BOEK I. - REGELS BETREFFENDE DE IN ARTIKEL 17, § 2, VAN DE WET BEDOELDE VEREENVOUDIGDE BOEKHOUDING VOOR DE VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERK.
TITEL I. - Algemene beginselen inzake het voeren van de boekhouding.
HOOFDSTUK I. - Boekhouding.
Afdeling I. - Algemene regels.
Artikel 1. De boekhouding moet aangepast zijn aan de aard en de omvang van de activiteiten van de vereniging.
Art. 2. De verrichtingen die betrekking hebben op mutaties in contant geld of op rekeningen worden zonder vertraging, getrouw en volledig en naar tijdsorde ingeschreven in een ongesplitste dagboek volgens het (...) model uit bijlage A bij dit besluit. <KB 2006-09-15/79, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-10-2006>
Afdeling II. - Het dagboek.
Art. 3.§ 1. Het in artikel 2 bedoelde dagboek is genummerd en wordt geïdentificeerd door de naam van de vereniging.
§ 2. (Het dagboek mag worden gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers of door middel van geïnformatiseerde systemen.
Indien het wordt gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers, moet het voor het eerste gebruik en vervolgens ieder jaar worden ondertekend door de perso(o)n(en) die de vereniging ten aanzien van derden vertegenwoordig(t)(en).) <KB 2006-09-15/79, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-10-2006>
§ 3. Het dagboek wordt bijgehouden naar tijdsorde, zonder witte vakken, noch weglatingen, opdat de materiële continuïteit, alsook de regelmatigheid en de onomkeerbaarheid van de boekingen gewaarborgd zouden zijn. Bij correctie moet de oorspronkelijke boeking leesbaar blijven.
§ 4. (Het originele dagboek gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers moet gedurende [1 zeven]1 jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de afsluiting ervan.
Indien het dagboek wordt gehouden door middel van geïnformatiseerde systemen, moet de voor het bewaren gebruikte drager de onveranderlijkheid en de toegankelijkheid van de gegevens die erin geregistreerd zijn verzekeren gedurende de volledige bewaringstermijn opgelegd in het vorige lid.) <KB 2006-09-15/79, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-10-2006>
----------
(1)<KB 2009-09-27/15, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-10-2009>
Afdeling III. - Verantwoordingsstukken.
Art. 4.Elke boeking geschiedt aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk, waarnaar zij moet verwijzen.
De originele verantwoordingsstukken of een afschrift ervan wordt methodisch opgeborgen en [1 zeven]1 jaar bewaard, in origineel of in afschrift. Stukken die niet strekken tot bewijs jegens derden, worden drie jaar bewaard.
----------
(1)<KB 2009-09-27/15, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 22-10-2009>
HOOFDSTUK II. - Inventaris.
Art. 5. Ten minste eens per jaar worden, voorzichtig, oprecht en te goeder trouw, de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen verricht om op de gekozen datum de inventaris op te maken van de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook, van de vereniging.
Art. 6. De raad van bestuur van de vereniging bepaalt de regels die, rekening houdend met de kenmerken van de vereniging, ten grondslag liggen aan de waarderingen in de inventaris.
Deze regels zijn samengevat in de toelichting. Deze samenvatting moet voldoende nauwkeurig zijn teneinde de toegepaste waarderingsmethodes te kunnen beoordelen.
Art. 7. De in artikel 6 bedoelde waarderingsregels en de toepassing ervan moeten voor alle boekjaren dezelfde zijn.
Zij worden evenwel aangepast ingeval zij niet langer de mogelijkheid bieden om voorzichtig, oprecht en te goeder trouw de in artikel 5 bedoelde verrichtingen uit te voeren.
Deze aanpassingen worden vermeld en verantwoord in de toelichting. De inschatting van de invloed van deze aanpassingen wordt vermeld in de toelichting betreffende de rekeningen van het boekjaar waarin deze aanpassing voor het eerst werd ingevoerd.
Art. 8. De waarderingen moeten beantwoorden aan de criteria van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw.
TITEL II. - Jaarrekening.
HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen.
Art. 9. De in de artikelen 17, § 1, en 26novies, § 1, 5°, van de wet bedoelde jaarrekening bevat de staat van ontvangsten en uitgaven alsook de toelichting. Deze stukken vormen een geheel. De jaarrekening wordt in euro geformuleerd, zonder decimalen.
Art. 10. De jaarrekening wordt opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van deze titel.
Art. 11. De jaarrekening wordt voorzichtig, oprecht, te goeder trouw en duidelijk opgemaakt.
Ingeval de toepassing van de bepalingen van deze titel niet volstaat om te voldoen aan dit bepaalde, moeten in de toelichting bijkomende inlichtingen worden verschaft.
HOOFDSTUK II. - Staat van de ontvangsten en uitgaven.
Art. 12. De staat van de ontvangsten en de uitgaven vloeit rechtstreeks voort uit het in artikel 2 bedoelde dagboek.
De staat moet voor het afgesloten boekjaar stelselmatig de aard en het bedrag van de ontvangsten en de uitgaven van de vereniging vermelden.
Enige compensatie tussen ontvangsten en uitgaven is verboden.
De staat van ontvangsten en uitgaven moet overeenkomstig het minimaal schema in bijlage B van dit besluit worden opgemaakt.
HOOFDSTUK III. - Toelichting.
