die van een persoon voor wie hij moet instaan, wanneer die fout het leven of de fysieke integriteit van een persoon aantast.
Het beding dat het contract uitholt, wordt eveneens voor niet-geschreven gehouden.
- 2. Doet de schuldenaar voor de nakoming van het contract een beroep op hulppersonen, dan kunnen zij tegen de hoofdschuldeiser het bevrijdingsbeding inroepen dat is overeengekomen tussen hem en de schuldenaar.
Paragraaf 4. Ontbinding wegens niet-nakoming
Art. 5.90. Recht op ontbinding
Het wederkerige contract kan worden ontbonden wanneer de niet-nakoming van de schuldenaar voldoende ernstig is of wanneer de partijen zijn overeengekomen dat die de ontbinding rechtvaardigt.
In uitzonderlijke omstandigheden kan het contract ook worden ontbonden wanneer het duidelijk is dat de schuldenaar, na te zijn aangemaand om binnen een redelijke termijn voldoende waarborgen te bieden voor de goede uitvoering van zijn verbintenissen, zijn verbintenissen niet tijdig zal nakomen en dat de gevolgen van die niet-nakoming voldoende ernstig zijn voor de schuldeiser.
De ontbinding vloeit voort uit een rechterlijke beslissing, uit de toepassing van een ontbindend beding of uit een kennisgeving van de schuldeiser aan de schuldenaar, overeenkomstig de artikelen 5.91 tot 5.94.
Indien herstel wordt toegekend ter aanvulling van de ontbinding, strekt dat herstel ertoe de schuldeiser te plaatsen in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien het contract was uitgevoerd.
Art. 5.91. Gerechtelijke ontbinding
De ontbinding kan in rechte worden gevorderd. De rechter kan naargelang de omstandigheden:
1° de ontbinding uitspreken, desgevallend met aanvullend herstel van de schade die niet door de ontbinding hersteld wordt; of
2° de schuldenaar een termijn opleggen om hem de mogelijkheid te bieden zijn verbintenissen na te komen.
Indien elke partij de ontbinding van het contract vordert ten laste van de andere, spreekt de rechter de ontbinding uit ten laste van beide partijen, indien zij elk aansprakelijk zijn voor een niet-nakoming die de ontbinding rechtvaardigt.
Art. 5.92. Ontbinding door de inwerkingstelling van een ontbindend beding
Het ontbindend beding verleent de schuldeiser het recht om het contract te ontbinden zonder voorafgaande tussenkomst van de rechter wanneer de schuldenaar een van zijn verbintenissen niet nakomt.
De schuldeiser stelt het beding in werking door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar. Die vermeldt de tekortkomingen die hem worden verweten.
Art. 5.93. Ontbinding door kennisgeving van de schuldeiser
Nadat hij nuttige maatregelen heeft genomen om de niet-nakoming van de schuldenaar vast te stellen, kan de schuldeiser het contract, op eigen risico, ontbinden door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar. Die vermeldt de tekortkomingen die hem worden verweten.
Art. 5.94. Onregelmatige of abusieve buitengerechtelijke ontbinding
De kennisgeving waarmee de schuldeiser het contract ontbindt, is onwerkzaam indien niet voldaan is aan de vereisten van de ontbinding of indien de ontbinding abusief is.
Art. 5.95. Gevolgen van de ontbinding
De ontbinding ontneemt het contract zijn gevolgen vanaf de dag waarop het is gesloten. Zij werkt evenwel slechts terug tot de datum van de tekortkoming die daartoe aanleiding heeft gegeven voor zover het contract deelbaar is volgens de bedoeling van de partijen, gelet op de aard en de strekking ervan.
De prestaties geleverd sinds die dag geven aanleiding tot restitutie onder de voorwaarden bedoeld in de artikelen 5.115 tot 5.122.
Ten aanzien van derden te goeder trouw ontneemt de ontbinding het contract zijn gevolgen enkel voor de toekomst.
Art. 5.96. Gedeeltelijke ontbinding
Wanneer de tekortkoming die de ontbinding rechtvaardigt slechts een gedeelte van het contract aantast, is de ontbinding beperkt tot dat gedeelte voor zover het contract deelbaar is volgens de bedoeling van de partijen, gelet op de aard en de strekking ervan.
