Krachtens artikel 566 Gerechtelijk Wetboek kunnen verschillende vorderingen of verschillende punten van een vordering tussen twee of meer partijen, welke, afzonderlijk ingesteld, voor verschillende rechtbanken moeten worden gebracht, indien zij samenhangend zijn, voor dezelfde rechtbank samengevoegd worden met inachtneming van de voorrang, bepaald in artikel 565, tweede lid, 1° en 2° en 4° tot 8° van dit wetboek.
Artikel 565, tweede lid Gerechtelijk Wetboek bepaalt de regels van voorrang in geval van aanhangigheid.
Artikel 565, derde lid Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat wanneer een van de vorderingen tot de uitsluitende bevoegdheid van een bepaalde rechtbank behoort, alleen deze bevoegd is om van de gezamenlijke vorderingen kennis te nemen.
Deze regel heeft voorrang op de voorrangsregels uit het tweede lid.
Uit de samenhang tussen deze bepalingen volgt dat in geval van samenhang alleen de rechter die uitsluitend bevoegd is om van één van de vorderingen kennis te nemen, bevoegd is om kennis te nemen van de gezamenlijke vorderingen.