Krachtens art. 1122, eerste lid Ger.W. en onder voorbehoud van de in dat artikel bepaalde uitzonderingen, die te dezen niet van toepassing zijn, kan eenieder die niet behoorlijk is opgeroepen of niet in dezelfde hoedanigheid in de zaak is tussengekomen, derdenverzet doen tegen een beslissing die zijn rechten benadeelt.
Inzake de positie van de derde oefent de rechter die van het derdenverzet kennisneemt, zijn volledige rechtsmacht uit over wat in de litigieuze beslissing is beslist. Binnen die grenzen mag de derde alle middelen in feite en in rechte aanvoeren en wordt hij hierbij in beginsel niet beperkt door de proceshouding die de verzoeker in het oorspronkelijke geding had aangenomen.
De rechter die van een derdenverzet kennisneemt, moet evenwel, in dezelfde omstandigheden als de eerste rechter, nagaan of de procedure op verzoekschrift regelmatig is en of de door de eerste rechter bevolen maatregelen gegrond zijn.
Uit de tekst van art. 1369bis/1, § 5 Ger.W. volgt dat het beslag inzake intellectuele rechten niet zonder voorafgaande beschrijving kan worden toegestaan.
Wanneer het beslag tezelfdertijd als de beschrijving wordt gevorderd, onderzoekt de rechter enerzijds, met toepassing van art. 1369bis/1, § 3 Ger.W., of er aanwijzingen bestaan volgens welke op het betrokken intellectueel eigendomsrecht inbreuk is gepleegd of dreigde te worden gepleegd en, anderzijds, met toepassing van art. 1369bis/1, § 5, 2) Ger.W., of de inbreuk op het betrokken intellectueel eigendomsrecht niet redelijkerwijs kan worden betwist.
De aanwijzingen van een inbreuk op het intellectueel eigendomsrecht, op grond waarvan de beschrijvende maatregel kan worden bevolen, moeten worden vastgesteld op de datum waarop de eerste rechter over het eenzijdig verzoekschrift uitspraak doet.
De aanwijzingen van een inbreuk op dat recht kunnen bijgevolg niet worden afgeleid uit de gegevens verkregen ingevolge de uitvoering zelf van de maatregel en, meer bepaald, uit het deskundigenverslag dat is opgemaakt ter uitvoering van de beschikking waartegen derdenverzet is gedaan.
De aanwijzingen van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht, op grond waarvan de beschrijvende maatregel kan worden bevolen, kunnen niet worden beschouwd als een deskundigenonderzoek noch als vermoeden worden afgeleid uit de gegevens verkregen ingevolge de uitvoering zelf van die maatregel.
Zie Noot onder Hof van Cassatie,1e Kamer – 2 mei 2013, RW 2014-2015, 826