Paragraaf 5. Prijsvermindering
Art. 5.97. Recht op prijsvermindering
In geval van een niet-nakoming die onvoldoende ernstig is om de ontbinding te rechtvaardigen, kan de schuldeiser in rechte de prijsvermindering eisen.
De prijsvermindering kan ook worden doorgevoerd door een schriftelijke kennisgeving van de schuldeiser, met aanduiding van de reden van de vermindering.
De prijsvermindering is evenredig met het verschil, op het tijdstip van de contractsluiting, tussen de waarde van de ontvangen prestatie en de waarde van de overeengekomen prestatie.
De schuldeiser die de prijsvermindering verkrijgt, kan geen herstel eisen ter compensatie van dat waardeverschil. Hij kan dat wel eisen voor elke andere schade.
Paragraaf 6. Exceptie van niet-uitvoering
Art. 5.98. Recht voor de schuldeiser om de uitvoering van zijn verbintenis op te schorten
De schuldeiser kan de uitvoering van zijn verbintenis opschorten overeenkomstig artikel 5.239.
Onderafdeling 2. Ontoerekenbare niet-nakoming
Art. 5.99. Gevolgen voor de niet-nagekomen verbintenis
Bij onmogelijkheid tot nakoming die niet toerekenbaar is aan de schuldenaar, wordt de nakoming van de verbintenis opgeschort of dooft deze laatste uit overeenkomstig artikel 5.226.
Art. 5.100. Gevolgen voor het contract bij definitieve onmogelijkheid tot nakoming van de verbintenis
Indien de onmogelijkheid tot nakoming van een hoofdverbintenis volledig en definitief is zonder dat zij toerekenbaar is aan de schuldenaar, wordt het contract in zijn geheel van rechtswege ontbonden.
Indien de onmogelijkheid gedeeltelijk en definitief is, zonder aan de schuldenaar toerekenbaar te zijn, beperkt de ontbinding zich tot het gedeelte van het contract dat aangetast is voor zover het contract deelbaar is volgens de bedoeling van de partijen, gelet op de aard en de strekking ervan.
In eigendomsoverdragende contracten verloopt de risico-overdracht evenwel volgens de bepaling van artikel 5.80.
Art. 5.101. Gevolgen in de tijd van de definitieve onmogelijkheid tot nakoming
De definitieve onmogelijkheid tot nakoming die niet toerekenbaar is aan de schuldenaar ontneemt het contract zijn uitwerking vanaf de dag van die onmogelijkheid.
De prestaties vóór die dag zonder tegenprestatie geleverd, geven aanleiding tot restitutie onder de voorwaarden bedoeld in de artikelen 5.115 tot 5.122.
Art. 5.102. Gevolgen voor het contract bij tijdelijke onmogelijkheid tot nakoming van de verbintenis
Indien de onmogelijkheid slechts tijdelijk is, zonder dat zij toerekenbaar is aan de schuldenaar, wordt de nakoming van de correlatieve verbintenis van de medecontractant opgeschort.
Als het contract evenwel niet meer nuttig kan worden nagekomen op het einde van de onmogelijkheid zijn de artikelen 5.100 en 5.101 van overeenkomstige toepassing.
Art. 5.224. Opsomming van de sancties
Onverminderd bijzondere regels voor de niet-nakoming van een contractuele verbintenis, beschikt de schuldeiser in geval van toerekenbare niet-nakoming door de schuldenaar over de volgende sancties:
1° het recht op uitvoering in natura van de verbintenis;
2° het recht op herstel van de schade veroorzaakt door de niet-nakoming;
3° het recht om de uitvoering van zijn eigen verbintenis op te schorten.
De sancties die onverenigbaar zijn, kunnen niet worden gecumuleerd.
De sancties bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, dienen te worden voorafgegaan door een ingebrekestelling, overeenkomstig de artikelen 5.231 tot 5.233.
Toerekenbaarheid van de niet-nakoming
Art. 5.225. Definitie van toerekenbaarheid
De niet-nakoming is aan de schuldenaar slechts toerekenbaar, indien hem een fout kan worden verweten of indien hij hiervoor krachtens de wet of een rechtshandeling moet instaan.
Onverminderd artikel 5.72 en de regels eigen aan de buitencontractuele aansprakelijkheid, wordt de fout beoordeeld volgens het criterium van een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst.