Een commissionair, in het bijzonder een commissionair-expediteur stelt onvermijdelijk ook een aantal materiële handelingen.
“Kenmerkend voor een commissieovereenkomst is immers dat de commissionair niet alleen gehouden is tot het sluiten van de overeenkomst, maar ook de uitdrukkelijke verplichting heeft om de gesloten overeenkomst uit te voeren. In dit kader is hij verplicht alle materiële handelingen te verrichten die op grond van de handelgebruiken en het normale gedrag van een zorgvuldige handelaar nauw verbonden zijn met de opgedragen rechtshandeling en noodzakelijk zijn om deze uit te voeren. In het kader van een aan- of verkoopcommissie staat hij bijvoorbeeld in voor het zoeken van een derde, het vaststellen van de verkoopvoorwaarden, het in ontvangst nemen van de prijs, het leveren of in ontvangst nemen van een levering, het bewaren van de goederen en het controleren van de kwaliteit van de levering. Zelfs wanneer deze materiële handelingen een belangrijk aandeel vormen van zijn werkzaamheden worden zij door de meerderheidsopvatting als bijkomstig aan de opdracht tot het verrichten van een rechtshandeling beschouwd. Zij zullen dus geen ontdubbeling van de overeenkomst tot gevolg hebben in een afzonderlijke bewaargeving, huur van werk of vervoerovereenkomst.” (I. Samoy, “Handelstussenpersonen en distributiecontracten” in Bijzondere handelscontracten, in Handels- en Economisch Recht, Deel I, Ondernemingsrecht, Beginselen van Belgisch Privaatrecht, XIII, Mechelen, Kluwer).
Een commissionair-expediteur kan niet alleen de eigen schade vorderen maar ook de schade die door zijn respectievelijke opdrachtgever is geleden. Hij heeft niet alleen het recht maar ook de verplichting om de belangen van zijn opdrachtgever te vrijwaren. Naar Belgisch recht kan de opdrachtgever overeenkomstig artikel 1994, tweede lid BW een rechtstreekse vordering instellen tegen de gesubstitueerde commissionair-expediteur/lasthebber (Cass. 17 september 1993, TBH, 533, met noot C. Dieryck). Als een dergelijke rechtstreekse vordering mogelijk is, is a fortiori een vordering toegelaten die wordt ingesteld via de tussenpersoon PR Shipping (en waarbij alle verdere schakels in de contractuele ketting vertegenwoordigd zijn), zoals hier het geval is.
Om te bepalen welk recht toepasselijk is inzake de vordering van de commissionair-expediteurs, dient rekening gehouden met het recht van het land van de partij die de kenmerkende prestatie moest leveren en het recht van het land waarmee de rechtsverhouding tussen partijen het nauwst verbonden is. Tussenpersonen ontlenen hun vorderingsrecht aan de overeenkomst met hun opdrachtgever. Derhalve is het recht dat toepasselijk is op deze overeenkomst bepalend voor de vorderingsgerechtigdheid.
De gegrondheid van de vordering tot schadevergoeding wordt bepaald door het recht van het land waar de kenmerkende prestatie, ten dezen de belading van het schip, werd geleverd.