Een extra wapen in grensoverschrijdende conflicten per 2017: het Europees Bankbeslag
Tot voor kort was het lastig om beslag te leggen op de bankrekeningen van een schuldenaar die worden aangehouden bij een Europese bank in een andere lidstaat. Hierin is sinds gisteren – woensdag 18 januari 2017 – verandering in gekomen.
Op dat moment is namelijk de invoeringswet van de Europese Verordening (EU 655/2014) officieel in werking getreden. Met deze verordening is het voor schuldeisers mogelijk om in iedere lidstaat van de EU – Denemarken en Groot-Brittannië daargelaten – conservatoir beslag te leggen op bankrekeningen van hun schuldenaar die zich bevinden in een andere lidstaat. Dit kan met een zogeheten European Account Preservation Order (“EAPO”). In dit artikel worden de belangrijkste onderdelen van deze Verordening besproken.
Nederlands conservatoir bankbeslag
Het Nederlandse rechtssysteem biedt schuldeisers ruime mogelijkheden om verhaal van vorderingen zeker te stellen. Op relatief eenvoudige wijze kan in Nederland beslag worden gelegd (voor, tijdens of na eventuele procedure) op tegoeden, die een schuldenaar houdt op een bankrekening bij een in Nederland gevestigde bank. Nederland is op dit punt redelijk uniek. Tegenover een in het buitenland gevestigde schuldenaar staat een schuldeiser echter vaak machteloos. Tot nu moesten schuldeisers nog naar de rechter stappen in het land van vestiging van de schuldenaar. Dit proces neemt veel tijd in beslag, kan complexe situaties opleveren in verband met verschillende nationale regels en kan daarbij zelfs ook financieel ongunstig uitpakken: de kosten voor beslaglegging zijn niet in alle Europese landen hetzelfde. In sommige landen is een conservatoir beslag zelfs in het geheel niet mogelijk. Met het Europees bankbeslag wordt het mogelijk om bij een Nederlandse rechter een EAPO te verkrijgen voor beslaglegging op de bankrekening van een schuldenaar in een andere lidstaat. De komst van de EAPO kan dan ook de manier zijn om verhaalzoekende schuldeisers een makkelijker middel te geven om ook in andere lidstaten bankbeslag te kunnen leggen.
European Account Preservation Order
Een EAPO kan voor, tijdens of na een procedure in een grensoverschrijdende burgerlijke- of handelszaak door middel van een standaardformulier worden aangevraagd. Dit kan zelfs zonder tussenkomst van een advocaat. Van “grensoverschrijdend” is in de zin van deze Verordening sprake als (i) de bankrekening van de schuldenaar zich in een andere lidstaat bevindt dan de lidstaat waar de EAPO wordt aangevraagd of (ii) wanneer de bankrekening zich bevindt in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de schuldeisers woonplaats heeft of gevestigd is.
De Verordening stelt een Nederlandse partij met ingang van deze Verordening in staat om een EAPO aan te vragen bij een Nederlandse rechtbank. Dit onder de voorwaarde dat de schuldenaar geen consument is; in dat geval geldt dat de rechtbank van de woonplaats van de consument bevoegd is. De door de nationale rechter gegeven EAPO is vervolgens uitvoerbaar in de betrokken lidstaat. Het is dan ook niet meer nodig om ingewikkelde procedures door te lopen in een andere lidstaat om beslag te kunnen leggen op een bankrekening van een in het buitenland gevestigde schuldenaar: de procedure tot het aanvragen van de EAPO is in de gehele Europese Unie hetzelfde.
