Wraakporno is het verspreiden van seksuele foto’s of filmpjes zonder de toestemming van de afgebeelde persoon met de bedoeling deze te schaden. De daders beperken zich niet tot het verspreiden van beeldmateriaal maar voegen hieraan naam, telefoonnummer, e-mail, werkplek, adres en seksuele voorkeur.
Uit een cassatiearrest van 31/03/2015, bleek een lacune in de Belgische wet, waardoor bestraffing onmogelijk leek.
De wet van 1 februari 2016 inzake de niet-consensuele verspreiding van seksuele beelden verhielp aan deze tekortkoming
De nieuwe wettelijke bepalingen inzake wraakporno en voyeurisme ingevoegd in het strafwetboek door de wet van 01/02.2016:gewijzigd 04/05/2020
Art. 371/1.[1 § 1. Met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar wordt gestraft hij die:
1° een persoon observeert of doet observeren of van hem een beeld- of geluidsopname maakt of doet maken:
- rechtstreeks of door middel van een technisch of ander hulpmiddel;
- zonder de toestemming van die persoon of buiten zijn medeweten;
- terwijl hij ontbloot is of een expliciete seksuele daad stelt, en;
- terwijl hij zich in omstandigheden bevindt, waar hij in redelijkheid kan verwachten dat zijn persoonlijke levenssfeer niet zal worden geschonden;
2° beelden of een beeld- of geluidsopname van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt, zonder diens toestemming of buiten diens medeweten toont, toegankelijk maakt of verspreidt, ook al heeft die persoon ingestemd met het maken ervan.
§ 2. Er is sprake van de in paragraaf 1 bedoelde misdrijven zodra er begin van uitvoering is.
§ 3. Worden deze feiten gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, dan wordt de schuldige gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.
Is de minderjarige geen volle zestien jaar oud, dan is de straf opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar.
§ 4. Voor de in paragraaf 1, 2°, beoogde feiten die worden gepleegd op de persoon van een minderjarige, geldt een onweerlegbaar vermoeden van gebrek aan instemming.]1
----------
(1)<W 2020-05-04/16, art. 5, 142; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
Art. 371/2. [1 Met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van tweehonderd euro tot tienduizend euro wordt gestraft hij die feiten als bedoeld in artikel 371/1, § 1, 2°, heeft gepleegd met kwaadwillig opzet of uit winstbejag.
In de gevallen bedoeld in artikel 371/1, § 3, wordt de daarin bepaalde opsluitingsstraf toegepast en aangevuld met de geldboete bedoeld in het eerste lid.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2020-05-04/16, art. 6, 142; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
Art. 371/3. [1 Wordt gestraft met geldboete van tweehonderd euro tot vijftienduizend euro, eenieder die weigert technische medewerking te verlenen:
1° aan de mondelinge of schriftelijke bevelen die de procureur des Konings uitvaardigt overeenkomstig artikel 39bis, § 6, zesde lid, van het Wetboek van strafvordering, binnen de termijnen en volgens de voorwaarden die worden aangegeven in die vorderingen;
2° aan de uitvoering van de beslissing die is vervat in de beschikking van de rechtbank van eerste aanleg, als bedoeld in artikel 584, vijfde lid, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek, binnen de termijnen en volgens de voorwaarden die in die beschikking zijn bepaald.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2020-05-04/16, art. 7, 142; Inwerkingtreding : 01-07-2020>