De KBO regeling vervangt de vroegere regeling mbt het handelsregister.
Bij gebreke van vermelding van het nummer der inschrijving in het exploot van dagvaarding [of ander geding inleidend stuk] verklaart de rechtbank de eis van ambtswege niet ontvankelijk. Hetzelfde lot ondergaan de tegeneis of de eis tot tussenkomst die hun grond vinden in een handelswerkzaamheid waarvoor de verzoeker niet ingeschreven was bij het instellen van de vordering.
Het alhier besproken arrest wijkt af van de oude stelling dat de niet-ontvankelijkheid evenwel gedekt is indien ze niet vóór iedere andere exceptie of verweermiddel wordt voorgesteld.
De rechter is gehouden het geschil te beslechten overeenkomstig de daarop toepasselijke rechtsregels; hij moet de juridische aard van de door partijen aangevoerde feiten en handelingen onderzoeken, en mag, ongeacht de juridische omschrijving die de partijen daaraan hebben gegeven, de door hen aangevoerde redenen ambtshalve aanvullen op voorwaarde dat hij geen betwisting opwerpt waarvan de partijen bij conclusie het bestaan hebben uitgesloten, dat hij enkel steunt op elementen die hem regelmatig zijn voorgelegd, dat hij het voorwerp van de vordering niet wijzigt en dat hij daarbij het recht van verdediging van de partijen niet miskent.
De rechter is ertoe gehouden om, mits hij het recht van verdediging eerbiedigt, de rechtsnorm te bepalen die van toepassing is op de bij hem ingestelde rechtsvordering en die norm toe te passen; de loutere afwezigheid van verweer tegen de ingeroepen niet-ontvankelijkheid, ontslaat hem daarvan niet.
Wanneer het gebrek aan inschrijving in het KBO niet door de verweerder in limine litis (voor elk verweer) werd opgeworpen, belet dit niet dat de rechter op grond van dit gebrek de vordering ambtshalve dient af te wijzen.