Op de professionele handelaar in tweedehandsvoertuigen rust de verplichting om redelijkerwijze al het nodige te doen om te voorkomen dat zij dergelijke voertuigen aankoopt met miskenning van de rechten van de financierder.
Overeenkomstig de equivalentieleer bestaat de schade voor Europabank die in causaal verband staat tot de fout van A.M. Buses in het verlies van de verkoopwaarde van het gefinancierde voertuig omdat Europabank het voertuig op het ogenblik van de opzegging van de financiering niet kon recupereren om het vervolgens te verkopen.
Het gaat weldegelijk om de marktwaarde van het voertuig op het ogenblik van de opzegging van de overeenkomst en niet op het ogenblik van de verkoop/terugkoop van het voertuig.
De leningsovereenkomst wordt geacht te zijn opgezegd op datum van het faillissement van Autocars Hazebrouck, zoals dit ook voorzien is in art. 5 van de algemene voorwaarden.
Voor de bepaling van de marktwaarde/venale waarde van de autocar op datum van het faillissement baseert de rechtbank zich op het waardeverlies zoals dit blijkt uit een vergelijking van de verkoopprijs in september 2006 van 62 000 EUR excl. B.T.W. (zijnde de initiele verkoopprijs verminderd met de creditnota) en de aankoopprijs van de bus in november 2007, zijnde 45 000 EUR excl. B.T.W Dit vertegenwoordigt een gemiddeld maandelijks waardeverlies van 1 214,28 EUR, hetgeen overeenkomt met het bedrag van de maandelijkse afkortingen van de lening. Als men dit maandelijks verlies handhaaft tot en met februari 2007 zou de marktwaarde op datum van faling 26 785,8 EUR (excl. B.T.W.) bedragen.
De oorpronkelijke verkoper die het voertuig ondanks het eigendomsvoorbehoud terug inkocht (A.M. Buses) is gehouden om dit bedrag aan Europabank te betalen.
Het feit dat Europabank aangifte van haar schuldvordering in het faillissement heeft gedaan en ook de borgen heeft gedagvaard, doet geen afbreuk aan haar recht om tevens A.M. Buses voor diens buitencontractuele aansprakelijkheid aan te spreken. Er is geen bewijs dat Europabank van de borgen of uit de faling op heden al enige betaling heeft ontvangen.
Wat de vordering in vrijwaring betreft
7. De oorspronkelijke verkoper die het voertuig ondank eigendomsvoorbehoud weer inkocht (A.M. Buses) richt zich thans tot de heer Hazebrouck in zijn hoedanigheid van voormalige zaakvoerder van Autocars Hazebrouck. A.M. Buses (koper) is van oordeel dat de schade op de eerste plaats aan zijn fout te wijten is. Hij was alles behalve te goeder trouw door ten onrechte te hebben voorgehouden dat de financiering was afbetaald.
Volgens de rechtbank bestaat er geen gerede twijfel dat de heer Hazebrouck op het ogenblik van de wederverkoop een extra contractuele fout heeft begaan ten aanzien van A.M. Buses. Hij is tekort geschoten aan de op hem rustende informatieplicht.
De heer Hazebrouck ontkent thans dat hij zou hebben verklaard dat de lening was afbetaald.
Zelfs als de heer Hazebrouck deze valse verklaring niet zou hebben afgelegd, dan nog staat vast dat hij nagelaten heeft A.M. Buses in te lichten over de stand van de financiering. Het ging hier om informatie waarvan hij redelijkerwijze diende te weten dat deze voor A.M. Buses van doorslaggevend belang was voor het aangaan van de koop. De rechtbank neemt in deze aan dat mocht A.M. Buses hebben geweten dat de financiering nog niet was afbetaald, zij de autocar niet terug zou hebben aangekocht. Een bedrieglijk opzet ten nadele van Europa bank is in hare hoofde niet aangetoond. De heer Hazebrouck houdt ook niet voor dat hij A.M. Buses had ingelicht over de niet-betaalde financiering.
Kan A.M. Buses de heer Hazebrouck als voormalig zaakvoerder persoonlijk aanspreken voor deze fout? Deze vraag dient na de uitspraak van het Hof van Cassatie van 20 juni 2005 bevestigend worden beantwoord. Ook al brengt de fout van het orgaan van een vennootschap in de loop van onderhandelingen die het afsluiten van een contract voorafgaan, rechtstreeks persoonlijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon met zich mee, toch sluit deze aansprakelijkheid in beginsel niet de persoonlijke aansprakelijkheid van het orgaan uit. Zij bestaan samen (Cass., 3<le k., 20 juni 2005, R. W, 2006-2007, 340).
8. Maar de fout van de heer Hazebrouck doet de eigen fout van A.M. Buses niet teniet. Ook op A.M. Buses rustte er als professionele opkoper een eigen informatie- en onderzoeksplicht, waarin zij in casu duidelijk tekort is geschoten. Het feit dat zij nauwelijks een jaar voordien de autocar zelf had verkocht, met vermelding van het vervreemdingsverbod, had haar tot bijzonder de voorzichtigheid moeten aanzetten.
Het gaat in hoofde van partijen om een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de rechtbank aanneemt dat de fout van beide partijen in dezelfde mate heeft bijgedragen tot het ontstaan van de door Europabank geleden schade.
De heer Hazebrouck dient A.M. Buses dienvolgens te vrijwaren ten belope van de helft van de lastens haar uitgesproken veroordeling in hoofdsom en interesten.