Ondernemers (oude benaming van handelaars, maar ook vrije vrije beroepen) kunnen failliet gaan niet alleen middels een vennootschap maar ook in persoonlijke naam, waarna ze niet alleen voor hun beroepsschulden maar ook voor hun persoonlijke schulden kwijtschelding kunnen bekomen.
Voor particulieren bestaat de feitelijke staat van onvermogen, de bescherming van het beslagrecht. Een burger kan ook beslissen om in een collectieve schuldenregeling te stappen, met de hieraan gekoppelde voordelen en nadelen.
Wanneer de burger kan aanzien worden als een ondernemer (bv indien hij bestuurder was van een failliete vennootschap) kan hij ook genieten van de faillissementsregeling en de erbij horende kwijtschelding, die dan ook slaat op privé-schulden, wat veel voordeliger is dan de zogenaamde collectieve schuldenregeling.
Ook een (gewezen) bestuurder, die op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen, kan het faillissement met bijhorende kwijtschelding aanvragen. Het faillissement staat immers open voor ‘iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent’.
Aangenomen wordt dat gewezen bestuurders van vennootschappen kunnen gekwalificeerd worden als ondernemingen en dus persoonlijk failliet kunnen worden verklaard.
Het particulier faillissement wordt soms verkeerd gebruikt als de modaliteit van de collectieve schuldenregeling die toelaat om in extreme uitzonderlijke toestanden tot vervroegde afsluiting van de de collectieve schuldenregeling over te gaan.
Deze regeling is geen echt faillissement maar over de zeer zelden toegestane regeling waarbij de collectieve schuldenregeling na opening onmiddellijk wordt afgesloten bij gebrek aan mogelijkheden tot afbetaling. De wet voorziet deze mogelijkheid om mensen met uitzichtloze schulden, waarbij zelfs geen enkele mogelijkheid bestaat om wat dan ook terug te betalen, kwijtschelding te verlenen. In praktijk wordt deze regeling enkel overwogen voor oude, dan wel zieke of gebrekkige mensen die geen enkele toekomst meer hebben. Indien binnen een termijn van vijf jaar deze personen toch tot beter fortuin komt kan het dossier herroepen worden.
Ingevolge recente rechtspraak kan de arbeidsrechtbank zelfs voor die mensen voor een langere periode toch de schuldenregeling open houden waarbij de schuldenaar verplicht wordt tot het nemen van bepaalde maatregelen die hem zogenaamd dienen te helpen zoals een budgetbegeleiding door het OCMW, maar die in praktijk vaak aangevoeld worden als een keurslijf vol beperkingen en onbegrip.
Initiatiefrecht van de schuldenaar om kwijtschelding van schulden te vragen in collectieve schuldenregeling:
De schuldenaar heeft het recht om het initiatief te nemen om de gedeeltelijke of gehele kwijtschelding te vragen wanneer geen zinvolle betalingen kunnen worden gedaan.
Zie arrest Grondwettelijk Hof, 22.12.2011.
Kwijtschelding persoonlijke schulden en ondernemingsschulden na faillissement
Sinds 1 mei 2018 is het regime van de verschoning van schulden na faillissement vervangen door het nieuwe wettelijke principe van de kwijtschelding van restschulden. (Een en ander ingevolge de inwerkingtreding van boek XX van het wetboek van economisch recht met betrekking tot de insolventieprocedures)
De vroegere verschoning na faillissement stond enkel open voor de natuurlijke personen en niet voor de rechtspersoon. Dit blijft ook zo voor het nieuwe wettelijke regime van de kwijtschelding van de restschulden. Immers na faillissement houdt een vennootschap op te bestaan en is de kwijtschelding dan ook zinloos.
De kwijtschelding van restschulden speelt derhalve enkel voor de natuurlijke personen die failliet worden verklaard.
De kwijtschelding geldt niet alleen voor commerciële schulden, lees schulden verbonden aan de onderneming, maar ook voor persoonlijke schulden.
De kwijtschelding geldt niet voor:
- zakelijke zekerheden (maar wel voor persoonlijke zekerheden)
- onderhoudsschulden
- schulden die voortvloeien uit een vordering tot schadevergoeding die worden toegekend ingevolge overlijden of aantasting van de lichamelijke integriteit waaraan de gefailleerde de schuld heeft (maar dus wel voor materiële schadevergoeding).
Ondernemers die ten persoonlijke titel failliet worden verklaard dienen derhalve geen collectieve schuldenregeling op te starten ter regeling van de restschulden na faillissement en dit noch voor de ondernemings-schulden, noch voor de persoonlijke schulden.
