Betwisting vaderschap -> recht van de staat wettelijke vader
Vaststelling vaderschap -> recht van de staat van de genetische vader
zie evenwel: Gent 20 september 2018, AR: 2017 /FA/0681, TBBR 2019/2, 88 waarbij zulks wordt gerelativeerd:
"Wat betreft het toepasselijke recht (in de zin van art. 63 WIPR), verwijst artikel 62, §1, eerste lid WIPR in de eerste plaats naar het recht van de nationaliteit van de beweerde vader/aspirant-erkenner, in casu het Ivoriaanse recht, aangezien A. S de Ivoriaanse nationaliteit heeft (zie E. Guldix, "Art. 62 WIPR" in J. Erauw e.a., Het wetboek internationaal privaatrecht becommentarieerd, Antwerpen, Intersentia, 2006, 332-336).
Artikel 62, § 1, tweede lid WIPR nuanceert evenwel dat, wanneer het krachtens het eerste lid aangewezen rechtsstelsel geen toestemming/instemming van het kind vereist, de vereiste van en de voorwaarden voor diens toestemming/ instemming evenals de wijze waarop zij wordt uitgedrukt worden beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied het kind op het tijdstip van de toestemming zijn gewone verblijfplaats heeft.
Die nuance/aanknoping wordt verantwoord door het beginsel van de nauwe verbondenheid (van het kind en het recht dat zijn afstammingsbanden bepaalt) en de bezorgdheid om het belang van het kind te vrijwaren (zie ook J. Erauw en M. Fallon, De nieuwe wet op het internationaal privaatrecht - De Wet van 16 juli 2004, Mechelen, Kluwer, 2004,161-163)."