Het opnemen van e-mail verkeer, computergebruik en internetverkeer via keylog en het opnemen en afluisteren van telefoongesprekken waaraan men zelf niet deelneemt wordt door het strafwetboek strafbaar gesteld in artikel Art. 314bis.
Het opnemen van een telefoongesprek door een bij dat gesprek betrokken persoon is door de Belgische wet niet verboden en men vindt dan ook geen specifieke bepalingen m.b.t. het opnemen van eigen telefoongesprekken in het strafrecht terug. Het Strafwetboek voorziet wel in strafbepalingen en nadere voorwaarden wanneer niet-deelnemers aan het telefoongesprek dit gesprek opnemen en het Wetboek van Strafvordering omschrijft wanneer het opnemen van telefoongesprekken geschiedt in het. raam van bijzondere opsporingstechnieken. Het betreft hier evenwel uitsluitend personen die niet aan het telefoongesprek deelnemen. Bovendien is het hier centraal staande concept niet alleen het privéleven, maar tevens het telefoongeheim als uitbreiding van het briefgeheim dat wordt gegarandeerd in art. 29 GW.
Elk gebruik van de opname, buiten het geval van het gebruik voor zichzelf en anders dan bedoeld in artikel 314bis, §2, tweede lid, Strafwetboek, kan een inbreuk zijn op artikel 8 EVRM. Het staat aan de rechter dit te beoordelen op grond van de feitelijke gegevens van de zaak.
Bij de beoordeling of het gebruik geoorloofd is, moet de rechter ook het criterium van de redelijke privacy verwachting in zijn oordeel betrekken. Dit criterium heeft onder meer betrekking op de inhoud en de omstandigheden waaronder het gesprek plaatsvond.
Het verbod tot afluisteren van telefoongesprekken geldt ook voor werkgevers ten aanzien van werknemers.
De onderzoeksrechter kan in uitzonderlijke gevallen, wanneer het onderzoek dit vereist, privécommunicatie afluisteren, er kennis van nemen en het gesprek registreren, indien er ten eerste, ernstige aanwijzingen bestaan dat het feit waarvoor hij geadieerd is een strafbaar feit is en, ten tweede, indien de overige middelen van onderzoek niet volstaan om de waarheid aan het licht te brengen (proportionaliteitsen subsidiariteitscriteria – artikel 90ter, § 1, eerste lid Wetboek van strafvordering).
De gronden waarvoor een telefoontap kan worden bevolen zijn daarentegen expliciet opgesomd in artikel 90ter, § 2 van het Wetboek van strafvordering.