Een openbare, duurzame, commerciële vennootschap die niet de vorm van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid heeft aangenomen is sinds de wet van 13 april 1995 een maatschap.
Art. 52 Venn.W. bepaalt dat de vennoten van een maatschap ten aanzien van derden hoofdelijk verbonden zijn, wanneer de maatschap een handelsdoel heeft. Dit artikel luidt als volgt: “De vennoten van een maatschap zijn ten aanzien van derden verbonden, hetzij voor een gelijk deel, wanneer de vennootschap een burgerlijk doel heeft, hetzij hoofdelijk, wanneer zij een handelsdoel heeft. Van deze aansprakelijkheid kan niet worden afgeweken dan door een uitdrukkelijk beding in de met derden gesloten akte”.
zie art. 4:14 WVV:
"De schuldeisers wier schuldvordering voortvloeit uit de activiteit van de vennootschap kunnen verhaal uitoefenen op het volledige vennootschapsvermogen. De vennoten zijn ten aanzien van deze schuldeisers persoonlijk en hoofdelijk gehouden met hun eigen vermogen.
In afwijking op het eerste lid hebben derden, indien het een stille vennootschap betreft, enkel verhaal op de vennoot of zaakvoerder die met hen in persoonlijke naam heeft gehandeld. Derden hebben geen rechtstreekse vordering tegen de overige vennoten."
Een onregelmatige VZW is geen (onregelmatige) vennootschap onder firma. Sinds de invoering van art. 2 Venn.W., thans art. 2 W.Venn. (door de reparatiewet van 13 april 1995) geldt de theorie van onregelmatige vennootschappen onder firma niet meer. Volgens dit artikel verkrijgen nieuw opgerichte handelsvennootschappen slechts rechtspersoonlijkheid na de neerlegging van (een uittreksel uit) de oprichtingsakte ter griffie van de rechtbank van koophandel. Bij gebreke van een dergelijke neerlegging zal een VOF naast een VZW niet meer mogelijk zijn.
De leden van een onregelmatige VZW kunnen aangesproken worden als maten van een commerciële maatschap. Indien er een commerciële maatschap wordt vastgesteld, is het gevolg hiervan dat de maten (net zoals vóór de wet van 13 april 1995) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. Een commerciële maatschap kan worden aangenomen tussen leden van een VZW en/of bestuurders van de VZW en/of andere personen die deze VZW hebben gebruikt.
zie art. 2:6 WVV
§ 1
De vennootschappen verkrijgen rechtspersoonlijkheid vanaf de dag van de neerlegging van de in artikel 2:8, § 1, eerste lid, 1°, 2° en 5°, a), bedoelde stukken. Nochtans verkrijgen Europese vennootschappen, Europese coöperatieve vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden rechtspersoonlijkheid de dag van hun inschrijving in het rechtspersonenregister, onderdeel van de Kruispuntbank van Ondernemingen, overeenkomstig artikel 2:7, § 1, tweede lid.
§ 2
De VZW's verkrijgen rechtspersoonlijkheid vanaf de dag van de neerlegging van de in artikel 2:9, § 1, 1°, 3° en 4°, bedoelde stukken.
§ 3
De IVZW's verkrijgen rechtspersoonlijkheid op de datum van het koninklijk besluit waarbij zij worden erkend. Met het oog hierop wordt de oprichtingsakte meegedeeld aan de minister die bevoegd is voor Justitie met het verzoek rechtspersoonlijkheid te verlenen en de statuten goed te keuren. Rechtspersoonlijkheid wordt verleend indien het voorwerp van de IVZW voldoet aan de in artikel 10:1 bedoelde voorwaarden1[, voor zover het doel of het voorwerp waarvoor zij is opgericht, of haar werkelijk doel of voorwerp, niet strijdig zijn met de wet of met de openbare orde]1.
§ 4
De private stichtingen verkrijgen rechtspersoonlijkheid vanaf de dag van de neerlegging van de in artikel 2:11, § 1, 1°, 3° en 4°, bedoelde stukken.
De stichtingen van openbaar nut verkrijgen rechtspersoonlijkheid op de datum van het koninklijk besluit waarbij zij worden erkend. Met het oog hierop wordt de oprichtingsakte meegedeeld aan de minister die bevoegd is voor Justitie met het verzoek rechtspersoonlijkheid te verlenen en de statuten goed te keuren. Rechtspersoonlijkheid wordt verleend indien het voorwerp van de stichting van openbaar nut voldoet aan de in artikel 11:1 bedoelde voorwaarden.
Een VZW maakt misbruik maakt van haar VZW-statuut door alleen, minstens in hoofdzaak, commerciële activiteiten te voeren en dit derhalve in strijd met haar statuten en met art. 1 VZW-Wet.
Let wel: De wetgeving betreffende de VZW werd inmiddels opgenomen in Boek 9 van het wetboek van vennootschappen en verenigingen