Luidens art. 1153 oud B.W. is de moratoire interest, in beginsel, verschuldigd vanaf de ingebrekestelling.
De regels van art. 1153 oud B.W. zijn evenwel van aanvullend recht. Zoals te dezen is het de partijen dientengevolge toegestaan om te bedingen dat “interestbedingen zijn toepasselijk zonder voorafgaande inmorastelling, noch aanmaning”.
Noch het art. 1134 oud B.W., noch het beginsel van de uitvoering te goeder trouw van de overeenkomsten worden geschonden door degene die het recht hanteert dat hij haalt uit een wettig gesloten overeenkomst, zonder dat is aangetoond dat hij daarvan misbruik heeft gemaakt.
Er is sprake van rechtsmisbruik wanneer de rechtsuitoefening kennelijk de grenzen overschrijdt van de normale rechtsuitoefening door een zorgvuldig persoon. Dit laatste is onder meer het geval wanneer de uitoefening van een recht gebeurt met uitsluitend oogmerk een ander schade toe te brengen of wanneer de uitoefening van een recht gebeurt zonder enig nut voor de houder van dat recht. Er is eveneens sprake van rechtsmisbruik wanneer de houder van een recht zijn recht op verschillende wijzen met gelijk nut voor hemzelf kan uitoefenen en hij de wijze kiest die het meest nadelig is voor de andere of wanneer er een wanverhouding is tussen het voordeel dat de rechtsuitoefening de houder van het recht biedt en het nadeel dat daarmede aan een ander wordt berokkend.
In casu is de rechtbank van oordeel dat de bedoeling om een andere partij schade te berokkenen of de uitoefening van een conventioneel recht op een wijze die de perken van de normale uitoefening van dat recht door een bedachtzaam en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat niet ter voldoening van recht bewezen is. Eiser kan niet worden ten laste gelegd dat hij een eindbeslissing heeft afgewacht wat betreft de aansprakelijkheidsvordering van verweerster, alvorens de hem verschuldigde aannemingssom op te eisen.
Wanneer een waardeschuld door de partijen zelf bij overeenkomst of bij beding in een geldschuld wordt omgezet, is (gerechtelijke) moratoire interest vanaf de ingebrekestelling verschuldigd.
Wanneer een interestbeding slechts betrekking heeft op niet op hun vervaldag betaalde factuurbedragen, kunnen op het strafbeding slechts moratoire interesten aan de wettelijke rentevoet worden toegekend vanaf de eerste ingebrekestelling.