Zoals alle maatschappelijke aangelegenheden zit ook het recht in de literatuur verweven. Juristen zelf behoren ook tot de literatoren.
Daniel De Neve
Zoals alle maatschappelijke aangelegenheden zit ook het recht in de literatuur verweven. Juristen zelf behoren ook tot de literatoren.
Enkele reuzen en monumentale werken.
Het begint al in de oudheid met Demosthenes. Hij studeerde rechten om de voogden die hem het vermogen van zijn ouders hadden ontnomen, zelf te kunnen vervolgen Zijn schitterende pleidooien en politieke redevoeringen worden in het onderwijs nu nog gelezen. Niet minder belangrijk was Cicero, advocaat en politiek redenaar, wiens geschriften model hebben gestaan voor het klassiek Latijn. In onze eigen Middeleeuwen springt het dierenepos “Van den vos Reynaerde”, gebaseerd op “Le plaid” (het proces), als meesterstuk vooruit. Op de hofdag van Nobel worden grove beschuldigingen tegen de vos geuit en vermits hij niet aanwezig is, moet hij gedagvaard worden, driemaal zelfs. Eindelijk naar het hof gebracht, wordt hij schuldig bevonden en zal veroordeeld worden. Maar hij krijgt nog het laatste woord Als een gewiekst advocaat pro domo praat hij, weliswaar met listige leugens, zijn vijanden aan de galg en verheft hij zichzelf tot redder van ’s konings eer.
In de Renaissance schreef de grote William Shakespeare zijn beroemd toneelstuk “De koopman van Venetië”, zowel komedie als tragedie, waarin de bankier Shylock al of niet “a pound of flesh” mag snijden uit het lichaam van de koopman, die zijn schuld niet kan betalen ingevolge een schipbreuk. De advocate van de koopman, weet op een handige wijze haar cliënt te redden en de aanklager te laten veroordelen. Naast Demosthenes en Cicero is J.W. Goethe het grote voorbeeld van een jurist (studies in Straatsburg en Leipzig) die literaire werken van wereldformaat presteerde en een enorme invloed heeft uitgeoefend. Van hem wordt gezegd dat hij de laatste was die alle kennis van zijn tijd beheerste, de laatste encyclopedist.
Het meest gelezen genre vanaf de 19de eeuw is ongetwijfeld de roman. De Russen hebben hierin grootmeesters voortgebracht. Een van de allergrootsten is F. Dostojewski. Zijn “Schuld en boete” ontleedt en schildert de drijfveren en de psychologische evolutie van een crimineel. Eerst voelt hij zich verheven boven de gangbare moraal en acht zich gerechtigd tot moord, althans van twee wezens die hij als minderwaardig aanziet. Maar de maatschappij en zijn eigen gevoelsleven gaan zijn superieur gewaande geest benevelen naar bescheidenheid en medevoelen. Hij gaat zich als vernietiger van het nederige gemener voelen dan het geringste subject. Bewust van zijn schuld en bereid zijn straf te aanvaarden meldt hij zich bij de politie.
De wetten.
Zoals alle deelgebieden van de maatschappij omvat het gerecht veel cenakels, betrokkenen, geplogenheden, vuistregels. Daar zijn vooreerst de wetten. De grote Griekse filosoof Socrates, ervan beschuldigd de jeugd te misleiden, werd veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. Hij was niet opstandig, maar betoogde integendeel dat de wetten als hoogste geboden in de samenleving dienden nagevolgd te worden, ook al kwamen ze voor de betrokkenen en hun omgeving onrechtvaardig over. Socrates’ leerling Plato heeft die en andere leerstellingen van zijn meester uitvoerig neergeschreven, welke geschriften door vele latere auteurs in allerhande vormen literair verwerkt zijn. – In de christelijke godsdienst is bekend dat Christus na zijn gevangenneming meermaals werd verhoord, tot de hogepriester zijn bovenkleed scheurde en uitriep dat Christus God gelasterd had. Zulks was een zwaar vergrijp tegen de Joodse wet met kruisiging als gevolg. Van bewerkingen van dit thema zit de literatuur vol.
