Het huwelijkscontract is een akte waarin toekomstige echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel kunnen regelen. Deze akte moet opgemaakt worden door een notaris.
In het contract kunnen zij:
- de economische en financiële betrekkingen tussen elkaar vastleggen
- de eigendom van goederen bewijzen
- bepalen hoe zij de goederen beheren
Echtgenoten zijn niet verplicht om een huwelijkscontract af te sluiten. Als er geen huwelijkscontract is, is automatisch het wettelijk stelsel van toepassing.
Echtgenoten kunnen er ook voor kiezen om het wettelijk stelsel als algemeen principe te nemen binnen het huwelijk, en via een huwelijkscontract enkele specifieke regelingen te treffen.
Wie een huwelijkscontract heeft afgesloten, moet dat bij de aangifte van het huwelijk meedelen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De toekomstige echtgenoten moeten dan een getuigschrift voorleggen van de notaris die het contract heeft opgesteld. Het contract wordt ook in het trouwboekje vermeld.
Binnen de wettelijke grenzen zijn de echtgenoten vrij om een huwelijksvermogenstelsel te bepalen. Voor zover zijzelf niet voorzien hebben in een huwelijkscontract voorziet de Belgische wet zelf voor een wettelijk stelsel.
een huwelijkscontract moet worden opgesteld voor de voltrekking van het huwelijk in een authentieke akte opgesteld door twee notarissen of door een notaris bijgestaan door twee getuigen.
Een huwelijkscontract kan tijdens het huwelijk worden gewijzigd.
Indien een contract afwijkt van de regel van de evenredige verdeling of voorziet in een contractuele erfstelling, moet het worden ingeschreven in het Centraal Register der laatste wilsbeschikkingen (CRT).
Indien één van de echtgenoten handelaar is, moet binnen de maand na het verlijden van het huwelijkscontract, een uittreksel worden toegestuurd aan de griffie van de rechtbank van koophandel in wier rechtsgebied bedoelde echtgenoot is ingeschreven in het handelsregister.
Wettelijk stelsel
Het stelsel toepasselijk wanneer u zelf geen huwelijkscontract heeft gekozen
Eigen zijn in het wettelijk stelsel
De goederen (aankopen, gelden, goederen, erfenissen of schenkingen) die de echtgenoten bezitten vóór het huwelijk, evenals hun schulden van voor het aangaan van het huwelijk.
De goederen die de echtgenoten afzonderlijk verwerven tijdens het huwelijk ingevolge erfenis, schenking of legaat zoals alleen aan hen bedeeld of toekomen. Eigen zijn de schulden die drukken op erfenissen of schenkingen aan een derde echtgenote gedaan.
Gemeenschappelijke zijn in het wettelijk stelsel:
Alle inkomsten, zowel beroepsinkomsten (lonen, wedden, werkloosheidsuitkeringen, ...) als inkomsten uit eigen goederen. Voorbeelden van inkomsten uit eigen goederen:
huurgelden van een eigen woning, b.v. van de woning die geërfd werd;
interesten van obligaties die men reeds voor het huwelijk bezat.
Gemeenschappelijk zijn bovendien alle goederen waarvan niet kan bewezen worden dat ze het eigendom zijn van één van de echtgenoten.
Alle gemeenschappelijke goederen vormen samen het gemeenschappelijk vermogen.
De gemeenschap worden door beide echtgenoten bestuurd op voet van gelijkheid
In het wettelijk stelsel kunnen de gemeenschappelijke schulden op alle vermogens verhaald worden. Eigen schulden kunnen enkele verhaald worden op het eigen vermogen en op het gemeenschappelijk vermogen, doch niet op het eigen vermogen van de andere echtgenoot.
In een huwelijkscontract kunnen partijen ook kiezen voor het behoud van het wettelijk stelsel waarin zij evenwel een aantal optionele of wijzigende regels toebrengen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld in een huwelijkscontract stipuleren dat zij opteren voor het wettelijk stelsel doch naar aanleiding van het huwelijkscontract voorzien in een inbreng van eigen onroerend goed al dan niet voorzien van een beding van terugname bij echtscheiding, teneinde te vermijden dat dit ingebrachte onroerend goed bij echtscheiding voor de helft zou toekomen aan de andere echtgenoot. In het huwelijkscontract kunnen partijen ook bewijs regels specifiëren, dan wel het bewijs leveren dat bepaalde goederen toebehoren aan één van de echtgenoten. Let wel, bepalingen die het eigendomsrecht regelen over bepaalde roerende goederen van de echtgenoten in een huwelijkscontract zijn daarom niet tegenstelbaar aan derden. Naar aanleiding van een beslag zouden deze derden niet kunnen gedwongen worden om deze bij huwelijkscontract verdeelde eigendom aldus te erkennen.
De wet heeft een aantal huwelijkscontracten voorgesteld en uitgewerkt waarvoor de huwelijkspartners kunnen kiezen indien zij niet geopteerd hebben voor het wettelijk stelsel. Maar dit neemt niet weg dat zij niet kunnen opteren voor een eigen ontworpen stelsel.
De wet stelt en het contract van scheiding van goederen en het contract van algehele gemeenschap voor.
Scheiding van goederen
In een contract van scheiding van goederen wordt het vermogen opgedeeld in een eigen vermogen van de ene huwelijkspartner en eigen vermogen van andere huwelijkspartner. De schulden van de ene zijn niet verhaalbaar op de activa van de andere.
Contracten van scheiding van goederen worden vaak voorzien van een beding van aanwas ten voordele van de langstlevende echtgenoot.
De echtgenoten besturen vrij hun inkomsten, doch zij die er leven wel bij te staan in de huishouding in evenredigheid van hun vermogen. De goederen die partijen samen hebben worden aanzien als onverdeelde goederen, dit geldt onder meer ook voor de goederen waarover het eigendomsrecht niet kan bewezen worden.
Stelsel van algehele gemeenschap
In het stelsel van de algehele gemeenschap worden alle patrimoniale bestanddelen geacht gemeenschappelijk te zijn. in dit stelsel vallen ook erfenissen en schenkingen komend of gedaan aan een derde echtgenoten toe aan de gemeenschap. Zelden wordt nog voor dit stelsel gekozen.
Scheiding van goederen met onverdeeldmaking van de besparingen