Het verval is een beveiligingsmaatregel en geen straf. De rechter kan deze maatregel dan ook niet opleggen om het gedrag van de betrokkene te sanctioneren.
Het uitspreken van deze beveiligingsmaatregel vereist de ondubbelzinnige vaststelling dat de betrokkene lichamelijk of geestelijk ongeschikt is tot het besturen van een motorvoertuig, alsook de grond voor die beslissing.
De rechter moet in zijn beslissing de gegevens vermelden waaruit hij de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig afleidt.
Volgens artikel 42, derde lid, Wegverkeerswet is de duur van het verval van het recht tot sturen afhankelijk van het bewijs dat de betrokkene niet meer ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen.
Artikel 44, eerste lid, Wegverkeerswet bepaalt dat hij die wegens een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid vervallen is verklaard van het recht tot sturen, na minstens zes maanden te rekenen vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, een herziening kan vragen. Het staat dan aan de bevoegde rechter te oordelen of de betrokkene nog steeds lichamelijk of geestelijk ongeschikt is tot het besturen van een motorvoertuig.
De rechter oordeelt in beginsel onaantastbaar of die lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig vaststaat op het ogenblik van zijn beslissing. Hij kan voor dat oordeel steunen op alle hem regelmatig overgelegde gegevens waarover de betrokkene tegenspraak heeft kunnen voeren. Een medisch, psychologisch of psychiatrisch deskundigenonderzoek is niet noodzakelijk, maar kan in het licht van de omstandigheden aangewezen zijn.
De rechter kan zijn oordeel over het voorhanden zijn van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig gronden of medegronden op gerechtelijke veroordelingen, voor zover uit de aard van de bewezenverklaarde misdrijven een dergelijke ongeschiktheid kan worden afgeleid, zoals onder meer veroordelingen waaruit een verslaving blijkt aan alcohol, medicijnen of drugs. Het loutere bestaan van een dergelijke veroordeling volstaat daartoe niet.
De rechter kan de toestand van lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig evenwel niet afleiden uit het gegeven dat een veroordeelde herhaaldelijk werd veroordeeld wegens overtredingen van de Wegverkeerswet of de uitvoeringsbesluiten ervan. Het doel van de door artikel 42 Wegverkeerswet bedoelde maatregel de samenleving te beschermen laat immers niet toe deze maatregel, die een verplicht karakter heeft, toe te passen buiten de door de wetgever bepaalde strikte voorwaarde van een daadwerkelijke lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig.
Het verval van het recht tot sturen is uitgesproken door een rechter en heeft als resultaat dat de veroordeelde wordt belet om motorvoertuigen te besturen (ook de voertuigen waarvoor geen rijbewijs is vereist) tijdens een periode die kan variëren van 8 dagen tot levenslang.
Deze veroordeling kan worden beperkt tot bepaalde categorieën van wagens.
ER BESTAAN TWEE TYPES VERVAL:
1. Het verval als straf uitgesproken door de rechter in geval van een overtreding (art. 38 van de wet: “De uitgesproken vervallenverklaringen bedragen ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar, zij kunnen evenwel worden uitgesproken voor een periode van meer dan vijf jaar of voorgoed bij recidive binnen de drie jaar”)
Aan deze veroordeling kunnen een aantal voorwaarden worden verbonden: verplicht afleggen van herstelexamens, beperking van het verval tot bepaalde categorieën van voertuigen, beperking van het verval tot het weekend en de feestdagen.
2. Verval wegens lichamelijke ongeschiktheid moet worden uitgesproken wanneer, naar aanleiding van een veroordeling wegens overtreding van de politie over het wegverkeer of wegens een verkeersongeval te wijten aan het persoonlijke toedoen van de dader, de schuldige lichamelijk ongeschikt wordt bevonden tot het besturen van een motorvoertuig (art. 42 van de wet: “Het verval wordt uitgesproken, hetzij voorgoed, hetzij voor een termijn gelijk aan de waarschijnlijke duur van de ongeschiktheid”).
(Art. 44 van de wet: “Hij die wegens lichamelijke ongeschiktheid van het recht tot sturen vervallen is verklaard, kan na twee jaar om opheffing van het verval verzoeken indien aan zijn ongeschiktheid een einde is gekomen. Wordt het verzoek afgewezen, dan kan een nieuw verzoek worden ingediend na twee jaar.”)
