De voorzitter van de kamer van het hof of de rechtbank heeft de politie van de zitting. Hij/zij heeft de discretionaire bevoegdheid om personen die de zitting verstoren of die blijk geven van gebrek aan respect t.o.v. de rechtbank, uit de zittingszaal te laten verwijderen.
De politie van de zitting komt toe aan de voorzitter van de kamer.
Het beginsel dat een gerechtsdeurwaarder, alvorens vaststellingen overeenkomstig art. 519, § 1, 2° Ger.W. te verrichten, zich moet bekend maken, lijdt slechts uitzondering wanneer precies door de bekendmaking van zijn hoedanigheid de doelstelling van de vaststelling onmogelijk wordt gemaakt
De gerechtsdeurwaarder is een ministerieel ambtenaar met een zelfstandig statuut die niet bezoldigd wordt door de overheid, maar door degene die er een beroep op doet.
Traditioneel wordt op de gerechtsdeurwaarders ook een beroep gedaan om vaststellingen te doen van materiële feiten. Aan deze vaststellingen was voorheen geen bijzondere bewijskracht verbonden. Met de wet van 6 april 1992 werd de taak om materiële vaststellingen te doen in de taakomschrijving van de gerechtsdeurwaarder opgenomen. Hierdoor ontstond er discussie in de rechtsleer of de vaststelling van de gerechtsdeurwaarder al dan niet authentieke kracht had. Bij arrest van 28 maart 2012 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat dit niet het geval is.
Nadien werd, ingevolge de wet van 7 januari 2014, aan dergelijke vaststellingen uitdrukkelijk authentieke kracht toegekend.
Wanneer de gerechtsdeurwaarder dergelijke vaststellingen doet, handelt hij meestal, zoals in casu, op verzoek van één van de partijen.
Algemeen kan worden gesteld dat de gerechtsdeurwaarder daarbij steeds moet betrachten zijn identiteit en het doel van bezoek voorafgaandelijk aan zijn verrichtingen kenbaar te maken aan alle aanwezigen.
Het beginsel dat een gerechtsdeurwaarder, alvorens vaststellingen overeenkomstig art. 519, § 1, 2° Ger.W. te verrichten, zich moet bekend maken, lijdt slechts uitzondering wanneer precies door de bekendmaking van zijn hoedanigheid de doelstelling van de vaststelling onmogelijk wordt gemaakt.