Het verbeuren van de dwangsom betekent dat het dwangsombedrag verschuldigd wordt.
Een dwangsom kan niet bij overeenkomst, noch bij akkoordvonnis worden opgelegd.
De dwangsom kan niet verbeurd worden zonder betekening (1385 bis gerechtelijk wetboek).
De schuld ontstaat van rechtswege op grond van het niet nakomen van de verplichting die onder verbeurte van een dwangsom in een rechterlijke uitspraak werd opgelegd.
Met betrekking tot rechterlijke geschillen inzake de dwangsom dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de taakverdeling tussen de rechter die de dwangsom oplegt (de dwangsomrechter) en de rechter die moet oordelen over de geschillen die bij de invordering rijzen (de beslagrechter).
Wanneer een partij dwangsom ten uitvoer kan leggen krachtens de titel waarbij zij is vastgesteld (artikel 1385quater Ger.W.) heeft ze geen nieuwe titel nodig heeft voor de verbeurde bedragen.
Wanneer echter de schuldeiser tot tenuitvoerlegging overgaat en de debiteur de verbeurte van de dwangsom betwist, dan rijst een executiegeschil waarvoor de beslagrechter bevoegd is.
Inzake betwistingen omtrent de al dan niet verbeurte van een dwangsom bestaat de taak van de beslagrechter erin te onderzoeken of de hoofdveroordeling al dan niet werd nagekomen. De beslagrechter moet dus enkel vaststellen of aan de hoofdveroordeling is voldaan.
De beantwoording van die vraag onderstelt een toetsing van de opgelegde verplichting aan de uitvoering die hieraan gegeven is.
De dwangsom is enkel verbeurd wanneer de gewraakte handelswijze klaarblijkelijk, d.w.z. zonder redelijke discussie, een inbreuk op de opgelegde verplichting oplevert. Enkel in dat geval is er sprake van een inbreuk en wordt de dwangsom verbeurd. Is een redelijke discussie mogelijk, dan is de dwangsom niet verbeurd.
Als maatstaf van deze toetsing van de ter uitvoering van het vonnis verrichte handelingen, dient men het doel en de strekking van de veroordeling als richtsnoer te nemen, met dien verstande dat de veroordeling geacht moet worden niet verder te strekken dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel.
De beslagrechter kan niet om billijkheidsredenen de opeising van de dwangsom verhinderen, bijvoorbeeld omdat het bedrag buiten verhouding tot de gevolgen van de inbreuk is opgelopen. Wanneer de hoofdveroordeling niet wordt nagekomen, dan is de dwangsom verschuldigd.
Opdat de dwangsom zou worden verbeurd is geen weloverwogen bedoeling van de veroordeelde tot miskenning van het gerechtelijk gebod of verbod vereist.
De intentie of de morele ingesteldheid van de veroordeelde is niet relevant voor wat de verbeurte van de dwangsom betreft. Het feit dat de debiteur de verbintenis heeft willen uitvoeren staat de verbeuring van de dwangsom dan ook niet in de weg.
Wél behoort het tot de bevoegheid van de beslagrechter om na te gaan of de uitvoerbare titel waarin de hoofdveroordeling werd vastgelegd nog actueel of doeltreffend is.
De tenuitvoerlegging is slechts mogelijk voor zover de schuldvordering is vastgesteld in een akte die aan een bepaalde kwaliteit voldoet, derwijze dat de materiële juistheid van de aanspraken wordt vermeld. De vordering moet zodoende vervat zijn in een uitvoerbare titel.
Deze titel moet daarenboven de grondslag bieden voor een vaststaande, zekere en opeisbare schuldvordering.
Die beoordeling moet gebeuren naar het tijdstip waarop de uitvoeringshandeling (betekening van het bevel, beslag) werd verricht. In geval van verzet van de beslagene zal de beslagrechter moeten oordelen of op dat ogenblik aan de voorwaarden van artikel 1494 Ger.W. is voldaan.
Deze titel moet daarenboven voldoen aan de voorwaarde van actualiteit. De tenuitvoerlegging kan enkel gebeuren op grond van een titel die aan een bepaalde kwaliteit voldoen, derwijze dat over de schuldvordering naar aanleiding van de executie geen fundamenteel debat meer kan rijzen.
De uitvoerbare titel geeft echter enkel de positie van de partijen weer op het ogenblik van zijn ontstaan. Het is echter mogelijk dat die titel niet meer de juiste materieelrechtelijke verhouding weergeeft ten gevolge van later ingetreden omstandigheden.
De beslagrechter is bevoegd om te onderzoeken of de schuldvordering die uit de titel blijkt, is tenietgegaan na het ontstaan van de titel in welk geval de tenuitvoerlegging onrechtmatig zou zijn