Schending gelijkheid mannen en vrouwen:
Het Grondwettelijk Hof
- vernietigt artikel 335, § 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 2 van de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde;
- handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling tot 31 december 2016.
Opvolgende wetswjziging:
Bij wet van 25/12/2016, verder uitgewerkt in de Omzendbrief van 27 december 2016 werd de wet ingevolge dit arrest gewijzigd. Zie ook wetswijziging 21/12/2018
Uittreksel uit het burgerlijk wetboek in huidige vorm na wetwijziging:
Art. 335ter.[1 § 1. Het kind wiens afstamming van moederszijde en afstamming van meemoederszijde tegelijkertijd komen vast te staan draagt ofwel de naam van zijn moeder, ofwel de naam van zijn meemoeder, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
De moeder en de meemoeder kiezen de naam van het kind op het ogenblik van de aangifte van de geboorte. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt akte van deze keuze. [2 In geval van onenigheid draagt het kind de naam van de moeder en de naam van de meemoeder naast elkaar in alfabetische volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen. Wanneer de moeder en de meemoeder, of een van hen, een dubbele naam dragen, kiest de betrokkene het deel van de naam dat aan het kind wordt doorgegeven. Bij afwezigheid van keuze wordt het deel van de dubbele naam dat wordt doorgegeven bepaald op basis van de alfabetische volgorde.]2
[2 De weigering om een keuze te maken wordt beschouwd als een geval van onenigheid.
Indien de moeder en de meemoeder samen de geboorte van het kind aangeven, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand, overeenkomstig het tweede lid, de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders, vast.
Indien de moeder of de meemoeder alleen de geboorte van het kind aangeeft, geeft zij de door de ouders gekozen naam of de onenigheid tussen de ouders, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand aan.]2
§ 2. Indien de afstamming van meemoederszijde komt vast te staan na de afstamming van moederszijde, blijft de naam van het kind onveranderd.
Evenwel kunnen de moeder en meemoeder samen, of kan een van hen indien de andere overleden is, in een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte verklaren dat het kind ofwel de naam van de meemoeder zal dragen, ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Deze verklaring wordt afgelegd binnen een termijn van één jaar te rekenen van de dag van de erkenning of van de dag waarop een beslissing die de afstamming van meemoederszijde vaststelt in kracht van gewijsde is gegaan, en voor de meerderjarigheid of de ontvoogding van het kind. De termijn van één jaar begint te lopen op de dag die volgt op de in de artikelen 325/6, tweede lid, en 325/8, tweede lid, bedoelde kennisgeving of betekening.
Bij wijziging van de afstamming van meemoederszijde of van moederszijde tijdens de minderjarigheid van het kind als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 325/3, §§ 4 en 5, 325/7, §§ 3 en 4, of 330, §§ 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die in voorkomend geval is gekozen door de ouders met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335, § 1, vervatte regels.
[3 De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van verklaring van naamskeuze op ten gevolge van de in het tweede lid bedoelde verklaring en verbindt deze met de akte van geboorte van het kind en met de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft of wijzigt de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft ten gevolge van het in het vierde lid bedoelde vonnis.]3
§ 3. Indien de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de meerderjarige leeftijd heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht.
[4 Bij vaststelling van een nieuwe afstammingsband van een meerderjarig kind van vaderszijde, van moederszijde of van meemoederszijde als gevolg van een vordering tot betwisting van de afstamming op grond van de artikelen 312, § 2, 325/3, §§ 4 en 5, 325/7, §§ 3 en 4, of 330, §§ 3 en 4, neemt de rechter akte van de nieuwe naam van het kind die laatstgenoemde in voorkomend geval heeft gekozen met inachtneming van de in paragraaf 1 of in artikel 335, § 1, vervatte regels.
De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand wijzigt de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop het vonnis betrekking heeft, ten gevolge van het in het tweede lid bedoelde vonnis.]4
§ 4. De overeenkomstig de paragrafen 1 en 2, bepaalde naam geldt ook voor de andere kinderen wier afstamming later ten aanzien van dezelfde moeder en meemoeder komt vast te staan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-12-18/01, art. 16, 071; Inwerkingtreding : 01-01-2015> in plaats van de wijziging van art. 335 door <W 2014-05-05/08, art. 28, 067; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
(2)<W 2016-12-25/13, art. 3, 072; Inwerkingtreding : 01-01-2017. Overgangsbepalingen : art. 4>
(3)<W 2018-06-18/03, art. 43, 082; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
(4)<W 2018-12-21/09, art. 115, 086; Inwerkingtreding : 31-03-2019>
De naam die de ouders kiezen voor hun eerste kind, zal ook van toepassing zijn op hun andere kinderen. Kinderen van dezelfde ouders zullen dus dezelfde naam dragen.
Ouders die een dubbele naam hebben, kunnen aan hun kinderen het deel van de naam doorgeven dat zij kiezen, waarbij de beperking geldt dat de naam uit ten hoogste twee delen bestaat. Wanneer de ouders geen keuze maken of wanneer ze het niet eens zijn, draagt het kind, de naam van de vader en de moeder in alfabetische volgorde (ingevolge wet 25/12/2016 na arrest van Grondwettekijk Hof van 14 januari 2016 Juristenkrant 27 januari 2016, pagina 1 en 3 en X. Dubbele naam, NJW 2017, 18).