Het voorwerp van bij overeenkomst aangegane verbintenis(sen) – de beloofde prestatie(s) – moet bestaan of ten minste kunnen bestaan, bij gebreke waarvan de overeenkomst nietig is. Het voorwerp als geldigheidsvereiste van de overeenkomst moet op straffe van verval voortbestaan.
Rechtsverval doet zich van rechtswege voor wanneer een overeenkomst een essentiële bestaansvoorwaarde verliest, waardoor de uitvoering in natura van de desbetreffende verbintenis onmogelijk is geworden. Opdat er sprake zou zijn van rechtsverval, zijn volgende toepassingsvoorwaarden relevant:
– een geldig tot stand gekomen overeenkomst;
– het wegvallen van een essentiële bestaansvoorwaarde, al dan niet toerekenbaar aan één van partijen tijdens de uitvoeringsfase van de overeenkomst;
– de onmogelijkheid tot (verdere) uitvoering in natura.
Het verval is een wijze van beëindiging van een rechtshandeling ten gevolge van het wegvallen van voorwerp of oorzaak.
De regel dat overeenkomsten vervallen door het verdwijnen van hun voorwerp, heeft een algemeen karakter en is dus een algemeen rechtsbeginsel. Ongeacht de aansprakelijkheidsvraag gaat het contract teniet bij het teloorgaan van zijn voorwerp of bestaansreden
Het verval is te situeren in de uitvoeringsfase van een rechtshandeling, hoewel het afhangt van de al dan niet blijvende aanwezigheid van een geldigheidsvoorwaarde.
Ongeacht de aansprakelijkheidsvraag gaat een contract teniet bij het teloorgaan van zijn voorwerp of bestaansreden. Het betreft een vorm van tenietgaan ex nunc.
De contractpartij die het rechtsverval door een haar toerekenbare tekortkoming veroorzaakt, moet de daaruit voortvloeiende schade vergoeden.