George Orwell in zijn romans “Animal Farm” en “1984” schetst dictatoriale samenlevingen met nieuwe wetten, die aan het volk opgelegd worden zonder inspraak en waarvan de overtredingen dadelijk en hardhandig bestraft worden. Ook wijzigingen van de wetten of stelregels worden alleen door de leider (respectievelijk Napoleon en Big Brother) of zijn beperkte naaste omgeving aangebracht. Zo was in “Animal Farm” de algemene leus aanvankelijk “Four feet good, two feet bad”. Maar toen de leidende groep, nl. de varkens, op twee poten ging lopen, stond er ineens geschreven “Four feet good, two feet better”. Orwell met zijn anarchistische ideeën (want hij had in de Spaanse burgeroorlog gestreden in de rangen der anarchisten – “the only thing to do” schrijft hij in “Hommage to Catalonia”) wilde de gevaren tonen van dictatoriale rechtssystemen, waar wetten met willekeur worden opgelegd.
Ook de Duitser Bernhard Schlink in zijn schitterende roman “Der Vorleser” raakt het dictatoriale rechtssysteem aan nl. ten tijde van de nazi’s. De hoofdpersoon, een nazi-bewaakster in een uitroeiingskamp, staat na de oorlog terecht omdat toen gevangenen opgesloten zaten in een kerk en de kerk ingevolge een luchtbombardement in brand schoot, zij de deuren van de kerk niet openmaakte. Haar verdediging dat de bewakers in alles de bevelen moesten opvolgen en dat er voor hen geen andere wetten bestonden, werd door de rechters van na de oorlog, die in een andere rechtsorde leefden, natuurlijk niet gevolgd. Ook de persoon die op haar verliefd was geweest en die het proces volgde als student in de rechten, kon haar niet involgen, ook al kon hij bewijzen dat zij een bepaalde brief, waaruit geconcludeerd werd dat zij de leidster der bewakers was, niet had kunnen schrijven en dus niet meer verantwoordelijk was dan de andere bewakers. De dictatoriale rechtsorde, waar zij zich op beriep, verafschuwde hij en hij liet haar derhalve veroordelen.
De rechters.
De schrijvers die zelf geen juristen zijn, verkneukelen zich nogal graag over de rechters in hun toga, destijds ook met een pruik, gewichtig gezeten op een verhoog, met een griffier aan hun zijde, zelfs met een politie-officier. Vooral de vrederechters zijn een dankbaar onderwerp.
De classicistisch-romantische, geniale Heinrich von Kleist (1777-1811) schreef het Lustspiel “De gebroken kruik”, dat hij, al is hij een Pruis, situeert in een dorp bij Utrecht, wellicht om geen last te krijgen van de Pruisische overheid. Een vrouw komt de vrijer van haar dochter aanklagen. Hij zou in de voorbije nacht binnengeslopen zijn in de kamer van de dochter en een kostbare kruik omgestoten hebben. De vrederechter, die heel nerveus doet, denkt dit zaakje vlug af te handelen. Maar een inspecteur wil verder onderzoek. Wat blijkt? De vrederechter zelf was bij het meisje om het recht van de eerste nacht af te dwingen in ruil voor de vrijstelling van militaire dienst voor de vrijer. Hijzelf is door de jongeman op de vlucht gejaagd. – Dit toneelstukje in één bedrijf met zijn levendige en directe gesprekken is nog steeds genietbaar in zijn kritiek, zijn ironie en zijn hilariteit. – De rechter die zelf schuldig bevonden wordt, doet denken aan Koning Oedipus van Sophocles: in zijn opsporing naar de moordenaar van koning Laios en naar de man die kinderen verwekt had bij zijn eigen moeder, ontdekte hij zichzelf als de schuldige. Kleist schreef ook de novelle Michael Kohlhaas”, waarin rechters het willekeurig optreden van een kasteelheer tegenover een veekoopman nalaten te bestraffen.
