Het nieuwe art. 335, § 1 BW geeft aan ouders de keuze de keuze te geven van de familienaam die zij willen toekennen aan hun kind: de naam van één van hen of een naam samengesteld uit hun twee namen, in de volgorde die zij zelf bepalen.
De naam die de ouders kiezen voor hun eerste kind, zal ook van toepassing zijn op hun andere kinderen. Kinderen van dezelfde ouders zullen dus dezelfde naam dragen.
Ouders die een dubbele naam hebben, kunnen aan hun kinderen het deel van de naam doorgeven dat zij kiezen, waarbij de beperking geldt dat de naam uit ten hoogste twee delen bestaat. Wanneer de ouders geen keuze maken of wanneer ze het niet eens zijn, draagt het kind, de naam van de vader en de moeder in alfabetische volgorde (ingevolge wet 25/12/2016 met opvolgendde omzendbrief van 27 december 2016) na arrest van Grondwettekijk Hof van 14 januari 2016 Juristenkrant 27 januari 2016, pagina 1 en 3 en X. Dubbele naam, NJW 2017, 18).
uittreksel Burgerlijk Wetboek
Art. 335.[1 § 1. Het kind wiens afstamming van vaderszijde en afstamming van moederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
De ouders kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. In geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, draagt het kind de naam van de vader. [4 In geval van onenigheid draagt het kind de naam van de vader en de naam van de moeder naast elkaar in alfabetische volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Wanneer de vader en de moeder, of een van hen, een dubbele naam dragen, kiest de betrokkene het deel van de naam dat aan het kind wordt doorgegeven. Bij afwezigheid van keuze wordt het deel van de dubbele naam dat wordt doorgegeven bepaald op basis van de alfabetische volgorde.]4
[4 De weigering om een keuze te maken wordt beschouwd als een geval van onenigheid.
Indien de ouders samen de geboorte van het kind aangeven, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand, overeenkomstig het tweede lid, de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders, vast.
Indien een ouder alleen de geboorte van het kind aangeeft, geeft deze de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders aan de ambtenaar van de burgerlijke stand aan.]4
§ 2. Het kind wiens afstamming alleen van moederszijde vaststaat, draagt de naam van zijn moeder.
Het kind wiens afstamming alleen van vaderszijde vaststaat, draagt de naam van zijn vader.
§ 3. Indien de afstamming van vaderszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd. Hetzelfde geldt indien de afstamming van moederszijde komt vast te staan na de afstamming van vaderszijde.
Evenwel kunnen de ouders samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de persoon ten aanzien van wie de afstamming als tweede komt vast te staan zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van vaderszijde of van moederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in [3 de artikelen 313, § 3, tweede lid, 319bis, tweede lid, of 322, tweede lid,]3 bedoelde kennisgeving of betekening.
Bij wijziging van de afstamming van vaderszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de [3 de artikelen 312, § 2, 318, §§ 5 en 6, of 330, §§ 3 en 4]3, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval [3 door de ouders is gekozen, met inachtneming van de in § 1 of artikel 335ter bedoelde regels]3.
[5 De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van verklaring van naamskeuze op ten gevolge van de in het tweede lid bedoelde verklaring en verbindt deze met de akte van geboorte van het kind en met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft of wijzigt de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft ten gevolge van het in het vierde lid bedoelde vonnis.]5
§ 4. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.]1
[6 Bij vaststelling van een nieuwe afstammingsband van een meerderjarig kind van vaderszijde, van moederszijde of van meemoederszijde als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 318, §§ 5 en 6, of 330, §§ 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die laatstgenoemde heeft gekozen in voorkomend geval met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335ter, § 1, vervatte regels.
De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand wijzigt de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop het vonnis betrekking heeft, ten gevolge van het in het tweede lid bedoelde vonnis.]6
(NOTA : bij arrest nr 2/2016 van 14-01-2016 gepubliceerd in het B.St. 14-03-2016, p. 16846-16851, heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 335,§ 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 2 van de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind aan de geadopteerde vernietigd. Hij handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling tot 31 december 2016.)
----------
(1)<W 2014-05-08/10, art. 2, 068; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
(3)<W 2014-12-18/01, art. 2, 071; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(4)<W 2016-12-25/13, art. 2, 072; Inwerkingtreding : 01-01-2017. Overgangsbepalingen : art. 4>
(5)<W 2018-06-18/03, art. 42, 082; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
(6)<W 2018-12-21/09, art. 114, 086; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
Art. 335bis. [1 De overeenkomstig artikel 335, §§ 1 en 3, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde vader en moeder komt vast te staan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-05-08/10, art. 3, 068; Inwerkingtreding : 01-06-2014>
Art. 335ter.[1 § 1. Het kind wiens afstamming van moederszijde en afstamming van meemoederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn moeder, ofwel de naam van zijn meemoeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
De moeder en de meemoeder kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. [2 In geval van onenigheid draagt het kind de naam van de moeder en de naam van de meemoeder naast elkaar in alfabetische volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Wanneer de moeder en de meemoeder, of een van hen, een dubbele naam dragen, kiest de betrokkene het deel van de naam dat aan het kind wordt doorgegeven. Bij afwezigheid van keuze wordt het deel van de dubbele naam dat wordt doorgegeven bepaald op basis van de alfabetische volgorde.]2
[2 De weigering om een keuze te maken wordt beschouwd als een geval van onenigheid.
