Het recht op eigen afbeelding is een persoonlijkheidsrecht dat elke natuurlijke persoon toelaat zich te verzetten tegen het gebruik van zijn afbeelding voor niet toegestane doeleinden. Het recht op afbeelding werd ontwikkeld door de rechtspraak en en de rechtsleer (en anders dan in Nederland niet in de auteurswet) waarbij principieel de toestemming vereist wordt voor elk gebruik van een afgebeelde persoon.
Recent werd het recht op afbeelding evenwel ingeschreven in het wetboek van economisch recht.
Artikel XI.174 van het Wetboek Economisch Recht (WER) bepaalt:
"De auteur of de eigenaar van een portret dan wel enige andere persoon die een portret bezit of voorhanden heeft, heeft niet het recht het te reproduceren of aan het publiek mede te delen zonder toestemming van de geportretteerde of, gedurende 20 jaar na diens overlijden, zonder toestemming van zijn rechtverkrijgenden."
Door dit artikel Xl.174 WER wordt de bescherming van het persoonlijkheidsrecht van de geportretteerde beoogd.
Er is een schending van het recht op afbeelding wanneer de persoon in kwestie zonder zijn/haar toestemming afgebeeld wordt of wanneer een toegelaten afbeelding voor niet toegestane doeleinden wordt gebruikt.
Een afgebeelde persoon kan zich verzetten wanneer er geen stilzwijgende of uitdrukkelijke toestemming werd gegeven of wanneer toestemming werd gegeven voor het gebruiken van zijn beeld of afbeelding voor andere doeleinden dan partijen overeenkwamen.
Een gegeven toestemming is herroepbaar en kan steeds weer ingetrokken worden, met dien verstande dat de herroeping niet willekeurig mag zijn. Daarom heeft een herroeping slechts effect voor de toekomst.
Schadevergoeding kan ex aequo et bono begroot. Daarbij dient rekening gehouden met eventuele kwade trouw van de inbreukpleger. Er is geen kwade trouw wanneer een van de sociale media verwijderde foto bij vergissing en uit onachtzaamheid opnieuw wordt gepubliceerd als onderdeel van een digitale collage.
Maar ook de privacy wet beschermt het recht op afbeelding. Op grond van de Privacywet kan alleen de betrokken persoon zelf beslissen over opname en gebruik van zijn beeltenis en zijn beide enkel mogelijk als de betrokkene daarvoor zijn toestemming heeft gegeven.
Het recht op gebruik en verspreiding van allerlei vormen van beeldmateriaal staat volledig los van het auteursrecht van de fotograaf.. Niet alleen geldt het algemeen principe dat het nemen van een foto van een persoon de uitdrukkelijke toestemming van die persoon vergt, maar dat ook toestemming nodig is van de gefotografeerde om de genomen foto's te verspreiden, of te publiceren op het internet, in een gedrukte portofolio, in een magazine of in een krant.
Enkel personen waarvan hun afbeelding kan erkend worden door andere personen en die voldoende kunnen geïndividualiseerd worden, kunnen zich, gedurende heel hun leven, beroepen op hun recht op afbeelding. Na hun overlijden blijft het recht op afbeelding gelden gedurende twintig jaar en kunnen de erfgenamen van de overledene die rechten blijven uitoefenen.
De toestemming om de afbeelding van een persoon te fotograferen, tentoon te stellen, mede te delen, te verspreiden en te reproduceren, kan zowel mondeling als schriftelijk worden gegeven. Ook een stilzwijgende toestemming wordt aanvaard indien uit de omstandigheden ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk kan worden afgeleid dat de afgebeelde persoon zijn toestemming heeft gegeven tot het fotograferen, reproduceren en verspreiden. De toestemming tot fotograferen kan reeds afgeleid worden door het louter poseren voor de fotograaf. De toestemming tot verspreiding kan afgeleid worden wanneer de geportretteerde zelf de foto's verspreidt of tentoonstelt of op het internet plaatst..
Voor minderjarigen is de toestemming van de ouders of de voogd noodzakelijk, en vanaf het ogenblik dat de afgebeelde persoon de ouderdom van het oordeel des onderscheid heeft bereikt, moet de minderjarige persoon, samen met zijn ouders of voogd, deze toestemming geven.
Bij personen, die in de openbare belangstelling staan (politici, sporters, artiesten, zogeheten bekende personages...) wordt de toestemming tot het nemen, tentoonstellen en reproduceren van hun afbeelding vermoed, voor zover dat deze afbeeldingen werden genomen tijdens de uitoefening van hun openbare activiteit.
Er wordt algemeen door de rechtspraak en rechtsleer aangenomen dat deze toestemming van een afgebeelde persoon zeer strikt moet worden uitgelegd..
Foto's op openbare plaatsen
Er wordt verondersteld dat uw impliciete toestemming is gegeven wanneer u verschijnt op foto's genomen op openbare plaatsen (parken, tentoonstellingen...). Inderdaad, het zou fysiek onmogelijk zijn om de toestemming te krijgen van alle mensen die op de foto aanwezig zijn. Toch is uw toestemming nog steeds vereist voor het maken, gebruiken en reproduceren van foto's waarin u het hoofdonderwerp bent.
Wanneer u of andere personen als ondergeschikte elementen voorkomen op een foto of video die op een openbare plaats is gemaakt (bijvoorbeeld een foto van een monument, een tentoonstelling, etc.), wordt er in principe van uitgegaan dat uw toestemming voor het verdere gebruik van deze foto of video niet nodig is.
Hetzelfde principe geldt ook voor beelden van "menigten" die het niet mogelijk maken om een persoon op een specifieke manier te identificeren.
In principe hoeven ook publieke personen (bijv. politici, sportsterren, kunstenaars, enz.) geen voorafgaande toestemming te geven. Inderdaad, in dit geval is het recht op informatie van toepassing, mits het naleven van bepaalde voorwaarden. De afbeelding van een publiek persoon moet dus een informatief doel nastreven (d.w.z. geen commercieel doel) en het mag het recht op privacy niet schenden. Bovendien zullen bepaalde personen alleen met publieke personen worden gelijkgesteld bij een welbepaalde gebeurtenis (bijvoorbeeld een ramp of een misdrijf). Hun beeltenis moet dus iets te maken hebben met deze gebeurtenis en na een bepaalde periode heeft de betrokkene het recht om te worden vergeten.
Foto's van een persoon als centraal onderwerp
Het nemen van een foto en het (verder) gebruiken van die foto is afhankelijk van de toestemming van de persoon die gefotografeerd wordt.
Het feit dat een persoon ermee instemt om gefotografeerd of gefilmd te worden, betekent niet noodzakelijkerwijs dat hij of zij instemt met de publicatie of verspreiding van deze beelden. Deze twee toestemmingen staan los van elkaar en moeten daarom apart worden gevraagd. Met oog op het bewijs is een schriftelijk akkoord aanbevelenswaardig.
Wanneer u merkt dat uw persoon het centrale onderwerp is op foto's of video's die online gepost worden zonder uw toestemming kan u contact opnemen met de persoon die verantwoordelijk is voor de verwerking van de betreffende site (een fotograaf, een blogger...) door uw recht op verwijdering als voorzien in de AVG, te doen gelden. Als u een antwoord krijgt dat u niet bevredigend vindt of geen antwoord krijgt, kunt u een klacht indienen bij de GBA of de zaak aanhangig maken bij de rechtbank.