Definitie bemiddeling:De ‘bemiddelingswet van 21 februari 2005 geeft geen definitie van bemiddeling.
De definitie van bemiddeling is wel terug te vinden in de EU Richtlijn 2008/52/EU van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling in burgerlijke en handelszaken:
De bemiddeling is: “Een gestructureerde procedure, ongeacht de benaming, waarin twee of meer partijen bij een geschil zelf pogen om op vrijwillige basis met behulp van een bemiddelaar/mediator hun geschil te schikken. Deze procedure kan door de partijen worden ingeleid of door een rechterlijke instantie worden voorgesteld of gelast, dan wel in een lidstaat wettelijk zijn voorgeschreven.
Zij omvat bemiddeling/mediation door een rechter die niet verantwoordelijk is voor een behandeling in rechte van het betrokken geschil. Bemiddeling/mediation omvat niet de pogingen, ondernomen door de rechterlijke instantie waarbij een zaak aanhangig is gemaakt, om binnen de desbetreffende gerechtelijke procedure een geschil te beslechten.”In een proeve van omschrijving kan gesteld dat de bemiddeling een vrijwillig en vertrouwelijk gebeuren is voor het beheer van conflicten, waarbij de partijen een beroep doen op een onafhankelijke en onpartijdige derde, de bemiddelaar.
Geen enkele bepaling legt voor bemiddeling fysieke ontmoetingen op. Bemiddeling kan telefonisch, elektronisch, per brief, online, via caucus, via pendeldiplomatie, middels tussenpersonen...
De taak van de bemiddelaar bestaat erin de partijen te helpen om zelf, met volledige kennis van zaken, tot een billijke overeenkomst te komen die de behoeften van alle tussenkomende partijen bevredigt en zonder dat een partij kan gedwongen worden om een geschil waarin hij betrokken is via bemiddeling op te lossen, doordat de hoeksteen van bemiddeling gebaseerd is op vrijwilligheid zelfs wanneer zij conventioneel werd vastgelegd of rechterlijk werd "opgelegd".
Vanaf welk ogenblik start de bemiddeling?De bemiddeling start met de bemiddeling over de bemiddeling. Het bemiddelingsprotocol is dus geen start van de bemiddeling maar een fase van de bemiddeling. De bemiddeling start bij de aanstelling van de bemiddelaar door de rechtbank of door de partijen. Dus van zodra de bemiddelaar een mandaat gekregen heeft en dit mandaat aanvaard heeft is de bemiddeling gestart.
Niemand kan dus gedwongen worden aan een bemiddeling deel te nemen, zelfs niet ingevolge een bemiddelingsclausule of een vonnis.
Nadat er een akkoord bestaat over het principe en de deelname aan de bemiddeling en een akkoord over de persoon van de bemiddelaar is de bemiddeling opgestart voor zover de bemiddelaar zijn mandaat heeft aanvaard.
De bemiddeling start aldus met de aanvaarding van de opdracht van de bemiddelaar. Deze zal in een eerste fase contact opnemen met de beide partijen en hen een voorstel doen over de wijze van bemiddeling en de provisionering. Hierbij start de onderhandeling met het zoeken naar een akkoord over de wijze van bemiddeling (caucus, fysieke bemiddeling, online bemiddeling, schriftelijke bemiddeling, bemiddeling met of zonder aanwezigheid van de advocaten en eventueel reeds een aanzet tot een bemiddelingsprotocol....).
Indien partijen er niet in slagen over deze eerste agendapunten van de bemiddeling tot een overeenkomst te komen dan is de bemiddeling mislukt en kan de procedure worden verder gezet. De bemiddelaar bevestigt aan de partijen dat de bemiddeling is mislukt zonder dat hij enige melding kan maken over het verloop van de bemiddeling, de reden van mislukking, laat staan dat hij enige uitlating kan of mag doen over het inhoudelijk aspect van het geschil. De tekst van zijn schrijven komt dus neer op "Ik bevestig u dat de bemiddeling mislukt en dit in mijn hoedanigheid van bemiddelaar ingevolge ... (vonnis) of akkoord tussen jullie beiden met mijn aanstelling."