Indien de moeder en de meemoeder samen de geboorte van het kind aangeven, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand, overeenkomstig het tweede lid, de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders, vast.
Indien de moeder of de meemoeder alleen de geboorte van het kind aangeeft, geeft zij de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand aan.]2
§ 2. Indien de afstamming van meemoederszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd.
Evenwel kunnen de moeder en meemoeder samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de meemoeder zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van meemoederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in de artikelen 325/6, tweede lid, en 325/8, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening.
Bij wijziging van de afstamming van meemoederszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 325/3, §§ 4 en 5, 325/7, §§ 3 en 4, of 330, §§ 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval is gekozen door de ouders met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335, § 1, vervatte regels.
[3 De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van verklaring van naamskeuze op ten gevolge van de in het tweede lid bedoelde verklaring en verbindt deze met de akte van geboorte van het kind en met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft of wijzigt de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft ten gevolge van het in het vierde lid bedoelde vonnis.]3
§ 3. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.
[4 Bij vaststelling van een nieuwe afstammingsband van een meerderjarig kind van vaderszijde, van moederszijde of van meemoederszijde als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 325/3, §§ 4 en 5, 325/7, §§ 3 en 4, of 330, §§ 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die laatstgenoemde in voorkomend geval heeft gekozen met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335, § 1, vervatte regels.
De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand wijzigt de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop het vonnis betrekking heeft, ten gevolge van het in het tweede lid bedoelde vonnis.]4
§ 4. De overeenkomstig de paragrafen 1 en 2, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde moeder en meemoeder komt vast te staan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-12-18/01, art. 16, 071; Inwerkingtreding : 01-01-2015> in plaats van de wijziging van art. 335 door <W 2014-05-05/08, art. 28, 067; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<W 2016-12-25/13, art. 3, 072; Inwerkingtreding : 01-01-2017. Overgangsbepalingen : art. 4>
(3)<W 2018-06-18/03, art. 43, 082; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
(4)<W 2018-12-21/09, art. 115, 086; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
Art. 335quater. [1 In afwijking van de artikelen 335, §§ 1 en 3, en 335ter, §§ 1 en 2, kunnen de vader en de moeder of de moeder en de meemoeder, naargelang het geval, de naam van het kind kiezen op het tijdstip van de verklaring van keuze van het toepasselijke recht, zoals bedoeld in artikel 39, § 1, tweede lid, van het Wetboek van internationaal privaatrecht. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze.
[2De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van verklaring van naamskeuze op ten gevolge van de in het eerste lid bedoelde verklaring en verbindt deze met de akte van geboorte van het kind en met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft.]2]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-07-06/24, art. 65, 075; Inwerkingtreding : 03-08-2017>
(2)<W 2018-06-18/03, art. 43, 082; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
Artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek maakt deel uit van het hoofdstuk met betrekking tot de gevolgen van de afstamming. Het stelt op algemene wijze de regels van de naamgeving als gevolg van de afstamming vast.
Die regels werden ingrijpend gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014 ' tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde ' (hierna : de wet van 8 mei 2014). Uit het opschrift en de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat de wetgever de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht heeft willen invoeren (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3145/001, p. 10).
Om die doelstelling van gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bereiken, heeft de wetgever, in de hypothese dat de afstamming van vaderszijde en die van moederszijde tegelijkertijd zijn komen vast te staan, bepaald dat de ouders een dubbele naam kunnen kiezen, bestaande uit de naam van de vader en de naam van de moeder in de door hen bepaalde volgorde, of kunnen kiezen voor de naam van de vader of voor die van de moeder (artikel 335, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek).
De wetgever heeft dus gekozen voor de wilsautonomie van de ouders, binnen de door de wet bepaalde grenzen, veeleer dan voor een bij wet vastgelegd systeem voor het toekennen van de naam. De wetgever heeft de keuze van de ouders beperkt om te waarborgen dat ' kinderen van dezelfde ouders dezelfde naam zullen dragen. De naam van broers en zussen kan bijgevolg niet verschillen waardoor [de orde der families gevrijwaard kan blijven] '.
Nu hij voor de keuze van de familienaam de voorrang geeft aan de wilsautonomie van de ouders, dient de wetgever ook de wijze te bepalen waarop de familienaam wordt toegekend voor het geval dat de ouders het oneens zijn of geen keuze maken, ook al heeft hij voor het overige erop toegezien de gevallen van onenigheid te beperken door de ouders de mogelijkheid te bieden te kiezen voor de ene of de andere familienaam of voor de twee namen in de door hen bepaalde volgorde. Het kan worden verantwoord dat hij zelf de naam vastlegt die het kind zal dragen wanneer er onenigheid of afwezigheid van keuze is, veeleer dan dienaangaande aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid te verlenen. Het is immers in die aangelegenheid van belang de naam van een kind vanaf zijn geboorte op een eenvoudige, snelle en eenvormige wijze te bepalen. Artikel 7 van het Verdrag inzake de rechten van het kind bepaalt dienaangaande dat het kind onmiddellijk na de geboorte wordt ingeschreven en vanaf de geboorte het recht op een naam heeft.