Lasterlijke aangifte is de kwaadwillige en spontane aantijging, in een aan een willekeurige overheid bezorgd geschrift, van een feit dat de daarin bedoelde persoon schade kan berokkenen.
ze veronderstelt met name dat wordt vastgesteld dat de aangegeven feiten vals zijn of dat de persoon aan wie ze worden verweten onschuldig is (1). (1) Alain De Nauw, Initiation au droit pénal spécial, Kluwer, 2008, p. 361; Pierre Magnien, Les atteintes portées à l'honneur et à la considération des personnes, in Les Infractions, dl. 2, Les infractions contre les personnes, Larcier, 2010, p. 791.
Voor de rechter bij wie de lasterlijke aangifte aanhangig is gemaakt, dient de vervolgende partij aan te tonen dat het aangegeven feit vals is of dat het bewijs van het bestaan ervan niet kan worden geleverd; indien het ten laste gelegde feit het voorwerp is van strafvervolging of van een aangifte waarover nog geen uitspraak is gedaan, wordt de vordering wegens laster geschorst tot de eindbeslissing van de bevoegde overheid; als het parket een vooronderzoek heeft geopend kan, in voorkomend geval, na seponering de berechting van de vordering wegens laster worden hervat (1). (1) Zie Cass. 8 jan. 2014, AR P.13.0774.F, AC 2014, nr. ย…ย…, met concl. adv.-gen. Vandermeersch in Pas.
Lasterlijke aangifte veronderstelt met name de vaststelling van de valsheid van het aangegeven feit of van de onschuld van de persoon aan wie het is ten laste gelegd; indien het ten laste gelegde feit het voorwerp is van een strafvervolging of een aangifte waarover geen uitspraak is gedaan, wordt de vordering wegens laster geschorst tot de eindbeslissing van de bevoegde overheid; ingeval het parket een opsporingsonderzoek heeft geopend, laat de beslissing van seponering toe dat de vordering wegens laster wordt hervat; aangezien een dergelijke beslissing op zich niet inhoudt dat de aangegeven feiten vals zijn, staat het in dat geval aan de rechter bij wie die vordering is aangebracht om uitspraak te doen over de waarachtigheid ervan.
Art. 445. Strafwetboek: "Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van vijftig [euro] tot duizend [euro] wordt gestraft :
Hij die schriftelijk bij de overheid een lasterlijke aangifte indient;
Hij die schriftelijk aan een persoon lasterlijke aantijgingen tegen zijn ondergeschikte toestuurt."
Wanneer er geen enkele aanwijzing van schuld was en uit het losse vuistje een klacht werd neergelegd wegens lasterlijke aangifte zal de lasterlijke aangifte kunnen weerhouden worden.
Maar wanneer een raadkamer tot verwijzing is overgegaan naar de correctionele rechtbank na een gerechtelijk onderzoek van de onderzoeksrechter en er een veroordeling in eerste aanleg plaats vond met nadien een vrijspraak in beroep, impliceert dit dat meerdere personen en instanties hebben getwijfeld en er aanwijzingen van schuld waren, weze het dat wettelijk de schuld niet vaststaat, impliceert dit de afwezigheid van kwaadwillige of lasterlijke aangifte.