De bemiddelingsclausule en de exceptie van bemiddelingEen bemiddelingsclausule belet verder de partijen niet om een procedure in te stellen. Een bemiddelingsbeding verschaft de partijen de mogelijkheid om de schorsende exceptie van bemiddeling in te roepen. Een bemiddelingsbeding kan dus niet resulteren in een exceptie van onontvankelijkheid van de vordering.
zie
Art. 1725.Ger. W.
"§ 1. Elke overeenkomst kan een bemiddelingsbeding bevatten, waarbij de partijen zich ertoe verbinden voor eventuele geschillen in verband met de geldigheid, totstandkoming, uitlegging, uitvoering of verbreking van de overeenkomst eerst een beroep te doen op bemiddeling en pas dan op elke andere vorm van geschillenbeslechting.
§ 2. De rechter of de arbiter bij wie een aan een bemiddelingsbeding onderworpen geschil aanhangig is gemaakt, schort, op verzoek van een partij, de behandeling van de zaak op, tenzij er ten aanzien van dat geschil geen geldig beding is of dit is geëindigd. De exceptie moet vóór enige andere exceptie of verweer worden voorgedragen. De behandeling van de zaak wordt voortgezet zodra de partijen of een van hen aan de griffie en aan de andere partijen hebben meegedeeld dat de bemiddeling beëindigd is.
§ 3. Het bemiddelingsbeding vormt geen beletsel voor verzoeken tot het treffen van voorlopige of bewarende maatregelen. De indiening van dergelijke verzoeken brengt niet mee dat men van de bemiddeling afziet. "
De exceptie voorzien in art. 1725 Ger. W. §2 is zonder voorwerp wanneer er reeds een bemiddeling is gevoerd en deze beëindigd is (art. 1725§2).
Erkende bemiddelaar?Een bemiddeling vereist (voor bemiddeling tussen ondernemingen ) geen erkende bemiddelaar
art. 1731 Gerechtelijk wetboek bepaalt de regels over de wijze waarop partijen het verkoop van de bemiddeling bepalen
uit art. 1731 §2 2° blijkt dat de erkenning van de bemiddelaar geen strikte voorwaarde is voor de bemiddeling, nu deze bepaling stelt dat de erkenning van de bemiddelaar in het protocol enkel moet vermeld worden indien de de bemiddelaar erkend is.
De erkenning van de bemiddelaar is niet noodzakelijk wanneer het gaat om een bemiddeling tussen ondernemingen. In dit verband kan gewezen op de bepalingen van artikel 227 quater SWB:
Wordt gestraft met geldboete van tweehonderd euro tot twintigduizend euro:
1° hij die zonder dat hij is opgenomen op de lijst van erkende bemiddelaars bedoeld in artikel 1727 en zonder van erkenning vrijgesteld te zijn, beroepsmatig bemiddelt in de zin van het Gerechtelijk Wetboek met uitzondering van hij die beroepsmatig bemiddelt in de zin van het Gerechtelijk Wetboek in het kader van geschillen tussen ondernemingen.
2° hij die, zonder daartoe gemachtigd te zijn, zich openbaar een beroepstitel van erkend bemiddelaar toeëigent evenals hij die een titel voert of die aan de beroepstitel die hij voert een vermelding toevoegt, welke tot verwarring kan leiden met die van erkend bemiddelaar.
Wordt gestraft met dezelfde straf, wie zijn medewerking verleent aan een derde of hem zijn naam leent, met het doel hem te onttrekken aan de straf waarmee het illegaal dragen van de titel van erkend bemiddelaar of het illegaal uitoefenen van het beroep van erkend bemiddelaar gestraft worden.
De erkenning van de bemiddelaar (die dus niet noodzakelijk is voor bemiddeling tussen ondernemingen), is overigens procedureel slechts van belang voor de homologatie van het bemiddelingsakkoord voorzien in
art. 1733. Ger. W. Nergens stelt de wet dat een akkoord dat niet vatbaar zou zijn voor eenvoudige homologatie geen bemiddeld akkoord zou zijn. Overigens de naleving dading als resultaat van een bemiddeling kan in een afdwingbare notariële akte worden opgenomen. verder kan de naleving van de dading middels een vonnis worden afgedwongen na een dagvaarding tot uitvoering van de dading.