Art. 13. De toelichting bevat de inlichtingen zoals bepaald in de artikelen 6, 7, 11 en 14, alsook een staat van het vermogen van de vereniging. Zij moet worden opgemaakt overeenkomstig het minimaal schema in bijlage C van dit besluit.
Art. 14. De staat van het vermogen vloeit rechtstreeks voort uit de in artikel 5 bedoelde inventaris.
De staat moet op de datum van de afsluiting van het boekjaar stelselmatig de aard en het bedrag van het geheel van de bezittingen en van de schulden van de vereniging vermelden. De onroerende goederen, de machines, de roerende goederen en het rollend materieel dat niet in volle eigendom is van de vereniging moeten evenwel enkel worden opgenomen in de staat van het vermogen indien zij signifiant zijn. Ingeval de raad van bestuur van oordeel is dat bepaalde bezittingen niet signifiant zijn, wordt zulks in de toelichting verantwoord. De moeilijk waardeerbare bezittingen worden pro memorie in de staat van het vermogen opgenomen en op gepaste wijze in de toelichting vermeld.
De staat van het vermogen moet bovendien de rechten en de verplichtingen vermelden die een belangrijke invloed kunnen hebben op de financiële toestand van de vereniging. Ingeval deze rechten en verplichtingen niet in cijfers kunnen worden vertaald, worden zij enkel op passende wijze in de toelichting vermeld.
BOEK II. - MOGELIJKHEID OM ZICH TE ONDERWERPEN AAN DE BOEKHOUDKUNDIGE VERPLICHTINGEN OPGELEGD AAN DE VERENIGINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 17, § 3, VAN DE WET.
Art. 15. Een vereniging die niet beantwoordt aan de criteria bedoeld in artikel 17, § 3, van de wet en derhalve haar boekhouding kan voeren en haar jaarrekening kan opmaken overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, kan evenwel beslissen zich vrijwillig te onderwerpen aan de verplichtingen die voor de verenigingen zonder winstoogmerk bedoeld in artikel 17, § 3, van de wet voortvloeien uit de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, zoals gewijzigd door de Koning krachtens artikel 17, § 3, tweede lid van de wet.
In dit geval past de vereniging het geheel van de bepalingen toe die gelden voor deze verenigingen en maakt zij haar jaarrekening volgens hetzelfde schema, verkort of volledig, bekend gedurende ten minste drie opeenvolgende boekjaren.
De beslissing wordt vermeld en verantwoord in de toelichting bij de jaarrekening en geeft de belangrijkste gevolgen op voor de vereniging.
Ingeval de vereniging later beslist haar boekhouding opnieuw te voeren volgens het model omschreven in Boek I van dit besluit, is het derde lid van toepassing.
BOEK III. - REGELS BETREFFENDE DE VEREENVOUDIGDE BOEKHOUDING, INZAKE RESPECTIEVELIJK DE STICHTINGEN EN DE INTERNATIONALE VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERK, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 37, § 2, EN 53, § 2, VAN DE WET.
Art. 16. De voormelde bepalingen zijn van toepassing op de stichtingen en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk die niet zijn bedoeld in de artikelen 37, § 3, en 53, § 3, van de wet.
BOEK IV. - DIVERSE BEPALINGEN.
Art. 17. Dit besluit treedt in werking op hetzelfde tijdstip als de wetsbepalingen waarvan het de tenuitvoerlegging regelt.
Art. 18. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 26 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage A. - Bijlage A bij het koninklijk besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen : genormaliseerd minimaal model van dagboek. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 11-07-2003, p. 37660.)
<Gewijzigd bij : >
<KB 2006-09-15/79, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-10-2006>
Art. N2. Bijlage B. - Bijlage B bij het koninklijk besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen : genormaliseerd minimaal schema van de staat van de ontvangsten en uitgaven.
Uitgaven Ontvangsten
Goederen en diensten Lidgeld
Bezoldigingen Schenkingen en legaten
Diensten en diverse goederen Subsidies
Andere uitgaven Andere ontvangsten
Totaal uitgaven Totaal ontvangsten
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen.
Gegeven te Brussel, op 26 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Art. N3. Bijlage C. - Bijlage C bij het koninklijk besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen : schema van de bijlage.
1. Samenvatting van de waarderingsregels (art. 6).
2. Aanpassing van de waarderingsregels (art. 7).
3. Bijkomende inlichtingen (art. 11).
4. Genormaliseerd minimaal schema van de staat van het vermogen (art. 14).
Bezittingen Schulden
Onroerende goederen (terreinen, ...) Financiele schulden
- behorend tot de vereniging in volle
eigendom
- andere
Machines Schulden ten aanzien van
- behorend tot de vereniging in volle leveranciers
eigendom
- andere
Roerende goederen en rollend materieel Schulden ten aanzien van
- behorend tot de vereniging in volle leden
eigendom
- andere
Stocks Fiscale, salariele en
sociale schulden
Schuldvorderingen
Geldbeleggingen
Liquiditeiten
Andere activa Andere schulden
Rechten Verplichtingen
Beloofde subsidies Hypotheken en
hypotheekbeloften
Beloofde schenkingen Gegeven waarborgen
Andere rechten Andere verbintenissen
5. Belangrijke rechten en verplichtingen die niet in cijfers kunnen worden weergegeven (art. 14).
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen.
Gegeven te Brussel, op 26 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN