Verplichting tot bemiddeling?
In elke stand van het geding, alsook in kort geding, behalve voor het Hof van Cassatie en voor de arrondissementsrechtbank, kan de rechter voor wie een zaak hangende is, op gezamenlijk verzoek van de partijen of op eigen initiatief maar met instemming van de partijen, een bemiddeling bevelen, zolang de zaak niet in beraad is genomen.
Wanneer de rechter van mening is dat een verzoening tussen de partijen mogelijk is, kan hij, ambtshalve of op verzoek van een van de partijen, op de inleidingszitting, op een zitting waarop de zaak wordt verdaagd naar een nabije datum of op een zitting die ten laatste op de laatste dag van de maand die volgt op die van de neerlegging van de eerste conclusies van de verweerder is bepaald, na de partijen gehoord te hebben, een bemiddeling bevelen. Indien alle partijen daartegen gekant zijn, kan de rechter geen bemiddeling bevelen.
Indien er ernstige aanwijzingen zijn dat de ene partij geweld, bedreigingen of enige andere vorm van druk gebruikt of heeft gebruikt ten aanzien van de andere partij, dan mag de rechter geen bemiddeling bevelen zonder zich ervan te vergewissen dat die laatste partij daar vrij in toestemt. Daartoe verzoekt hij om de mondelinge toestemming van die laatste partij, in afwezigheid van de andere partij.
De partijen of, in afwezigheid van partijen, hun advocaat kunnen de rechter gezamenlijk vragen om de bemiddelaar of de bemiddelaars die zij voordragen aan te wijzen. Tenzij de door de partijen voorgedragen bemiddelaar of bemiddelaars niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1726,Gerechtelijk Wetboek willigt de rechter dit verzoek in.
Indien de partijen geen overeenstemming bereiken over de aan te wijzen bemiddelaar of bemiddelaars, gaat de rechter over tot de aanwijzing van een bemiddelaar.
De partijen kunnen om een bemiddeling verzoeken, hetzij in de akte van rechtsingang, hetzij tijdens de zitting, hetzij bij een eenvoudig schriftelijk verzoek dat wordt neergelegd bij of gericht is aan de griffie. In dat laatste geval wordt de rechtsdag bepaald binnen vijftien dagen na het verzoek.
Uittreksel uit het gerechtelijk wetboek
Bemiddeling (art. 1723/1 tot 1737)
Wet 6 november 2022
teneinde te waarborgen dat de slachtoffers van geweld vooraf hebben ingestemd met een bemiddeling, een verzoening of een verwijzing naar een kamer voor minnelijke schikking
zie deze link
Rechtsleer
Patrick Senaeve, Bemiddeling, verzoeningspoging en minnelijke schikking tussen dader en slechtoffer van geweld. Commentaar bij de wet van 6 november 2022, T. Fam. 2023/1, 4