Een spel kan verboden zijn volgens de regels van het privaatrecht, terwijl het wel toegelaten is door het strafrecht.
Het bingospel is onwettig volgens de regels van het privaatrecht want strijdig met art. 1966 B.W.
Rond bingospelen kan er derhalve niet wettig gecontracteerd worden of kan de naleving van een contract niet worden afgedwongen.
Een dergelijk spelcontract is, volgens privaatrechtelijke normen, nietig omdat het geen gerechtvaardigde economische oorzaak heeft, geen grondslag die waardig is voor juridische bescherming en tevens omdat het een sociaal gevaar uitmaakt.
Het betreft hier geen relatieve maar een absolute nietigheid omdat zij de openbare orde aanbelangt.
Deze absolute nietigheid brengt niet enkel mee dat het contract van spel of weddenschap nietig is maar tevens alle contracten gesloten met het oog op het spel of zijn exploitatie omdat zij aangetast zijn door een onwettige extrinsieke oorzaak doordat de partijen een onwettig doel, nl. de exploitatie van een verboden spel, beogen (cf. De Page, Traité, II, nr. 475, B; De Page, Traité, V, nr. 300, A en B).
Het gesloten verhuringscontract i.v.m. een bingo is derhalve nietig omdat het strijdig is met de openbare orde en met de goede zeden (wat dit laatste betreft: cf. De Page, Traité, V. nr. 297).
3. De absolute nietigheid van de aanvankelijke overeenkomst brengt mee dat zij geacht dient te worden nooit te hebben bestaan zodat zij geen rechtsgeldige basis kan vormen voor een overdracht van schuldvordering of voor novatie.
Of het positieve zaak is dat de op zich verwerpelijke en zelfs onnozele verslavende bingospelen buiten de wet staan kan betwijfeld. Het feit dat het milieu rond caféspelen een kwalijke reputatie heeft en zelfs graag haar reputatie kracht bijzet dat men ze beter niet tegen zich heeft, is wellicht het gevolg hiervan.
Het vervolgen van bendes die bezig zijn met illegale caféspelen is misschien niet de juiste aanpak, doch anderzijds is de aanpak waarbij het pijn doen van deze bendes op plaatsen waar het voor hen het meeste pijn doet, hun geldmiddelen, wellicht de beste optie, waarbij door de wet zelf hun contracten waardeloos zijn. Wel dienen politiediensten de leveranciers van deze "spelen" grondig te volgen, daar de verleiding voor hen groot zou kunnen zijn de naleving van hun contracten met "andere middelen" na te streven. Het feit dat deze toestellen geplaatst worden in publieke plaatsen met gekende exploitanten door gekende leveranciers zorgt evenwel voor een zekere bescherming.