Gerechte interest verjaart na 5 jaar.
Krachtens art. 2277, vierde en vijfde lid BW verjaren interesten van geleende sommen en, in het algemeen, al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of kortere termijnen, door verloop van vijf jaren.
Die bepaling strekt er in het bijzonder toe de termijnschuldenaar te beschermen tegen een voortdurende aangroei van zijn schuld en de schuldeiser aan te sporen tot zorgvuldigheid.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever deze regeling niet beperkend heeft opgevat en niet heeft willen uitsluiten dat zij van toepassing is op moratoire interest, ongeacht of die verschuldigd is krachtens een
Elk vonnis van veroordeling doet een rechtsvordering ontstaan tot tenuitvoerlegging van de veroordeling. Deze rechtsvordering, actio judicati genoemd, verjaart pas door verloop van tien jaren te rekenen vanaf het vonnis, al gaat het om een veroordeling die is uitgesproken krachtens een schuldvordering waarop een kortere verjaring van toepassing is.
Deze verjaringsregeling doet evenwel geen afbreuk aan art. 2277 BW op grond waarvan gerechtelijke moratoire interest die vervalt na de gerechtelijke beslissing, verjaart na vijf jaar.