Belang kan worden gedefinieerd als ieder materieel of moreel – daadwerkelijk, maar niet theoretisch – voordeel dat de eiser kon halen uit de vordering die hij instelde, op het ogenblik waarop hij die vordering aanhangig maakte, zelfs zo de erkenning van het recht, de ontleding of de ernst van de schade slechts komen vast te staan op het ogenblik van de uitspraak van het vonnis
Het belang moet rechtstreeks en persoonlijk zijn. Om in rechte te kunnen optreden, moet men rechtstreeks en persoonlijk zijn geraakt in zijn eigen belangen.
Het belang van een rechtspersoon is datgene wat zijn bestaan, zijn materiële goederen en morele rechten, inzonderheid zijn vermogen, eer en goede naam raakt.
Het enkele feit dat de rechtspersoon een bepaald doel, ook al is het statutair, nastreeft, doet volgens het Hof van Cassatie het eigen belang, waarvan die persoon moet doen blijken om een rechtsvordering in te stellen, niet ontstaan. De krenking van de individuele belangen van de leden levert evenmin een persoonlijk belang op van de vereniging.
Door het opleggen van voorwaarden voor de uitoefening van een bepaald beroep ontstaat een voor dit beroep een kwaliteitsgarantie, wat de eer en goede naam van de beroepsvereniging ten goede komt. De beroepsvereniging zal bovendien meer leden krijgen en derhalve meer lidgelden kunnen innen, minstens bestaat de kans daartoe, zodat de uitvoering van de wet die beroepsvoorwaarden oplegt ook haar materiële belangen raakt.
Een vereniging die opleidingen voor het beroep organiseert heeft evenzeer belang bij regelgeving van het beroep.
Deze vereniging zou door het opleggen van een verplichte opleiding voor het gereguleerde beroep meer studenten kunnen aantrekken. Hierdoor zou zij niet alleen meer inkomsten kunnen genieten, maar zou zij ook meer faam verwerven. Minstens bestaat er ten nadele van deze vereniging een verlies van een kans daartoe.
Wat het belang van de beroepsverenigingen betreft dient tevens te worden gewezen op art. 10 van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen (BS 8 april 1898), dat een uitzondering inhoudt op het persoonlijk belang van de rechtspersoon. Voormeld artikel bepaalt het volgende: «De vereniging mag in rechte optreden, hetzij om te eisen, hetzij om te verweren, voor de verdediging van de persoonlijke rechten waarop haar leden aanspraak mogen maken als deelgenoten, onverminderd het recht voor die leden om rechtstreeks op te treden, zich bij het geding aan te sluiten of tussen te komen in de loop van het rechtsgeding (...)».
Gegrondheid van de vorderingen
De niet-uitvoering van de wet van kan een verzuim uitmaken van de Belgische Staat, dat bestaat in het foutief nalaten om verordenend op te treden.
Deze fout kan bestaan in het gebrek aan benoemingen of installatie van commissies of bv. ook benoemingen door de de Koning van de leden van een paritaire commissie.
Het is niet omdat de wet geen termijn bepaalt voor het benoemen van de paritaire commissie dat het nalaten tot uitvoering van de wet over te gaan geen fout van de Belgische Staat kan uitmaken. Het Hof van Cassatie oordeelde dat zelfs in de gevallen waarin geen wetsbepaling aan de uitvoerende macht een termijn voorschrijft om een verordening uit te vaardigen, het verzuim een fout kan zijn in de zin van art. 1382-1383 BW .
De redelijke termijn is overschreden wanneer de wet ruim tien jaar na publicatie nog niet is uitgevoerd.
Schade wordt gedefinieerd als elk geheel of gedeeltelijk verlies van een goed dat men bezit of een voordeel dat men mocht verwachten. De schade wordt dus uitgedrukt door het verschil tussen twee toestanden: enerzijds de reële toestand na de onrechtmatige daad en anderzijds de hypothetische toestand die er zou zijn geweest indien het schadeverwekkend feit niet had plaatsgevonden.
De schade dient aan volgende criteria te beantwoorden om te kunnen worden vergoed:
– de schade moet zeker zijn;
– het aangetast belang moet rechtmatig zijn;
– de schade moet persoonlijk zijn;
– de schade mag niet reeds vergoed zijn.
De schade van eisende partijen, zou zich niet hebben voorgedaan, indien de paritaire commissie was benoemd en haar werk zou hebben verricht, zoals bepaald in de wet van 29 april 1999.
Het causaal verband tussen de fout van de Belgische Staat en de door eisende partijen geleden schade staat derhalve vast.
d) Gepast schadeherstel
De aansprakelijke is ertoe gehouden de schade te herstellen. Door het herstel moet de benadeelde, voor zover mogelijk, geplaatst worden in de toestand waarin hij zich bevonden zou hebben, indien de schadeverwekkende handeling geen plaats had gehad.
De schadelijder kan vrij kiezen tussen het vorderen van een schadeherstel in natura of een uitvoering bij equivalent maar de feitenrechter is vrij de meest passende vorm van herstel te kiezen. Daarbij zal in principe en indien mogelijk, voor een schadeloosstelling in natura, aangepast aan de aard van de schade gekozen moeten worden.
Een symbolische vergoeding van 1 euro werd toegekend bij gebrek aan bewijs anders concreet becijfdere schade. Deze vergoeding is definitief.
Dwangsom
De benoeming van de paritaire commissie kan niet onmiddellijk worden gerealiseerd, maar is een proces dat enige tijd zal duren. De Belgische Staat schat deze tijd op drie maanden. De dwangsom zal pas verbeuren vanaf de derde maand na de betekening van het vonnis.