Preview
III. In rechte ... In de specifieke context van de vernietiging van de sociale last bij arrest nr. 145/2013 van het Grondwettelijk Hof, heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen reeds geoordeeld dat de vergunningverlenende overheid de sociale last kon schrappen zonder wijziging van de rest van de vergunning of herbeoordeling van de bescheiden last (bv. RvVb/A/1617/0358 29 november 2016; RvVb/A.1617/0525 31 januari 2017). De andersluidende rechtspraak, aangehaald door de vrijwillig tussenkomende partij, dateert van vóór arrest nr. 145/2013. Wat de wijze van adiëren van de deputatie betreft, motiveerde de deputatie dat het beroep van 5 augustus 2014 diende «te worden gezien als zijnde een verzoek tot intrekking van de sociale last aan de deputatie». Deze interpretatie was correct, omdat de verkavelingsvergunning met sociale last was verleend door de deputatie en bijgevolg het college van burgemeester en schepenen niet bevoegd was om hierover in welke zin ook te beslissen. De vrijwillig tussenkomende partij stelt echter wel terecht dat G.E. en A.S. hun verzoek tot schrapping van de sociale last hadden moeten richten tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen, als administratief beroep zoals bedoeld ...