De ondeelbare aard van de huurovereenkomst houdt enkel in dat, wanneer een huurovereenkomst door meerdere huurders of verhuurders wordt afgesloten, de uit die huurovereenkomst voortvloeiende ondeelbare rechten door deze huurders of verhuurders samen moeten worden uitgeoefend op straffe van ongeldigheid van de verrichte handeling.
Dit neemt niet weg dat elke feitelijke samenwonende met de verhuurder een overeenkomst kan sluiten tot beëindiging van de huur wat hem betreft.
Een huurovereenkomst met meerdere huurders doet aan de zijde van de verhuurder een ondeelbare verbintenis ontstaan tot het verschaffen van het huurgenot en aan de zijde van de huurders een deelbare of samengevoegde verbintenis tot betaling van de huurprijs, tenzij de hoofdelijkheid werd bedongen (Cass. 17/02/2017, AR C.16.0381., juridat; . HERBOTS, 'Concubinaat in het verbintenissenrecht' in P. SENAEVE, Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie, Leuven, Acco, 1992, 92, nr. 134.
Wordt een huurovereenkomst gesloten met meerdere huurders, dan heeft iedere medehuurder, in beginsel, het recht om met de verhuurder overeen te komen om de huurovereenkomst wat hem betreft te beëindigen; indien in een dergelijk geval de huurovereenkomst die met één van de huurders werd beëindigd, door de medehuurder wordt voortgezet, dan geldt deze vanaf dat ogenblik als enige contractpartij voor de toekomst.
Wanneer in een huurcontract met meerdere huurders geen beding van hoofdelijkheid werd opgenomen, dan zijn de huurders principieel niet hoofdelijk, maar slechts elk voor hun deel gehouden.
Indien de huurders gehuwd zijn, zijn zij ongeacht het huwelijksvermogensstelsel waaronder ze gehuwd zijn
hoofdelijk gehouden voor kosten gedaan ten behoeve van de huishouding en dus beiden hoofdelijk (voor het geheel) gehouden zijn tot betaling van de huur van de gezinswoning of enig ander vastgoed ten behoeve van de huishouding.
zie ook www.elfri.be - Artikel - Deelbare verbintenis