Overmacht is de gebeurtenis die niet te wijten is aan de werkgever noch aan de werknemer, waarbij
- de gebeurtenis buiten de normale verwachtingen valt
- waarbij de gebeurtenis een onoverkomelijke hindernis vormt voor werkgever en werknemer. (bv. Definitieve en blijvende arbeidsongeschiktheid van de werknemer, totale vernieling van de arbeidsplaats, brand die de bedrijfsgebouwen vernielt, het verval of de intrekking van een vergunning die noodzakelijk is voor de voortzetting van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
- er geen fout bestaat in hoofde van de partij die zich op overmacht beroept
De definitieve arbeidsongeschiktheid van de werknemer kan een overmachtsituatie uitmaken, let wel een wettelijke regeling van 2007, (op 15/07/2008 nog niet in werking is getreden), stelt daaraan evenwel bijkomende voorwaarden.
Bij overmacht kan men een werknemer ontslaan zonder opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding. De werkgever dient zich wel uitdrukkelijk te beroepen op deze overmacht. Een bakker die dit had nagelaten, en na een bedrijfsbrand een gewone opzegbrief had geschreven, diende een opzeggingsvergoeding betalen van zes maanden loon. De vroegere werkgever trachtte tevergeefs voor de rechtbank alsnog de overmacht in te roepen. De rechtbank oordeelde dat een opzegging een onherroepelijk karakter heeft.
Indien de ingeroepen overmacht aanvaard wordt door de andere partij, dan is de spreekwoordelijke kous af en stellen er zich geen problemen.
Indien de andere partij betwist dat er sprake was van overmacht en zij van de rechter gelijk krijgt.
Welnu in dat geval is er aan de arbeidsovereenkomst geen einde gekomen.
Men kan dus niet stellen dat wie zich ten onrechte beroept op overmacht om de arbeidsovereenkomst als beëindigd te beschouwen, daardoor zelf
de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd, zij het op onregelmatige wijze.
Het Hof van Cassatie stelt immers dat de werkgever die ten onrechte feiten inroept als overmacht, niet zijn wil uitgedrukt de arbeidsovereenkomst te beëindigen en zich aldus niet beroepen op een door hemzelf gegeven ontslag.
Maar wanneer de werkgever onterecht beroep doet op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door overmacht, kan de werknemer wel het ontslag wegens overmacht beschouwen als een onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever. Hierbij volstaat het dat de werkgever die beëindiging vaststelt. Indien de werkgever dit niet zou doen dan blijft de arbeidsovereenkomst bestaan.
De Arbeidsovereenkomstenwet bepaalt:
- in art. 26: «De door overmacht ontstane gebeurtenissen hebben de beëindiging van de overeenkomst niet tot gevolg wanneer zij slechts tijdelijk de uitvoering van de overeenkomst schorsen.
«Het faillissement of het kennelijk onvermogen van de werkgever, evenals de tijdelijke of definitieve sluiting van een onderneming die voortvloeit uit de maatregelen getroffen bij toepassing van de wetgeving op de reglementering betreffende de vrijwaring van het leefmilieu of met toepassing van het Sociaal Strafwetboek, zijn op zichzelf geen gevallen van overmacht die een einde maken aan de verplichtingen der partijen.»;
- in art. 32: «Behoudens de algemene wijzen waarop de verbintenissen teniet gaan, nemen de verbintenissen voortspruitende uit de door deze wet geregelde overeenkomsten een einde: (...)
5° door overmacht.»
De Arbeidsovereenkomstenwet bevat geen definitie van het begrip overmacht en wijkt dus niet af van het gemene recht.
Art. 1148 BW bepaalt: «Geen schadevergoeding is verschuldigd, wanneer de schuldenaar door overmacht of toeval verhinderd is geworden datgene te geven of te doen waartoe hij verbonden was, of datgene gedaan heeft wat hem verboden was.»
Enkel een onvoorzienbare en onvermijdbare gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van de betrokkene kan overmacht uitmaken (vgl. Cass. 9 oktober 1986, RW 1987-88, 778).
Zoals het Hof van Cassatie bevestigde, volgt uit de voormelde bepalingen: «dat overmacht slechts tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan leiden wanneer het de verdere uitvoering van de overeenkomst definitief onmogelijk maakt».