Uittreksel uit het WER
Afdeling 2. [
1 Misleidende marktpraktijken]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2019-04-04/53, art. 28, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.105.[
1 Als misleidend wordt beschouwd een marktpraktijk die gepaard gaat met onjuiste informatie en derhalve op onwaarheden berust of, zelfs als de informatie feitelijk correct is, een onderneming op enigerlei wijze, inclusief door de algemene presentatie, bedriegt of kan bedriegen ten aanzien van een of meer van de volgende elementen, en haar er zowel in het ene als in het andere geval toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen :
1° het bestaan of de aard van het product;
2° de voornaamste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico's, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procédé en datum van fabricage of verrichting, levering, geschiktheid voor het gebruik, gebruiksmogelijkheden, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, van het gebruik te verwachten resultaten, of de resultaten en wezenlijke kenmerken van op het product verrichte tests of controles;
3° de reikwijdte van de verplichtingen van de onderneming, de motieven voor de marktpraktijk en de aard van het verkoopproces, elke verklaring of symbool dat doet geloven dat de onderneming of het product sponsoring of directe of indirecte steun krijgt;
4° de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;
5° de noodzaak van een dienst, onderdeel, vervanging of reparatie;
6° de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de onderneming of haar tussenpersoon, zoals haar identiteit, vermogen, kwalificaties, status, erkenning, affiliatie, connecties, industriële, commerciële of intellectuele eigendomsrechten of haar bekroningen en onderscheidingen;
7° de rechten van de andere onderneming, of de risico's die zij eventueel loopt;
8° marketing van een product, onder andere door vergelijkende reclame, op zodanige wijze dat verwarring wordt geschapen met andere producten, handelsmerken, handelsnamen en andere onderscheidende kenmerken van een concurrent;
9° de niet-nakoming door de onderneming van verplichtingen die opgenomen zijn in een sectorale gedragscode waaraan zij zich heeft gebonden, voor zover het niet gaat om een intentieverklaring maar om een verplichting die verifieerbaar is;
10° het mededelen van afbrekende gegevens over een andere onderneming, haar goederen, diensten of activiteit.]
1 ----------
(
1)<W
2019-04-04/53, art. 29, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.105/1. [
1 Als misleidende omissie wordt beschouwd een marktpraktijk die in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden en de beperkingen van het communicatiemedium in aanmerking genomen, essentiële informatie welke de andere onderneming, naargelang de context, nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, weglaat en haar er toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen.
Als misleidende omissie wordt voorts beschouwd een marktpraktijk waarbij een onderneming essentiële informatie als bedoeld in het eerste lid, rekening houdend met de in die paragraaf geschetste details, verborgen houdt, op onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige wijze dan wel laattijdig verstrekt, of het oogmerk, indien dit niet reeds duidelijk uit de context blijkt, niet laat blijken, en de andere onderneming er zowel in het ene als in het andere geval toe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat zij anders niet had genomen.
Indien het voor de marktpraktijk gebruikte medium beperkingen qua ruimte of tijd meebrengt, wordt bij de beoordeling of er informatie werd weggelaten met deze beperkingen rekening gehouden, alsook met maatregelen die de onderneming genomen heeft om de informatie langs andere wegen ter beschikking te stellen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2019-04-04/53, art. 30, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.106. [
1 Onverminderd andere wettelijke of reglementaire bepalingen is verboden elke reclame van een onderneming die :
1° een factuur of gelijkaardig document waarbij om betaling wordt gevraagd, bevat, die of dat de indruk wekt dat het goed of de dienst reeds werd besteld, terwijl dat niet het geval is;
2° essentiële informatie over de gevolgen van het door de bestemmeling gegeven antwoord verborgen houdt of op weinig duidelijke wijze weergeeft, of die de eigenlijke commerciële bedoeling, wanneer die niet duidelijk blijkt uit de context, verborgen houdt of op weinig duidelijke wijze weergeeft.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. VI.107. [
1 Het is verboden voor een onderneming ofwel rechtstreeks, ofwel via een betalingsformulier, een bestelformulier, een factuur, een aanbod, algemene voorwaarden, een voorstel tot verbetering of elk ander soortgelijk document, adverteerders te werven om hen in gidsen, adressenbestanden, telefoonboeken of soortgelijke lijsten of bestanden op te nemen, zonder ondubbelzinnig aan te geven dat deze werving een aanbod van overeenkomst tegen betaling uitmaakt en zonder in het vet en in het grootste lettertype dat in het document wordt gebruikt de duur van de overeenkomst en de hieraan verbonden prijs te vermelden.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. VI.108.
(Hernummerd in artikel VI.109/3 bij W
2019-04-04/53, art. 31, 2°, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019)
Art. VI.109.[
1 Het is verboden een piramidesysteem op te zetten, te beheren of te promoten waarbij een onderneming tegen betaling kans maakt op een vergoeding die eerder [
2 voortkomt]
2 uit het aanbrengen van nieuwe ondernemingen in het systeem dan uit de verkoop of het verbruik van producten.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(
2)<W
2018-07-30/47, art. 9, 065; Inwerkingtreding : 15-09-2018>
Afdeling 3. [
1 Agressieve marktpraktijken]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2019-04-04/53, art. 32, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.109/1. [
1 Als agressief wordt beschouwd een marktpraktijk die, in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de onderneming met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan beperken, waardoor zij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat zij anders niet had genomen.
Voor de toepassing van deze afdeling dient onder ongepaste beïnvloeding te worden verstaan : het uitbuiten door een onderneming van een machtspositie ten aanzien van de andere onderneming om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, druk uit te oefenen op een wijze die haar vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2019-04-04/53, art. 33, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.109/2. [
1 Om te bepalen of er bij een marktpraktijk gebruik wordt gemaakt van intimidatie, dwang, inclusief lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, wordt rekening gehouden met :
1° het tijdstip, de plaats, de aard en de persistentie van de marktpraktijk;
2° het gebruik van dreigende of grove taal of gedragingen;
3° het bewust uitbuiten door de onderneming van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de onderneming kunnen beperken, met het oogmerk haar besluit met betrekking tot het product te beïnvloeden;
4° door de onderneming opgelegde, kosten meebrengende of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen ten aanzien van rechten die de andere onderneming uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere onderneming te kiezen;
5° het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen;
6° de contractuele positie van een onderneming ten aanzien van de andere onderneming.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2019-04-04/53, art. 34, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. VI.109/3.[
2 Oud Artikel VI.108]
2 [
1 Het is verboden voor een onderneming om aan een andere persoon, zonder dat deze hierom eerst heeft verzocht, enig goed toe te zenden, met het verzoek dit tegen betaling van zijn prijs te verwerven, het te bewaren of het, zelfs kosteloos, aan de afzender terug te zenden.
Het is eveneens verboden voor een onderneming om aan een andere persoon, zonder dat deze hierom eerst heeft verzocht, enige dienst te verlenen met het verzoek die dienst, tegen betaling van zijn prijs, te aanvaarden.
[
2 ...]
2 In geen geval is de geadresseerde verplicht de verleende dienst of het toegezonden goed te betalen noch het terug te zenden. Het feit dat de geadresseerde niet reageert op de prestatie van de dienst of de levering van het goed betekent niet dat hij er mee instemt.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(
2)<W
2019-04-04/53, art. 31, 080; Inwerkingtreding : 01-09-2019>