Nadat de conclusietermijnen definitief zijn vastgelegd en alle partijen hebben geconcludeerd is het mogelijk dat een partij nog een nieuw stuk of feit ontdekt dat van aard is om een invloed te hebben op het geschil.
Mits deze ontdekking plaats vindt binnen de 30 dagen voor de pleitdatum kan er nog een verzoek worden neergelegd tot het bekomen van nieuwe conclusietermijnen, teneinde deze stukken nog in het debat te brengen.
uitreksel uit het gerechtelijk wetboek
Art. 748. <Voorheen art. 747; W 1992-08-03/31, art. 21, 020; Inwerkingtreding : 01-01-1993> § 1. (In de zaken waarin artikel 735 niet van toepassing is, worden de conclusies neergelegd ter griffie of gezonden aan de tegenpartij na het in artikel 750 bedoelde gezamenlijk verzoek om bepaling van de rechtsdag, ambtshalve uit de debatten geweerd. Dit geldt niet wanneer het conclusies betreft die het verzoek als bedoeld in artikel 808 beogen of die genomen werden met de uitdrukkelijke instemming van de andere partijen.
Dit artikel blijft van toepassing wanneer de rechter, op verzoek van een van de partijen, verdaging tot een bepaalde datum verleent.) <W 2007-04-26/71, art. 11, 088; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
§ 2. Een partij die conclusie heeft genomen, mag ten laatste dertig dagen vóór de rechtsdag om een nieuwe conclusietermijn verzoeken, indien zij gedurende de termijn die aan de rechtsdag voorafgaat, een nieuw en ter zake dienend stuk of feit heeft ontdekt dat nieuwe conclusies rechtvaardigt.
Het verzoek wordt gericht aan de rechter door middel van een verzoekschrift waarin het nieuw stuk of feit alsook de invloed ervan op het onderzoek van het geschil nauwkeurig wordt aangegeven. Het verzoekschrift wordt ondertekend door de advocaat van de partij of, bij diens ontstentenis, door de partij zelf en het wordt ter griffie neergelegd in zoveel exemplaren als er betrokken partijen zijn. (De griffier brengt het bij gewone brief ter kennis van de partijen en, in voorkomend geval, aan hun advocaat, en bij gerechtsbrief aan de niet verschenen partij.) <W 2007-04-26/71, art. 11, 088; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
Deze partijen kunnen, binnen vijftien dagen (na deze verzending) van de gerechtsbrief, op dezelfde wijze hun opmerkingen aan de rechter doen toekomen. <W 2007-04-26/71, art. 11, 088; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
Binnen acht dagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in het voorgaande lid, doet de rechter uitspraak op stukken door middel van een beschikking.
Indien hij de aanvraag inwilligt, bepaalt hij de termijnen om conclusie te nemen (, of een syntheseconclusie moet worden genomen) en wijzigt zo nodig de rechtsdag. Tegen deze beschikkingen staat geen enkel rechtsmiddel open. <W 2007-04-26/71, art. 11, 088; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
De conclusies die (ter griffie zijn neergelegd of aan de andere partij gezonden) na het verstrijken van de termijnen bedoeld in het voorgaande lid, worden ambtshalve uit de debatten geweerd. Op de rechtsdag kan de meest gerede partij een op tegenspraak gewezen vonnis vorderen. <W 2007-04-26/71, art. 11, 088; Inwerkingtreding : 22-06-2007>