Nederlands conservatoir beslag en de EAPO: de verschillen
Niet alleen de wijze van het aanvragen van een EAPO verschilt van de Nederlandse procedure voor het verkrijgen van verlof tot het leggen van conservatoir beslag. Hieronder bespreken wij de overige meest in het oog springende verschillen tussen beide procedures:
1. Vrees voor verduistering
Bij het aanvragen van een verlof voor het leggen van conservatoir bankbeslag is het in Nederland niet nodig om te stellen dat er een zogeheten ‘vrees voor verduistering’ bestaat. De rechter zal een EAPO echter slechts kunnen afgeven als de schuldeiser bewijst dat er een dringende behoefte bestaat om het beslag te leggen, rekening houdend met het feit dat een latere inning van de inning van de vordering onmogelijk zou kunnen worden gemaakt.
2. Zekerheidsstelling
Een belangrijk verschil (lees: nadeel) met de Nederlandse procedure is dat, wanneer er nog geen gerechtelijke uitspraak is in het geschil dat partijen verdeeld houdt, de aanvrager van een EAPO zekerheid moet stellen. Deze zekerheid dient ter dekking van de schade die eventueel het gevolg is van het beslag. Bij wijze van uitzondering kan de rechter afzien van het stellen van zekerheid. De Nederlandse procedure tot het leggen van conservatoir beslag stelt deze eis niet. Een rechter kán de voorwaarde stellen dat zekerheid gesteld moet worden, maar dit is eerder uitzondering dan regel.
3. Vatbaarheid voor beslag
Wanneer in de Nederlandse procedure tot het leggen van conservatoir bankbeslag verlof wordt verleend, wordt in beginsel het gehele tegoed van de schuldenaar getroffen. Het beslag is dan niet beperkt tot het bedrag waarvoor beslag is gelegd. Hier wijkt het Europese bankbeslag ook af van de Nederlandse. Een EAPO blokkeert de beslagen bankrekening namelijk slechts tot de hoogte van het bedrag dat in de aanvraag is opgenomen.
4. Inlichtingen rekeninginformatie
Een belangrijk voordeel van de Verordening ten opzichte van het Nederlandse beslagrecht is dat een schuldeiser die al een executoriale titel heeft een verzoek kan doen tot het verstrekken van informatie over de bankrekeningen die de schuldenaar in een andere lidstaat aanhoudt. Als dit verzoek door de bevoegde rechter wordt gehonoreerd, dan verkrijgt de rechter van de informatieverstrekkende instantie in de betreffende lidstaat informatie over de bank en het IBAN nummer waar de schuldenaar in die lidstaat gebruik van maakt. Dit maakt het beslag moeten leggen onder alle grootbanken om zo een kans op succes te hebben – de truc die in Nederland nog wel eens wordt gebruikt – overbodig.
5. Termijn derdenverklaring
Na het leggen van beslag moet de betrokken bank binnen 3 werkdagen laten weten of, en in hoeverre het beslag doel heeft getroffen door middel van de zogeheten “derdenverklaring”. Dit terwijl de banken in een Nederlandse beslagprocedure een dergelijke verklaring moeten afgeven ‘zodra vier weken zijn verstreken na het leggen van het beslag’. In het Nederlandse verlof wordt meestal bepaald dat binnen 14 dagen een procedure in de hoofdzaak moet worden gestart, terwijl de bank dus pas vier weken na het leggen van het beslag een derdenverklaring hoeft af te geven. De snelle termijn waarin de derdenverklaring wordt afgegeven bij het Europese bankbeslag is gunstig voor de schuldeiser: hij kan immers snel bepalen of het voeren van een procedure zinvol is.
Conclusie
De zekerheidsstelling en het moeten bewijzen van een “vrees voor verduistering” zal een drempel vormen voor schuldeisers om gebruik te maken van de EAPO. Hoe dan ook lijkt het EAPO een welkome aanvulling op het arsenaal aan verhaalsmogelijkheden van schuldeisers in een grensoverschrijdend conflict. De tijd zal het ons leren of het Europese bankbeslag een succes blijkt.
Vragen? Stel ze gerust!
Uiteraard zijn wij graag bereid om vragen over het Europese bankbeslag te beantwoorden.