Een rechtshandeling die ertoe strekt om rechtsregels of rechtsinstellingen die de openbare orde betreffen, af te wenden van het doel waarvoor deze zijn ingesteld, namelijk enkel om een onrechtmatig voordeel te verkrijgen uit de toepassing van een andere rechtsregel of rechtsinstelling die de openbare orde aanbelangt, heeft een ongeoorloofde oorzaak en is dus volstrekt nietig.
De regels inzake het afstammingsrecht en het Belgisch nationaliteits- en verblijfsrecht, die de staat van de persoon in respectievelijk de familie en de natie vaststellen, zijn van fundamenteel belang voor de ordening van de maatschappij, zodat zij de openbare orde raken.
Krachtens artikel 2 Oud Burgerlijk Wetboek kan door bijzondere overeenkomsten of, meer algemeen, door rechtshandelingen geen afbreuk worden gedaan aan de wetten die de openbare orde en de goede zeden betreffen.
Krachtens artikel 1131 Oud Burgerlijk Wetboek kan een rechtshandeling aangegaan uit een ongeoorloofde oorzaak geen gevolg hebben. Dit is het geval wanneer de determinerende beweegredenen strijdig zijn met de openbare orde of met dwingende wetsbepalingen.
Hieruit volgt dat de erkenning van een kind een ongeoorloofde oorzaak heeft en dus volstrekt nietig is, wanneer zij bedoeld is om de afstammingsregels aan te wenden in strijd met het doel waarvoor zij zijn ingesteld, namelijk enkel met het doel een verblijfsrechtelijk voordeel te verkrijgen dat verbonden is aan de vaststelling van een afstammingsband.
Iedere belanghebbende kan deze volstrekte nietigheid inroepen, die de maatschappelijke ordening wil beschermen, met inbegrip van de erkenner zelf die bewust een leugenachtige erkenning heeft gedaan met de bedoeling een verblijfsrechtelijk voordeel voor het kind te verkrijgen.
De schijnerkenner die middels leugenachtige verklaringen een kind heeft erkend met de bedoeling van het verwerven van een verblijfsrechtelijk voordeel, begaat een wetsontduiking en stelt een daad strijdig met de openbare orde. Toch kan deze schijnerkenner zelf de nietigheid van zijn eigen erkenning inroepen en zich op de strijdigheid met de openbare orde beroepen zelfs dus gegeven het door hem begane bedrog , nl. de erkenning van een kind waarvan hij wist dat het al een wettelijke vader zou hebben». Aldus kan de schijnerkenner op zijn eigen leugenachtige erkenning terugkomen» en kan hij leugenachtigheid van zijn erkenning aanwenden om deze erkenning nadien ongedaan te maken.