Wanneer ouders de aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door hun kinderen betwisten dienen zij aan te voeren dat het feit dat tot de aansprakelijkheid leidt, niet het gevolg is van een gebrek aan toezicht of een tekortkoming in de opvoeding van hun kind..
Zij dienen derhalve aan te tonen dat zij bij de opvoeding van hun kind blijk hebben gegeven van de nodige zorgen en dat zij de schadeverwekkende daad die tot hun aansprakelijkheid aanleiding geeft niet konden beletten.
M.b.t. de ouderlijke opvoedingsplicht komen volgende factoren in aanmerking: de leeftijd van de minderjarige, zijn natuurlijke geaardheid, de zeden en gewoonten eigen aan zijn milieu, de evoluerende maatschappelijke opvattingen en verhoudingen en de verzwakte greep van de ouders op hun kinderen.
Voor wat de beoordeling van de toezichtsplicht betreft spelen volgende factoren een rol: de leeftijd van de minderjarige, zijn natuurlijke geaardheid, de zeden en gewoonten eigen aan zijn milieu en de evoluerende maatschappelijke opvattingen over de kinderopvoeding, maar ook de concrete omstandigheden van de onrechtmatige daad, de onvoorzienbaarheid en de eenmaligheid ervan.
M.b.t. de verkeersovertredingen wordt aangenomen dat het schuldvermoeden van de ouders meestal op een tekortkoming in de bewakingsplicht berust. Voor wat de opvoeding betreft wordt aanvaard dat deze behoorlijk is indien de ouders tevens de elementaire normen van het verkeersreglement aanleren, zonder dat het noodzakelijk is dat zij na een vermoeide dagtaak zelf eerst de recente evolutie van de rechtspraak of de interpretatie van het al dan niet absoluut karakter van de prioriteit bestuderen en resumeren voor hun kinderen.
Bij de beoordeling van verkeersovertredingen begaan door minderjarigen n.a.v. een verkeersongeval zijn twee punten van essentieel belang.
Enerzijds is er het gegeven dat, gelet op het moderne maatschappelijke leven, er niet van mag uitgegaan worden dat de bewaking bestendig, ononderbroken en effectief dient te zijn. Zo wordt algemeen aanvaard dat de toelating om per fiets naar de school of het werk te gaan geen bewakingsfout impliceert .
Anderzijds mag er niet uit het oog worden verloren dat heel wat verkeersongevallen eerder te wijten zijn aan de verstrooidheid en de onervarenheid dan aan een gebrek aan kennis van de verkeersregels. Men mag zelfs aannemen dat deze vaststelling eveneens geldt voor ongevallen waarbij uitsluitend meerderjarigen betrokken zijn.