Gent in oorlog: het verhaal van Marcel Storme

© Lies Willaert

Het statige herenhuis van de vermaarde Gentse advocaat en professor in ruste Marcel Storme is een stenen getuige van bewogen jaren, zoals die tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Stad in oorlog: zeven steden, zeven verhalen

‘Ik heb dat ook meegemaakt.’ Zo begonnen veel e-mailberichten en brieven van mensen die de voorbije maanden een van de Knack-stedenspecials over de Tweede Wereldoorlog hadden gelezen. En dan volgde meestal hun eigen relaas. Over honger en bombardementen, over een naargeestige of avontuurlijke kindertijd, over helden en verraders ook. Na al die jaren zijn ze het nog niet vergeten. Dat kunnen ze niet.

Maar niet alleen overlevenden van WOII blijven geboeid door die periode. Ook jonge mensen, die zijn opgegroeid met de verhalen van hun grootouders. Want ook zij beseffen heel goed dat de gebeurtenissen uit 1940-1945 nog altijd grote invloed hebben op de verhoudingen binnen families, dorpen en steden en zelfs binnen het hele land.

Omdat veel lezers ook lieten weten niet alleen geïnteresseerd te zijn in het wedervaren van hun eigen thuisstad, zijn alle plaatselijke edities nu gebundeld in Stad in oorlog, een magaboek met oorlogsverhalen uit Antwerpen, Gent, Brussel, Kortrijk, Brugge, Hasselt en Leuven. Daarin geven historici hun vaak verrassende visie op de oorlogsjaren en komen ook de getuigen zelf aan het woord. Zo tekenden we onder meer de herinneringen op van Lode Wils, Andries Van den Abeele en Marcel Storme. Fotografe Lies Willaert zocht het voorbije jaar dan weer plekken op die tijdens de Tweede Wereldoorlog het decor vormden voor historische foto’s. Daar deed ze het werk van haar verre voorgangers nog eens over. Op dezelfde plek, vanuit hetzelfde camerastandpunt maar dan wel met de blik van iemand die pas vele jaren na de oorlog is geboren.

Ann Peuteman

Het statige herenhuis van de vermaarde Gentse advocaat en professor in ruste Marcel Storme is een stenen getuige van bewogen jaren, zoals die tijdens de Tweede Wereldoorlog.

‘Het nieuws van de Duitse inval op 10 mei 1940 vernamen we via de radio. Toegegeven, met mijn kinderlijke fantasie keek ik uit naar die ranke, opmarcherende Duitsers. Wie weet zouden ze zelfs zingen. Mijn moeder was bijzonder ontstemd over mijn houding en dat leverde me een uitzonderlijk stevige oorveeg op. Mijn vader trok zich terug in de tuin en barstte in tranen uit, want zoveel beloftevolle jongeren dreigden de dood te worden ingejaagd. Vader wist wat oorlog betekende. Hij had de Grote Oorlog al meegemaakt, zij het niet aan het front.

In de namiddag van 20 mei bracht het Gentse stadsbestuur door middel van een affiche de bevolking namens het Belgische leger op de hoogte van het opblazen van de Gentse waterbruggen. Daarmee dacht men de oprukkende Duitsers de pas te kunnen afsnijden. Zowel de Verlorenkostbrug als de Agnetebrug lag vlak bij ons huis op de Coupure Links. Ons werd verzocht onze biezen te pakken, terwijl we alle vensters met plakpapier bedekten. Met mijn ouders en twee zussen nam ik mijn intrek in de woning van vrienden die ondertussen op de vlucht waren geslagen. Intussen kampeerden eerst Belgische en daarna Duitse soldaten in mijn ouderlijk huis. Toen we een drietal maanden later terugkeerden, troffen we er een puinhoop aan. In tegenstelling tot de Duitsers hadden de Belgische soldaten zich lelijk misdragen. En door de ontploffing van de bruggen lag ons dierbare glasraam aan scherven. Achteraf beschouwd was de militaire operatie compleet nutteloos – alsof men daarmee de Duitsers een halt had kunnen toeroepen.

Telkens als er bombardementen in de lucht hingen, deed het stadsbestuur de sirenes loeien. Op dat moment kwamen de buren in dekens gehuld naar onze voordeur. Bij nachtelijk bomalarm fonkelden hun silhouetten door de verduisterde straten. Om luchtaanvallen te vermijden was de stad immers onverlicht. Precies daarom verplaatsten de mensen zich ’s avonds met behulp van groen oplichtende, met fosfor gevulde kokardes, die ze in het linkerknoopsgat van hun mantel droegen.

Meestal bleef de alarmfase tot enkele uren beperkt. Ondertussen schuilde in onze kelder een gemengd publiek. Er deden allerlei wilde verhalen de ronde en er werden meeslepende ervaringen uitgewisseld. Merkwaardig is dat die sirenes tot vandaag in mijn hoofd nagalmen. Af en toe hoor ik zelfs nog het helse lawaai van de bombardementen.’

Eric Van De Casteele

Stad in oorlog ligt vanaf 20 oktober in de krantenwinkel en kost 7,95 euro. Abonnees betalen 4,95 euro met de voordeelbon in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content