Definitie: Een overdracht van schuldvordering is een overeenkomst waarbij een schuldeiser (cedent geheten) zijn recht ten opzichte van zijn schuldenaar afstaat aan een derde (cessionaris geheten), die aldus de plaats van de schuldeiser inneemt. (H. De Page, Traité élémentaire de droit civil belge, IV, Brussel, Bruylant, 1972, p. 378-379, nrs. 372-373).
Een overdracht van schuldvordering kan tegen de gecedeerde schuldenaar pas worden ingeroepen vanaf het ogenblik dat zij aan hem ter kennis werd gebracht of door hem werd erkend (art. 1690, § 1, tweede lid BW).
Een kennisgeving aan de schuldenaar volstaat. De term «kennisgeving» moet opgevat worden in zijn gebruikelijke betekenis, namelijk als een «mededeling aan de debiteur» (zie Rechtbank Koophandel Gent afdeling Kortrijk, 13/02/2017, RW 2019-2020, 107; W. Van Gerven en A. Van Oevelen, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, 579).
De overdracht van een schuldvordering ontstaat door een overeenkomst waarbij een schuldeiser zijn persoonlijke rechten die hij tegen een schuldenaar heeft, overdraagt aan een derde. Na de uitvoering ervan wordt de overnemer op zijn beurt schuldeiser ten overstaan van de schuldenaar.
In de regel is elke schuldvordering vatbaar voor overdracht, behalve wanneer ze onoverdraagbaar is ten gevolge van (1) de wet, (2) de aard zelf van de schuldvordering of (3) een contractuele clausule.
Vorderingen die intuitu personae met betrekking tot de persoon van de schuldeiser zijn aangegaan, zijn uiteraard vanuit hun aard onoverdraagbaar.
De overdracht van schuldvordering is een consensuele overeenkomst, waarbij de medewerking, laat staan de toestemming van de overgedragen schuldenaar niet vereist is.
Uit artikel 1690, § 1, tweede lid van het oud Burgerlijk Wetboek volgt wel dat de overdracht slechts tegen de gecedeerde schuldenaar kan worden ingeroepen vanaf het ogenblik dat zij aan de gecedeerde schuldenaar ter kennis werd gebracht of door hem werd erkend.
De kennisgeving kan zowel door de overdrager als de overnemer gebeuren.
Uittreksel uit het (nieuw) BW
“Art. 5.174. Beginsel
Schuldvorderingen zijn vatbaar voor overdracht, tenzij de wet of de aard en strekking ervan zich daartegen verzet.
De overdracht van een schuldvordering in strijd met een contractueel cessieverbod is niet tegenwerpelijk aan de gecedeerde schuldenaar wanneer de overnemer derde-medeplichtig is aan de schending van dit verbod.”
Art. 5.175. Toekomstige schuldvorderingen
De overdracht kan betrekking hebben op een of meerdere toekomstige schuldvorderingen op voorwaarde dat zij bepaald of bepaalbaar zijn.
Art. 5.176. Gedeeltelijke overdracht
Een schuldvordering is vatbaar voor gedeeltelijke overdracht, tenzij zij ondeelbaar is.
Art. 5.177. Nevenrechten
De overdracht van een schuldvordering omvat alle daarbij horende nevenrechten en zekerheden, zoals rechten uit pand, hypotheek, borgtocht en uitvoerbare titels.
Art. 5.178. Overdracht van betwiste rechten
§ 1. De schuldenaar van een betwist recht dat is overgedragen, kan zich daarvan door de overnemer doen bevrijden, mits hij hem de werkelijke prijs van de overdracht en de wettig gemaakte kosten vergoedt, samen met de interest te rekenen van de dag waarop de overnemer de prijs voor de hem gedane overdracht betaald heeft.
De gecedeerde schuldenaar kan van de partijen het bewijs van de in het eerste lid bedoelde bedragen eisen.
Een recht wordt voor betwist gehouden, zodra er een proces is en betwisting van het recht zelf.
§ 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing indien de overdracht gedaan is:
1° aan een mede-erfgenaam of mede-eigenaar van het overgedragen recht;
2° aan een schuldeiser tot betaling van hetgeen hem verschuldigd is;
3° aan de bezitter van het onroerend goed waarop het betwiste recht betrekking heeft.