Met “De plaatsvervangende vrederechter” schreef ook onze Cyriel Buysse een kluchtige satire. De hoofdfiguur, tevens dokter en handelaar, stelt diegenen in het gelijk die hem het best bevallen. Een advocaat laat begaan om met de dochter van de rechter kunnen huwen. Een andere pleiter geeft toe als hij beseft dat hij onvrijwillig het hart van dezelfde dochter veroverd heeft.
Schitterend en voorzien van vele lagen (onder meer politieke) is “Der kaukasische Kreidekreis” van Bertolt Brecht (1898-1956). In revolutionaire troebelen is een gouverneursvrouw haar baby kwijt geraakt. Een jonge vrouw neemt het kind op als het hare en verliest daardoor haar verloofde. Als er relatieve rust is, komt de gouverneursvrouw haar kind weer opeisen, om de erfenis van haar man te kunnen bemachtigen. De twee vrouwen komen voor de rechter: een alles behalve voorbeeldige klerk, die door het volk tot arme-mensenrechter is bevorderd. Bij zijn Salomonsoordeel dat beide vrouwen aan het kind mogen trekken, wil het volksmeisje niet dat het kind gewond wordt. Aan haar kent de rechter het kind toe.
In het heersend nazisme van de jaren 1930 is de harde novelle “Der Richter” van Ernest Wiechert (1887-1950) gesitueerd. De rechter beseft dat zijn eigen zoon een tegenstander van het regime heeft gedood. Hij brengt hem ertoe zich bij de politie aan te geven, maar die weigert zijn verklaring te noteren. Hij meldt zich dan als de enige schuldige bij de rouwende familie. Die legt de schuld bij de nazistische organisatie, die de bestaande wetten ontkracht.
Jef Geeraerts (geb. 1930) behandelt in “De zaak Jespers” een rechter die zelf beschuldigd wordt van moord op zijn vrouw, een zaak die grote beroering en twijfel heeft veroorzaakt. Het liep uit op een veroordeling. Het boek, spannend en met inleving geschreven, bevat felle kritiek op de rechtspraak.
De advocaat.
Over de moeilijkheden van een beginnend advocaat schreef Anton Bergmann (1835-1874) zijn luchtige “Ernest Staas”. De bekendste passage daarin is een scheldpartij tussen twee volksvrouwen. Voor advocaat E. Staas is het zijn eerste proces. Zijn tegenstrever brengt een scherp, eenzijdig pleidooi. Ernest Staas is er zo van ontredderd dat hij zijn goed voorbereide rede door mekaar haalt en onsamenhangende gedachten ten beste geeft. Toch is zijn cliënte tevreden want hij heeft langer gesproken dan de andere. De kwaliteit kon ze niet beoordelen want alles was in het Frans.
In “A Time to Kill” van de bekende Amerikaan John Grisham (geboren 1955) verdedigt een advocaat een neger die twee blanken heeft neergeschoten nadat zij zijn dochtertje hadden verkracht, mishandeld en voor dood achtergelaten. Maar een politieman die door een afgeketste kogel van de neger in zijn been getroffen is en dit been daardoor verloor, komt niettemin getuigen ten gunste van de neger. De jury, getroffen door de gruweldaden op het dochtertje en na diepgaande psychologische palavers, spreekt de neger vrij. In “The Streetlawyer “ van dezelfde schrijver verlaat de hoofdpersoon een gereputeerd advocatenbureau om met overtuiging de verdediger van zwervers en andere verschoppelingen te worden.
