Dit boek houdt de wet van 7 april 2005 tot bescherming van de journalistieke bronnen tegen het licht.
De standpunten over de kwaliteit van de wet lopen nogal uiteen en er bestaat twijfel of de wet het juiste evenwicht garandeert tussen de belangen van justitie en de bescherming van de persvrijheid.
Het boek ontrafelt de wet en is een leidraad voor al wie met het journalistieke bronnengeheim te maken krijgt. De bijdragen zijn van Koen Lemmens, Pol Deltour, Gerard Schuijt en Dirk Voorhoof. Als bijlage zijn, naast de wettekst, ook het advies van de Hoge Raad voor de Justitie, een bibliografie en een praktische handleiding bij de wet opgenomen.
Het recht van een journalist om zijn bronnen niet prijs te geven is volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EVRM) een van de hoekstenen van de persvrijheid.
Hof Mensenrechten, arrest Goodwin t. Verenigd Koninkrijk van 27 maart 1996; arrest Roemen en Schmit t. Luxemburg van 25 februari 2003; arrest Ernst e.a. t. België van 15 juli 2003; arrest Stângu en Scutelnicu t. Roemenië van 31 januari 2006, § 52; arrest Voskuil t. Nederland van 22 november 2007; arrest Tillack t. België van 27 november 2007; arrest Financial Times Ltd. e.a. t. Verenigd Koninkrijk van 15 december 2009; arrest (Gr.K.) Sanoma Uitgevers
B.V. t. Nederland van 14 september 2010; arrest Martin e.a. t. Frankrijk van 12 april 2012; arrest Ressiot e.a. t. Frankrijk van 28 juni 2012; arrest Telegraaf Media Nederland Landelijke Media N.V. e.a. t. Nederland van 22 november 2012; arrest Saint-Paul Luxembourg S.A. t. Luxemburg van 18 april 2013; arrest Nagla t. Letland van 16 juli 2013.
Enkel wegens een zwaarwegende eis van algemeen belang zou de rechter een journalist kunnen bevelen zijn bronnen bekend te maken, voor zover er geen
er geen alternatieven zijn om de identiteit van de bron van de journalist te achterhalen, voor zover deze schending van de persvrijheid, de proportionaliteitstoets doorstaat op grond van de extreme noodzakelijkheid ter bescherming van de maatschappij die bij gebreke aan de bekendmaking in extreem gevaar zou komen.
Het Europees Hof hekelt de vaak gebruikte techniek van de huiszoeking bij de journalist of op de nieuwsdienst om aldus (via een omweg de bronnen van de journalist te kennen). Deze techniek is, volgens het EVRM, niet te aanzien als een noodzakelijk maatregel in een democratische rechtstaat.
samenleving.
Zie Hof Mensenrechten, arrest Roemen en Schmit t. Luxemburg van 25 februari 2003; arrest Ernst e.a. t. België van 15 juli 2003; arrest Tillack t. België van 27 november 2007; arrest Saint-Paul Luxembourg S.A. t. Luxemburg van 18 april 2013; arrest Nagla t. Letland van 16 juli 2013.