Dit brengt een ongelijkheid teweeg tussen gewone burgers en ondernemers. Gewone burgers kunnen principieel geen kwijtschelding van persoonlijke schulden bekomen, in tegenstelling tot ondernemers die hun persoonlijke schulden kunnen kwijtgescholden zien samen met hun faillissement. Hierbij lijkt het gelijkheidsbeginsel geschonden hetgeen wellicht aanleiding zal geven tot een uitspraak van het grondwettelijk Hof.
Bij de persoonlijke schulden wordt geen onderscheid gemaakt tussen de schulden voorafgaand aan de opstart van de onderneming en deze sinds de opstart van de onderneming.
Procedure:
De kwijtschelding van de restschulden wordt thans automatisch verleend.
De kwijtschelding van de restschulden is een recht van de gefailleerde. De restschulden die na de vereffening van de beslagvatbare goederen overblijven, worden principieel gewist.
Dat de restschulden “automatisch worden gewist” houdt echter niet in dat zij niet aan procedureregels is gebonden.
Bovendien kan het openbaar ministerie, de curator en elke belanghebbende middels derdenverzet vorderen dat de kwijtschelding voor een deel of geheel wordt geweigerd, mits het bewijs wordt geleverd dat de gefailleerde een grove fout heeft begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement.
Gevolgen voor de (ex-)echtgenoot en voor de (ex-)wettelijke samenwonenden:
De kwijtschelding geldt eveneens voor schulden van de (ex-) echtgenoot en voor de (ex-) wettelijke samenwonende van de gefailleerde, weze het beperkt voor die schulden die verband houden met de beroepsactiviteit van de gefailleerde en (cumulatief) tot de schulden die aangegaan werden tijdens het huwelijk of tijdens de wettelijke samenwoning.
Deze kwijtschelding geldt dus niet voor de feitelijk samenwonenden.
De door de rechtbank verleende kwijtschelding aan de gefailleerde strekt niet tot voordeel van de (ex-) echtgenoot en voor de (ex-) wettelijk samenwonende voor die schulden die geen verband houden met de beroepsactiviteit.
Een schuld met een louter privé karakter, waartoe beide (ex--) gehuwde of (ex--) wettelijke samenwonende van de gefailleerde gehouden zijn zal dus in de hoofde van de gefailleerde aanleiding kunnen geven tot kwijtschelding, maar niet in hoofde van zijn (ex-) echtgenoot en (ex-) wettelijk samenwonende.
Bijkomende voorwaarde voor de (ex-) wettelijke samenwonende is dat de samenwoning langer dan zes maand heeft geduurd voorafgaand aan het faillissement.
De kwijtschelding is beperkt tot de gefailleerde zelf en de (ex--) gehuwde of (ex--) wettelijke samenwonende van de gefailleerde en strekt geen derde schuldenaars tot voordeel.
Uitbreiding:
De kwijtschelding voor de gefailleerde en zijn (ex-) wettelijk samenwonende of (ex-) huwelijkspartner geldt op dezelfde wijze geldt evenzeer voor de ondernemers-natuurlijke personen, wier onderneming onder gerechtelijk gezag werd overgedragen in het raam van een gerechtelijke reorganisatie.
Zwarte lijst
Na kwijtschelding van restschulden dienen de kredietgevers over te gaan tot schrapping van de schulden van de gefailleerde en de (ex-)echtgenoot en voor de (ex-) wettelijke samenwonenden in de zogenaamde zwarte lijsten. (CKP en ENR) en dit (drie maanden te rekenen vanaf de bekendmaking van het vonnis van kwijtschelding), dan wel of binnen de acht werkdagen na publicatie van het definitieve vonnis van de rechtbank over het derdenverzet indien de kwijtschelding van de betrokken schuld bevestigd wordt.
Geen beslag meer mogelijk op nieuwe inkomsten van de gefailleerde:
De curator kon vroeger beslag leggen op de inkomsten van een gefailleerde voor zijn activiteiten na het faillissement en dit ten belope van het voor beslag vatbaar gedeelte van diens inkomen. Nu krijgt een gefailleerde onmiddellijk na het faillissement een recht op nieuwe start. De curator kan dus geen beslag meer leggen op inkomsten voor activiteiten die de gefailleerde uitoefent na het faillissement.
Wettekst:
Uittreksel uit het wetboek van economisch recht.
HOOFDSTUK 6. [1 - Kwijtschelding]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.173.[1 § 1. Indien de gefailleerde een natuurlijke persoon is, zal hij ten aanzien van de schuldeisers worden bevrijd van de restschulden, onverminderd de zakelijke zekerheden gesteld door de schuldenaar of een derde.
De kwijtschelding heeft geen gevolgen voor de onderhoudsschulden van de gefailleerde noch voor de schulden voortvloeiend uit de verplichting tot herstel van de schade verbonden aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon waaraan de gefailleerde schuld heeft.