AANVANG VAN HET VERVAL
- Elk verval dat als straf is uitgesproken, gaat in de vijfde dag na die waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde heeft gedaan (art. 40 van de wet).
- Het verval van het recht tot sturen (wegens lichamelijke ongeschiktheid) van de bestuurder gaat in bij de uitspraak van de beslissing wanneer deze op tegenspraak is gewezen en bij de betekening wanneer zij bij verstek is gewezen, niettegenstaande voorziening (art. 43 van de wet).
INLEVERING VAN HET RIJBEWIJS BIJ DE GRIFFIE
(Artikel 67 van het KB van 23/03/1998). Hij die een verval van het recht tot sturen heeft opgelopen, is gehouden bij de griffier van het gerecht dat de beslissing heeft uitgesproken, te laten toekomen, naargelang het geval:
1° het rijbewijs waarvan hij houder is, wanneer het gaat om verval van het recht tot sturen van
een motorvoertuig waarvoor het document is afgegeven;
2° het voorlopige rijbewijs waarvan hij houder is.
Deze formaliteit moet vervuld worden binnen de 4 dagen na de dag waarop het openbaar ministerie de kennisgeving aan de veroordeelde heeft gedaan, overeenkomstig artikel 40 van de wet of, in geval van verval uitgesproken wegens lichamelijke ongeschiktheid, binnen de 4 dagen na de uitspraak van de beslissing wanneer deze op tegenspraak is gewezen, of na de betekening wanneer zij bij verstek is gewezen niettegenstaande voorziening; zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen zijn in deze termijn niet begrepen.
VERVAL MET VOORWAARDEN
De rechter kan voorwaarden verbinden aan het verval:
• EXAMENS TOT HERSTEL IN HET RECHT TOT STUREN:
De rechter kan het herstel in het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor een of meer examens en onderzoeken.
- Theoretisch examen
- Praktisch examen
- Geneeskundig onderzoek
- Psychologisch onderzoek
In dit geval is het herstel in het recht tot sturen enkel mogelijk wanneer men is geslaagd voor de examens en onderzoeken.
• BEPERKING VAN HET VERVAL TOT BEPAALDE CATEGORIEËN:
De rechter kan het verval tot bepaalde categorieën beperken. In dat geval levert de gemeente een rijbewijs “op proef” af met vermelding van enkel de categorieën waarop het verval geen betrekking heeft (zie verder) op basis van het formulier in bijlage 1 op het einde van dit hoofdstuk.
Tot 1 maart 2007 geeft de gemeente bij het herstel in het recht tot sturen een duplicaat van het originele rijbewijs af en wordt het rijbewijs op proef ingeleverd.
Vanaf 1 maart 2007 kan de vervallenverklaarde zijn originele rijbewijs dat ter griffie is neergelegd, terugkrijgen.
• BEPERKING VAN HET VERVAL TOT WEEKENDS EN FEESTDAGEN:
De rechter kan bevelen dat het verval enkel wordt uitgevoerd:
- van vrijdag 20 u. tot zondag 20 u.
- vanaf 20 u. op de vooravond van een feestdag tot 20 u. op de feestdag zelf (art. 38 van de wet).
In dat geval levert de gemeente een rijbewijs “op proef” af met vermelding van code 200 (zie verder) op basis van het formulier in bijlage 2 op het einde van dit hoofdstuk.
Let op: men moet het aantal feestdagen, zaterdagen en zondagen optellen om te komen tot het aantal dagen of maanden waartoe de vervallenverklaarde is veroordeeld.
Voorbeeld: een verval van 20 dagen, uitvoerbaar tijdens de weekends en feestdagen, komt overeen met 10 weekends of 8 weekends en 2 feestdagen enz... afhankelijk van de kalender
Tot 1 maart 2007 geeft de gemeente bij het herstel in het recht tot sturen een duplicaat van het originele rijbewijs af en wordt het rijbewijs op proef ingeleverd.
Vanaf 1 maart 2007 kan de vervallenverklaarde zijn originele rijbewijs dat ter griffie is neergelegd, terugkrijgen.