Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de sociale bronnen van het recht, de historische bronnen van het recht en de formele bronnen van het recht.
De sociale bronnen van het recht zijn die maatschappelijke factoren die de inhoud van het recht hebben gevormd. Dit zijn vooreerst de sociaal-economische verhoudingen (die onder meer geleid hebben tot de sociale wetgeving en de arbeidswetgeving), maar ook de filosofische conflicten (die geleid hebben tot bijvoorbeeld de euthanasiewetgevingen de abortuswetgeving), de oorlogstoestand, de programma's van de plot dikke partijen en de verkiezingsuitslagen, bijzondere ingrijpende gebeurtenissen die onmiddellijke impact hebben op de wetgeving (denk maar aan de zeer talrijke hervormingen binnen justitie na de zaak Dutroux)…
De historische bronnen van het recht maken de ontstaansgeschiedenis van het recht uit.
Het onderzoek naar de historische bronnen van het recht zoekt het antwoord op de vraag hoe het recht in zijn huidige vorm is geschiedkundig tot stand is gekomen. Het antwoord op deze vraag is vaak door consensus, maar vaak ook naar evolutie, een revolutie, geweld, macht, opgelegd door een al dan niet gelegitimeerde overheid… het recht is inderdaad niet uit het niets tot stand gekomen. De opeenvolging van machthebbers hebben verschillende regels achtergelaten die niet onmiddellijk werden opgegeven nadat de nieuwe machthebbers aan de macht kwamen en waarbij de nieuwe machthebbers slechts geleidelijk het eigen rechtssysteem hebben gecreëerd, maar waarbij heel wat oude regels behouden bleven, verder werden uitgewerkt of tot inspiratie hebben gediend.
Als historische bron het Belgisch recht kan men onder meer vermelden:
het Romeins recht
het Middeleeuwse gewoonterecht
de Middeleeuwse decreten
het canoniek recht
de Koninklijke ordonnanties van de Franse en Oostenrijkse (in mindere mate) koningen
de filosofie van de verlichting en de verworvenheden van de Franse revolutie
de opstelling van de Franse wetboeken in het begin van de 19e eeuw en de decreten uit de tijd van de Franse bezetting
in mindere mate het recht van de Nederlanden tussen 1815 en 1830
de vorderingen van het voorlopig bewind
de Belgische grondwet
De formele bronnen van het recht
De formele bronnen van het recht zoals zij thans worden omschreven zijn de elementen die samen het recht uitmaken en waarop de rechtsonderhorigen zich kunnen steunen om hun rechten te kunnen laten gelden.
Traditioneel worden ze opgedeeld in:
de wet (met inbegrip van de grondwet en de internationale verdragen), de decreten en de verordeningen
de rechtspraak
de rechtsleer
de gewoonte
de gebruiken
de algemene rechtsbeginselen
De wet is een bindende rechtsregel, opgelegd door de federale wetgevende macht, bekrachtigd door de Koning en afgekondigd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Een decreet is een regel die wordt uitgevaardigd op het vlak van de gemeenschappen en gewesten
Verordeningen zijn Koninklijke Besluiten (maatregelen getroffen door de regering en ondertekend door de Koning), Ministeriële Besluiten (maatregelen getroffen door een minister binnen zijn bevoegdheid in uitvoering van bepaalde wetten en zonder tussenkomst van de Koning) en provinciale – en gemeentelijke besluiten (zij zijn slechts bindend binnen het betrokken grondgebied).
De gewoonte is een ongeschreven regel die ontstaat door openlijk gestelde handelingen die regelmatig, langdurig en zonder tegenspraak is ontstaan.
Het gebruik is eveneens een ongeschreven regel die ontstaat door een langdurig handelen op dezelfde wijze, zonder tegenspraak en met wederzijds instemmen tussen dezelfde personen.
De rechtspraak is het geheel van uitspraken van hoven en rechtbanken die door gerechtelijke uitspraken de wetten interpreteren en toepassen, waarbij deze rechtspraak in ons Belgisch rechtsstelsel geen bindende kracht heeft. De uitspraak van de ene rechter kan dus onmogelijk de uitspraak van de andere rechter binden, net zomin als de uitspraak van de rechter in een ene zaak, zijn uitspraak in een andere zaak kan binden. Dit neemt niet weg dat de rechtspraak een bron van inspiratie en beïnvloeding is en als voorbeeld van de toepassing van de wet kan gelden.
Een algemeen rechtsbeginsel is een formele bron van het recht die een rechtsregel vormt welke niet in geschreven teksten of in bijzondere teksten zijn neergelegd, maar die een beginsel uitmaakt die samen met de andere algemene rechtsbeginselen het moreel en institutioneel geraamte vormen waarop de maatschappelijke organisatie berust.
Verder dient vastgesteld dat door tussenkomst van het Hof van Cassatie niet minder dan drie nieuwe bronnen van verbintenissen in het leven zijn geroepen. Reeds in 1909 erkende het Hof van Cassatie, de vermogensverschuiving zonder oorzaak als autonome bron van verbintenissen op grond van de billijkheid. Door cassatiearresten van 18 december 1974 en 9 mei 1980 werd daarnaast beslist dat ook de verbintenis door eenzijdige wilsuiting deel uitmaakt van ons positief recht. Doorr het arrest van het Hof van Cassatie van 20 juni 1988 werd de vertrouwensleer losgekoppeld van de beginselen van de buitencontractuele aansprakelijkheid en daardoor eveneens als autonome bron van verbintenissen aanvaard.