Preview
Het Romeinse principaat situeert zich tussent 27 c. Chr.en 284 na Chr. Samen met dominaat(284-565) wordt deze periode het Keizerrijk geheten Onder het keizerrijk werden de iuris periti nog belangrijker. Het Romeinse Rijk had een enorme expansiedrang. Op een gegeven moment noemden zij de Middellandse Zee zelfs mare nostrum ("onze zee"). Alleen Alexandria et Aegyptus behield nog enige mate van zelfstandigheid.) Het Rijk was verdeeld in bestuurlijke eenheden, de provinciae. Aan het hoofd van de provincia stonden de proconsuls en de propraetor, cum imperio. Zij waren de lokale plaatsvervangers van de consuls en praetor te Rome. Vaak werden ex-consuls en ex-praetoren aangesteld als proconsul c.q. propraetor. De propraetor sprak recht, en publiceerde daartoe zelfs het album van de praetor urbanus. Zij zorgden er ook voor dat de provinciae hun tribunum, schatting, betaalden. De provinciae kregen veel autonomie, zij werden beschouwd als 'wingewesten'. De inheemse bevolking van de provinciae werden beschouwd als peregrini, vreemdelingen. Indien in de Republiek gevaren dreigden, zoals opstandige provinciae, kon een consul of praetor zichzelf benoemen tot dictator reipublicae constituendae (dictator ter reorganisatie van de staat), ...