Zelfs in de destijds overbekende dijenkletser “Paradijsvogels” van Gaston Martens (1883-1967) doen de twee hoofdpersonages beroep op een advocaat, nl. op O.-L.-Vrouw om hun toegang tot de hemel te bepleiten. Het pleidooi veroorzaakt een ommekeer: ze mogen terug naar de aarde.
De jury.
Aansluitend bij de rol van rechters en advocaten is die van de jury. In “A Time to Kill” staat die rol zowat naast die van de rechters en de advocaat. Maar in het prachtig toneelstuk “Twelve Angry Men” van Reginald Rose (1920-2002) gaat het uitsluitend om de beraadslaging van de 12 juryleden, die tot een eensluidend besluit moeten komen. Aanvankelijk oordelen 11 onder hen de jonge man schuldig aan moord op de oude. Een jurylid wil nader onderzoek. Geleidelijk stijgt het aantal “onschuldig”, ook wel eens met een terugval. Tot allen “onschuldig” oordelen.
Het individu.
In zijn toneelstuk “The Crucible” snijdt Arthur Miller (1915-2005) de heksenvervolging in het Amerika van voor een paar eeuwen aan. Enkele wulpse meisjes brengen Proctor in staat van beschuldiging. Als hij bekent, mag hij overleven, bij ontkenning volgt de dood. Zijn vrouw smeekt hem aan de haviken die leugen te gunnen. Maar hij kan zich tot die lafheid niet verlagen.
Franz Kafka (1883-1924) heeft met “Der Prozess” aan de wereld het meesterwerk over de labyrintische rechtspraak geschonken. De hoofdpersoon K. wordt aangeklaagd door Onbekend. Ook zijn vergrijp blijft een geheim en de rechters zijn onvindbaar. De sfeer is zeer surrealistisch met een fatale afloop. – Ook Albert Camus (1913-1960) in zijn roman “L’Etranger” schildert surrealistisch een vereenzaamde sukkel, die elk houvast verliest. Zijn proces na een moord ondergaat hij als een zombie.
Politiek.
Joost Van den Vondel (1587-1679) situeert zijn tragedie “Palamedes” in de Trojaanse oorlog. De titelfiguur wordt door Odysseus valselijk en bedrieglijk van heulen met de vijand beschuldigd. De oude en wijze Nestor (als een soort advocaat) dringt bij de andere Griekse leiders aan op bezadigdheid. Evenwel nutteloos: Palamedes wordt veroordeeld. – Maar Vondel heeft hier een politieke bedoeling voor zijn eigen tijd. Palamedes staat voor raadspensionaris Johan Van Oldenbarneveldt, die ter dood veroordeeld werd op beschuldiging van verraad.
Rechtspraak verbonden met politiek hebben wij ook in het historisch toneelstuk “Saint Joan” van G.B. Shaw (1856-1950), misschien zijn beste werk. Jeanne d’Arc wordt gevangen genomen door de Bourgondiërs en aan de Engelsen overgemaakt. Zij willen haar, die de verpersoonlijking is van de Franse weerstand, uitschakelen. Zij installeren een rechtbank en beschuldigen haar van hekserij. Zij sterft op de brandstapel. Als politiek proces is dit vergelijkbaar met dat van Karel I in Engeland, van Lodewijk XVI in Frankrijk, beide aanwijsbaar in de literatuur.
Bleven onvermeld: juristen zoals
William Cowper,
Gentiel Antheunis,
Edmond Picard, stichter van het Journal des Tribunauxen de Pandectes, stafhouder maar ook schrijver en stagepatron van de schrijver-dichter en advocaat
Georges Rodenbach , Hans Adler,
Eugène Van Itterbeek,
Denise Mina,
Anne Holt e.a. Zo ook werk van Paul de Mont,
Stieg Larsson, Lieve Joris, Herman Wouk,
Solsjenitsin…
Daniel De Neve
Gewezen docent aan het Hoger Instituut voor Toneel en Cultuurspreiding, Brussel