Afdeling 2. Tegenwerpelijkheid aan derden
Art. 5.179. Werking tegen derden
Onverminderd artikel 3.28, § 2, kan de overdracht van schuldvordering worden ingeroepen tegen andere derden dan de gecedeerde schuldenaar door het sluiten van het contract van overdracht.
De overdracht kan slechts tegen de gecedeerde schuldenaar worden ingeroepen vanaf het ogenblik dat zij aan de gecedeerde schuldenaar ter kennis is gebracht of door hem is erkend.
De overdracht kan niet worden ingeroepen tegen de te goeder trouw zijnde schuldeiser van de overdrager aan wie de schuldenaar te goeder trouw en voordat de overdracht hem ter kennis werd gebracht, bevrijdend heeft betaald.
Art. 5.180. Kennisgeving
De kennisgeving kan uitgaan van de overdrager of de overnemer. Enkel het bestaan van de overdracht dient aan de schuldenaar ter kennis te worden gebracht.
Art. 5.181. Positie van de schuldenaar
De overdracht van de schuldvordering laat de excepties van de schuldenaar onverlet.
De schuldenaar die te goeder trouw heeft betaald vooraleer de overdracht hem ter kennis werd gebracht of door hem werd erkend, is bevrijd.
De schuldenaar te goeder trouw kan eveneens de gevolgen van elke rechtshandeling die ten opzichte van de overdrager is gesteld, inroepen ten opzichte van de overnemer, voordat de overdracht aan hem ter kennis werd gebracht of door hem werd erkend.
Art. 5.182. Schuldvergelijking
Wanneer de overdracht aan de schuldenaar ter kennis werd gebracht of door hem werd erkend, kan deze laatste zich niet meer beroepen op de schuldvergelijking van schuldvorderingen die daarna tot stand komt, tenzij het om samenhangende schuldvorderingen gaat.
De gevolgen van de conventionele schuldvergelijking worden geregeld door artikel 5.263.
Art. 5.183. Looncessie
Onverminderd de toepassing van de artikelen 27 tot 35 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers geeft de overdracht die slaat op inkomsten bedoeld in de artikelen 1409, §§ 1 en 1bis, en 1410 van het Gerechtelijk Wetboek, op straffe van nietigheid, op het ogenblik dat zij kan worden ingeroepen tegen de gecedeerde schuldenaar aanleiding tot een aan de overdrager gerichte kennisgeving, die het aangifteformulier voor kind ten laste waarvan het model bepaald is door de minister van Justitie bevat. In dat geval is artikel 34bis van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers van toepassing.
Afdeling 3. Verbintenissen van partijen
Art. 5.184. Leveringsplicht
De overdrager is verplicht alle noodzakelijke akten en bewijsstukken waarover hij beschikt die op de schuldvordering en op de nevenrechten betrekking hebben, aan de overnemer af te geven.
Art. 5.185. Vrijwaringsplicht
Diegene die een schuldvordering overdraagt, staat in voor het bestaan daarvan ten tijde van de overdracht, zelfs wanneer deze zonder vrijwaring is geschied.
Art. 5.186. Solvabiliteit van de schuldenaar
Voor de solvabiliteit van de schuldenaar moet de overdrager niet instaan tenzij hij zich daartoe heeft verbonden, en slechts ten belope van de prijs die hij voor de schuldvordering ontvangen heeft.
Wanneer hij beloofd heeft voor de solvabiliteit van de schuldenaar te zullen instaan, geldt die belofte slechts voor de solvabiliteit op het ogenblik zelf en strekt zij zich niet uit tot de toekomst, tenzij de overdrager dat uitdrukkelijk heeft bedongen.
Hoofdstuk 2. Overdracht van schuld
Art. 5.187. Volkomen overdracht van schuld
Een schuld kan met toestemming van de schuldeiser aan een derde worden overgedragen.
Indien de schuldeiser bij voorbaat zijn toestemming heeft gegeven, heeft de schuldoverdracht pas uitwerking na kennisgeving of erkenning van het contract gesloten tussen overdrager en overnemer.
zie verder ook: www.elfri.be - Artikel - Overdracht van verbintenissen in het (nieuw) BW)