§ 2. Onverminderd paragraaf 1, bevrijden de sluiting van het faillissement bedoeld in artikel XX.135 en de sluiting bedoeld in artikel XX.171 de schuldenaar van zijn restschulden.
§ 3. Elke belanghebbende met inbegrip van de curator en het openbaar ministerie kan, bij verzoekschrift waarvan door de griffier wordt kennis gegeven aan de gefailleerde vanaf de bekendmaking van het faillissementsvonnis vorderen dat de kwijtschelding voor een deel of volledig wordt geweigerd bij met redenen omklede beslissing, indien de gefailleerde kennelijk grove fouten heeft begaan die hebben bijgedragen tot het faillissement, of wetens naar aanleiding van de aangifte van het faillissement of naderhand op de vragen van de rechter-commissaris of van de curator onjuiste inlichtingen heeft verstrekt.
Het recht te vorderen dat de kwijtschelding geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, vervalt na drie jaar te rekenen vanaf het ogenblik dat het recht opname te vorderen bedoeld in XX.165, derde lid, verstreken is.
Dezelfde vordering kan worden ingesteld bij wijze van derdenverzet bij verzoekschrift uiterlijk drie maanden na de bekendmaking van het vonnis van sluiting van het faillissement, en voor zover deze termijn van drie jaar niet verstreken is.
De door de rechtbank gedeeltelijk geweigerde kwijtschelding wordt evenredig verdeeld over alle schuldeisers zonder inachtneming van de wettige reden van voorrang.
Wanneer de gefailleerde beoefenaar is van een vrij beroep, dan stelt de griffier diens orde of instituut in kennis door een kopie te sturen van het vonnis waarin de kwijtschelding voor een deel of volledig wordt geweigerd.
Het vonnis dat de kwijtschelding geheel of gedeeltelijk weigert wordt door de griffier bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.]1
----------
(1)<W 2023-06-07/07, art. 233, 122; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art. XX.174.[1 De echtgenoot, gewezen echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende van de gefailleerde die persoonlijk verbonden is voor de schuld die voornoemde persoon tijdens de duur van het huwelijk of de duur van de wettelijke samenwoning [2 krachtens de wet of de overeenkomst]2 was aangegaan, wordt ingevolge de kwijtschelding van die verplichting bevrijd.
De kwijtschelding kan de wettelijk samenwonende van wie de verklaring van samenwonen afgelegd werd in de zes maanden voor het openen van de faillissementsprocedure, niet tot voordeel strekken.
De kwijtschelding heeft geen gevolgen op de persoonlijke of gemeenschappelijke schulden van de echtgenoot, ex-echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende voortvloeiend uit een overeenkomst door de genoemde personen gesloten, ongeacht of die schulden alleen of samen met de gefailleerde werden aangegaan, en die vreemd zijn aan de beroepsactiviteit van de gefailleerde.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W 2023-06-07/07, art. 234, 122; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Noot:
Als advocaten onderlegd in insolventierecht kunnen wij u bijstaan in een beste verdediging. U vraagt hiertoe best een afspraak. Hiertoe kan u ons bellen op het telefoonnummer van ons secretariaat 055/31.86.47 om een afspraak vast te leggen. Breng dan al uw stukken (inkomstenstukken, schulden, brieven) mee. Wij nemen dan de tijd om naar u te luisteren, antwoord te geven op uw vragen, advies te verlenen en een voorstel van aanpak te formuleren.
(Middels dit model kan u ons opdracht geven het faillissement voor u te laten aanvragen in Regsol. U kan het document hier downloaden)
Model
UITDRUKKELIJKE VOLMACHT
om namens haar ondergetekende aangifte van staking van betaling te doen met het oog op haar faillietverklaring op bekentenis van een natuurlijke persoon
Ondergetekende,
……………………………………………………………
……………………………………………………………
geboren te …………
op te … /…/……
met rijksregister …..
en KBO nummer ………
wonende te………………….
geeft hierbij uitdrukkelijk volmacht aan Mr. Elfri De Neve, advocaat, met kantoor te 9700 Oudenaarde, Stationsstraat 29, handelend voor het advocatenkantoor elfri.be BV, burgerlijke vennootschap, met zetel en kantoor te 9700 Oudenaarde, Stationsstraat 29, om overeenkomstig artikel XX.102 e.v. van het Wetboek van Economisch Recht namens ondergetekende,
via het Centraal Register Solvabiliteit aangifte te doen dat hij/zij heeft opgehouden te betalen met het oog op failliet- verklaring op bekentenis,
en hiertoe al het nodige te doen in de meest ruime zin, m.i.v. het invullen en doorsturen van de nodige (elektronische) formulieren en het uploaden en meedelen van alle door de wet voorgeschreven en/of nuttige stukken en gegevens.
Datum en handtekening
Bij het model is de lijst gevoegd van de neer te leggen stukken.